‘Waar wachten we op? Tot iemand sterft?’
De Utrechtse burgemeester Sharon Dijksma stelde een paar vragen. Het was nadat Russische raketten bezoekers van een bouwmarkt in de Oekraïense stad Charkiv dodelijk getroffen hadden en het Israëlische leger tientallen mensen had vermoord in een tentenkamp in Rafah. Gelet op die feiten viel de schade van zondagavond na FC Utrecht-Go Ahead Eagles nog mee. Toch was Dijksma’s vraagstelling afdoende voor de ernst van de lokale situatie van FC Utrecht en de drastische maatregel die genomen is: geen publiek bij de eerstvolgende thuiswedstrijd in het nieuwe seizoen. De burgemeester sprak van een streep in het zand, in het besef dat de grote schare geweldloze supporters hiermee ook werd gestraft.
Het was onthutsend om de geweldexplosie buiten het stadion te zien: woeste horden die de ME in het nauw dreven en een politiebus belaagden. Het maakte me kwaad en moedeloos tegelijk. Dit soort geweld keert periodiek terug en is uiterst moeilijk te beteugelen. Dijksma analyseerde het zo: ‘Boosheid en ongenoegen in de samenleving wordt gebotvierd op de politie die de samenleving veilig in handen wil houden.’
De uitleg is degelijk, maar het is de vraag of Sharons streep in het zand indruk grote indruk maakt op het gajes. FC Utrecht gaat de zomer in met een sterk gepolariseerd publiek. Helemaal afkoelen zal het voorlopig niet. Het is te voorzien dat er spoedig arrestaties volgen op basis van foto’s en beelden. De daders zijn op deze manier justitiëel afdoende te isoleren en zouden eigenlijk nooit meer mogen terugkeren op Galgenwaard. Maar hoe vaak is dit al niet gezegd? In breder opzicht is dit ook een uitdaging voor de nieuwe bondsvoorzitter Frank Paauw, de voormalige Amsterdamse politiechef. Het slag supporters dat tegen zijn aanstelling was heeft geen gelijk gekregen. Hier is alvast een slag gewonnen.
Hooligans. In mijn eerste jaren als student in Utrecht was er materiaal te over om deze specifieke groep te bestuderen. De wetenschappelijke bevindingen waren afdoende: slechte jeugd, achterstandswijk, drank, drugs. Er was bijna geen betere studiecase dan de Bunnik-side op Galgenwaard. Later kwamen de documentaires over de brave huisvaders die de hooligans geworden waren.
Inmiddels zijn we twee generaties verder. Destijds werd bij de nieuwbouw van Galgenwaard ook voorzien in een gracht om het veld, als beste manier om agressieve fans tegen te houden. Het luwde van de kant van Bunnik, het laaide op en het luwde weer – die permanente golfbeweging. Opeenvolgende stadsbesturen zijn machteloos gebleken om dit gewelddadige deel van de Utrechtse samenleving te smoren.
Ook clubmagnaat Frans van Seumeren slaagt er niet in om het zooitje te kalmeren, al had ook hij twee jaar geleden zijn analyse paraat in De Telegraaf: “Kijk, het is een supportersprobleem, maar er zit veel meer achter, want het is voor een groot deel ook een drugsprobleem. En dat is iets wat in de hele samenleving speelt. Als je hoort wat het drugsgebruik onder studenten is, dan schrik je je kapot. Het is na die Covid toch een beetje rommelig geworden allemaal, er zit agressie in de samenleving.”
Ik denk aan de unieke feestdagen van de grote wielerrondes in de stad, elke keer met veel meer publiek in de openbare ruimte dan er in Galgenwaard past. Steeds vloeide de drank rijkelijk, maar er was geen moment sprake van supportersgeweld. Integendeel: het waren voorbeeldige manifestaties van vrede en vreugde. Zo is het ook in het buitenland. Het is een interessant sociologisch fenomeen. De wielersport kan zelf in opspraak komen door drugsproblematiek onder de deelnemers, maar het volk blijft vol van semi-religieuze extase, zonder een spoor van hooliganisme. Geen burgemeester die strepen in het zand hoeft te trekken van een wielerkoers. Sharon Dijksma is niet zo van het fietsen, maar ze zou er na FC Utrecht-Go Ahead Eagles bijna naar gaan verlangen.
Het stadsbestuur en de clubdirectie hebben een paar zomerse maanden om te overleggen over meer maatregelen dan die ene wedstrijd zonder publiek. Allicht zullen ze Frank Paauw erbij betrekken. Ik hoor hem diep zuchten, maar hij is geen voorzitter geworden om bekers uit te rijken.
Er valt wellicht iets te verwachten van het zelfreinigend vermogen van het publiek zelf. Het staat wel vast dat FC Utrecht deels de polarisatie in de samenleving symboliseert. Het is goed om te beseffen dat de meerderheid van goede wil is en het laat bij lekker Utrechts kankeren als het niet meezit met de ploeg. Vooralsnog moet Oranje voor de gewenste afleiding zorgen op het aanstaande EK in Duitsland. Leuke kleur ook om Utrechtse wijken mee te versieren.
Mooie term : Polarisatie! Werkwoord : Polariseren… Betekenis : Wat is de betekenis van polariseren?
Het is een proces waarbij de tegenstellingen tussen groepen in de samenleving sterker worden, waardoor groepen steeds meer tegenover elkaar komen te staan. Polarisatie kan zich manifesteren op verschillende locaties, bijvoorbeeld in een buurt, op een school of op de werkvloer, maar ook op (sociale) media.
Denk hierbij bijvoorbeeld aan : Democatisch verlopen verkiezingen waar bij het resultaat de polariseerders niet bevalt! De polariseerders laten geen optie onbenut het polarisatiegedrag af te wentelen op de winnaars… elke spiegel is hun vreemd! Zelfreflectie is bij de Polariseerders niet aan de orde! Shame on you!
De beslissing van de burgemeester biedt natuurlijk op geen enkele manier een structurele oplossing van het probleem. Ook bij mij is grote verontwaardiging over het supportersgeweld. Maar van een wedstrijd zonder publiek ligt dat tuig echt niet wakker. Volgende wedstrijd, nieuwe kansen.
‘Er zit agressie in de samenleving’. Dat ziet van Seumeren heel goed. Agressief demonstreren wordt meer en meer doodnormaal. ‘Het doel heiligt de middelen’ mentaliteit overheerst breed bij veel groepen in de samenleving. Agressie tussen demonstranten met verschillende belangen is ook in Utrecht aan de orde.
We gaan richting de mentaliteit die 100 jaar geleden in Duitsland dominant was. Met gevechten tussen burgergroeperingen die de nazi’s en Hitler aan de macht brachten. Dat mag nooit meer gebeuren.
De politieke leuzen inclusie en diversiteit jagen de tegenstellingen aan in plaats van die te verminderen. Die leuzen hebben als doel het verbeteren van de positie van bepaalde groepen af te dwingen. Dwang werkt niet, respect wel. Daar is Inclusief Denken voor nodig. Ik plaats hier de definitie die Feitse Boerwinkel daar in 1966 voor opschreef. 60 jaar geleden legde hij al de vinger op de zere plek. Politici en maatschappelijke organisaties dienen die invalshoek subiet over te nemen:
Inclusief denken
Niets is moeilijker dan een oude denkwijze, een oud denkpatroon op te geven en zich een nieuwe wijze van denken eigen te maken. Toch is dit het eerste dat moet gebeuren. Dit omzetten van ons denken, dit om-denken, gaat aan een nieuw handelen vooraf.1) Daarom kan niet voldoende nadruk worden gelegd op de primaire noodzaak van een ander denken.
Tegenover het oude antagonistische, exclusieve denken zou ik als adequaat antwoord op de totaal veranderde situatie willen stellen: een nieuw inclusief denken.
Daaronder versta ik een denken, dat er principieel van uit gaat dat mijn heil (geluk, leven, welvaart) niet verkregen wordt ten koste van of zonder de ander, maar dat het alleen verkregen kan worden als ik tegelijk het heil van de ander beoog en bevorder.
Deze uitspraak is niet idealistisch, maar realistisch. De bedoeling is niet dat het edeler of mooier is om het heil van de ander te bevorderen, maar dat het verstandiger is. En dat het daarom niet onedel en laag is om alleen voor eigen heil en welvaart te werken, maar dwaas.
Dr. F. Boerwinkel, Inclusief denken, Een andere tijd vraagt een ander denken, 1966, uitgever Paul Brand.
1) Dit betekent niet, dat men eerst met een nieuw denken klaar moet zijn, voor men tot nieuw handelen kan komen. Dit is een voortdurende wisselwerking: elk begin van nieuw handelen versterkt ook weer een nieuw denken.