De Lijst der Lijsten is het niet, hoe graag ze het zelf zo aanprijzen bij de Top 2000. Het is alsof ze dat doen om zichzelf te bevestigen, zich te beschermen tegen de Top 2000-bashing die hen al jaren ten deel valt, de kritiek namelijk dat het geen weerspiegeling is van de beste popmuziek. Deze observatie is volkomen juist. Dat is weer iets anders dan de bewering dat de Top 2000 volslagen ongenietbaar is.
‘De beste liedjes ooit gemaakt, gekozen door jou’ – nog zo’n zelfaanprijzer op NPO2. Nou, niet dus. Het is gewoon niet waar. Ten eerste, omdat ik ze lang niet allemaal zelf gekozen heb. En verder, omdat het volkomen arbitrair is, als keuze. Het is in elk geval tamelijk dubieus om het in dergelijke stelligheid in de uitzending te brengen.
Een jaarlijks wisselende rangschikking van golden oldies, aangevuld met nieuwer werk, dat is de Top wel en om volslagen onbegrijpelijke redenen eindigt het met Bohemian Rhapsody, een knappe, gelaagde compositie, maar niet het beste liedje ooit gemaakt. Het hoort op nummer 101, of nummer 99, hoogstens, in de buurt van Gimme Shelter en Het Regent Zonnestralen. Vandaar ook dat ik me niet herken in die ‘jou’. Het is propaganda, de manipulatie van een waarheid, met de schijn van democratie. Al is de Top 2000 ook weer niet het resultaat van geraffineerde dictatuur.
De discussie erover is in twintig jaar tijd onderdeel geworden van het nationaal discours van rond de kerst, als andere zenders de ellende van het afgelopen jaar nog eens laten passeren. Het is semi-deskundige klets, een nieuwerwets twisten over smaak, als amusante, maar ook overbodige uitwisseling ter afleiding van belangrijke kwesties. Daarbij is mijn persoonlijke ervaring dat je ook gewoon kunt geníeten van de Top 2000.
Een popprofessor ben ik niet, geen man vol verfijnde kennis van alle genres. Een zekere vórming heb ik wel, met het geluk dat het allemaal op de lagere school begon met The Beatles, een paar jaar voor zij zelf met hun eigen hogeschoolmuziek kwamen. Op mijn eerste plaatje stonden All My Loving en Please, Please Me. Spoedig kwamen de Rolling Stones met Satisfaction en Paint it Black, de Kinks met Dedicated Follower of Fashion en Mr. Pleasant, The Beach Boys met Sloop John B en Good Vibrations en Creedence Clearwater Revival met I put a spell on you en Suzie Q.
Hoor daar de inwijding met de betere Engelstalige hitmuziek. Ik leerde ook dat Dave Berry (This Strange Effect), Herman’s Hermits (No Milk Today) en The Fortunes (Here it comes again) tot de mindere goden behoorden.
In plaats daarvan vulde mijn platenkast zich langzaam met Simon & Garfunkel, Leonard Cohen, The Doors, Bob Dylan, Neil Young, Eric Clapton, Rory Gallagher, Jimi Hendrix, JJ Cale, Randy Newman, Pink Floyd, Lou Reed, David Bowie, Roxy Music en Lynyrd Skynyrd – stuk voor stuk behorend tot de Universiteit van de Sixties en de Seventies. Krachtig gitaarwerk op basis van de blues, zingschrijvers, undergroundsmeden, psychedeliese academici en glamrockers – allemaal smaakbepalers. Beter bestond niet, samen met het beste van Nederland: Boudewijn de Groot, Brainbox, Focus en Cuby + Blizzards.
Met een blik op de lijst die niet de lijst der lijsten is, besef ik dat ik me vooral moet hoeden voor een oordeel, met het besef dat ik domweg niet heel erg best bij ben gebleven.
Zo tref ik op 1987 Take your time Girl van Niels Geusebroek aan, een schepping uit 2013 die het nog niet tot mijn geheugen heeft gebracht, maar blijkbaar nog nét tot de beste liedjes behoort. Zo is het ook met There’s Nothing Holding me Back op 1949, in 2017 geschreven door de mij volkomen onbekende Shawn Mendes. En met Sweet Disposition op 1921, van The Temper Trap, uit 2009. Even googeloeren…Het is een Australische rockband uit Melbourne, gevormd in 2005, bekend om hun sfeervolle geluid, bestaand uit gitaarwerk en pulserende ritmes.
Dan ben ik dus nog maar bij de laatste 100 van de 2000 lievelingen. En besef ik hoe bedenkelijk ik achter geraakt ben met die stapel oude elpees en rijen CD’s als platen voor mijn kop. Gelukkig kom ik bij het doornemen op 1888 Times where when van de Cats uit 1968 tegen als vertrouwd herkenningspunt en dan klinkt onder het schrijven nummer 620 op: Hocus Pocus van Focus uit 1971, met dat fluitje van Thijs van Leer en de solo van Jan Akkerman, onderdeel van de soundtrack van mijn middelbare schooltijd.
De Top 2000 is muziekoverstijgend. Dat vind ik er al veel langer interessant aan. Onmiskenbaar is het een populair onderdeel van onze moderne beschaving. Als het inderdaad een keuze van jou is, zie ik er een soort zelfportret van het Nederlands sentiment in, verdeeld over opeenvolgende generaties. Popmuziek is in 60, 70 jaar een gemeengoed geworden dat niet beperkt blijft tot jeugdige beluistering, maar inmiddels mee gaat als erfgoed van vader op zoon. Ik heb dat op Pinkpop gezien – ooit een samenkomst voor louter jongeren, tegenwoordig een uitje voor opa met zijn kleinkinderen.
Deze zondag zet ik de Top aan en val ik in nummer 417, Born in the USA van Bruce Springsteen uit 1985 – een van mijn lievelingen, mijn Top kan niet meer stuk. Een paar koppen koffie later begint nummer 403 te galmen: I want to know what love is, van Foreigner, 1984. Juist in dat nummer van die Amerikaanse band is veel van de essentie van de Top samengebald.
Uit de 2000 toppers valt globaal op te maken dat Nederland vooral houdt van melodieuze liedjes met een melancholieke laag.
Zij behoren tot de afgeladen volle liturgie die het beste te beleven is in de Hoogste Tempel, het Top 2000-Café in Beeld en Geluid. Vlak na de kerst heb ik er de rijen gezien die er dagelijks voor staan. Jong en oud: ze willen er allemaal bij zijn om in grote verbondenheid samen de gezangen mee te galmen van de Lijst, daartoe uitgenodigd door de opeenvolgende voorgangers, de dj’s.
Het is met de illusie van de eeuwige jeugd samen het leven vieren en waarom ook niet? Gezellig! De Top-2000 is een kerkdienst, het blijft vervangende religie.
Ik heb overwogen om een top 5 op te stellen van ‘Liedjes die echt niet meer kunnen’. Dat is ondoenlijk. Het zijn er meer dan honderd. Daarom dus maar een mogelijke Top 5 uit een persoonlijke Top 2000 die ik nog eens moet samenstellen, om te beginnen met Muse. Ik ben erg tevreden dat er in de huidige Top 2000 veertien nummers voorkomen van mijn lievelingsgroep uit Teignhmouth, Devon, een nieuw soort Pink Floyd, aangevoerd door Matt Bellamy.
5 Uprising, Muse. Van The Resistance, 2009
Stuwende, omineuze klanken, met militante, onverzettelijke tekst. Enige in de top, nr 98.
4 Samurai, Chrissie Hynde and the Pretenders, op Viva el Amor, 1999
Heel tedere Chrissie op een van de beste platen die ze ooit maakte.
3 Million Miles Away, Rory Gallagher, Tattoo, 1973
Fantastische blues over een melancholieke man in een langzaam leeglopende hotel bar, met het gevoel miljoen mijl verwijderd te zijn, dobberend als drijfhout in een winderige baai.
2 Red House, Jimi Hendrix, Live at the Isle of Wight, 1970
Over lieveling in een hoerenhuis. Verscheen eerst op Are you Experienced, 1966, maar de live-versie is intenser, langer.
1 Crossroads, Cream, Wheels of Fire, 1968
Geheel eigen interpretatie van een Robert Johnson klassieker, met razende openingsriff van Clapton die de tekst hoog uitdraagt, pompend en roffelend ondersteund door Jack Bruce en Ginger Baker.
Eerst Bilderbeek en nu Wielaert: wat een mooie beschouwingen over de Top 2000! We want more.