In 2024 vierde TivoliVredenburg zijn tienjarig bestaan. In het collectieve geheugen van onze ruim 900 jaar oude stad vloog die tijd voorbij. Dat gold ook voor de crew – en zeker voor mijn gesprekspartners Sytse Wils (teamleider programma) en zijn voorganger Willem van Zeeland. Dat krijg je als je ondertussen 1,3 miljoen bezoekers per jaar door je pand ziet stromen. Maar hoe kwam de samenwerking tussen poptempel Tivoli en het toen nog klassieke muziek-centrum Vredenburg tot stand? Een goed moment om de lagen onder dat verhaal bloot te leggen.
Zeker nu Oudegracht 245 een mooie herbestemming heeft gekregen met het Union House hotel-restaurant, is er alle aanleiding om even achterom te kijken. En daarna kijken we snel weer vooruit. Want wat begon als een gewaagde fusie, is inmiddels een onmisbare pijler in het culturele leven – niet alleen van de stad Utrecht, maar van het hele land.
Hoe hebben jullie de overgang ervaren van het oude Tivoli aan de gracht naar deze internationale ambiance?
SW: ‘Dat was vooral een enorme schaalsprong. Maar een belangrijk deel van je identiteit zit in de mensen – en die zijn grotendeels meeverhuisd, zowel van de Oudegracht als van Vredenburg. Dat stuk van je identiteit ben je ook niet zomaar kwijt.
Wij hebben zelf als oudgedienden lang moeten wennen aan de ruimte tussen de zalen; het duurde een paar jaar voordat we het gevoel van een luchthaven of een groot winkelcentrum kwijt waren. Zodra je een zaal instapt, is dat gevoel weg – mede door het fantastische geluid. Als we dat vergelijken met het oude Tivoli: onder het balkon bijvoorbeeld was het geluid niet goed te krijgen.’
Sytse gaat verder: ‘Natuurlijk krijgen we weleens een sneer van een oude rockhead: Het is niet meer wat het geweest is. Maar kijk wat we hier allemaal neerzetten – ook buiten de muziek. Samen met Lieke Timmermans, die de non-music programmeert, maken we echt verbinding met de samenleving. En via de nieuwe entree aan het Vredenburgplein kan iedereen van dinsdag tot en met zaterdag gewoon binnenlopen voor koffie, een krant – een beetje de bibliotheekvibe.’
Een kern van positieve energie
De openingsdag op 21 juni 2014 was meteen raak: vijf zalen, veertig optredens voor in totaal zo’n zesduizend man. Utrecht had er in één klap een nieuw cultureel hart bij. De koning opende met een ferme slag op een gong en kreeg tijdens de rondgang langs de zalen een dj-clinic van resident dj Paul, die zich overigens sinds 1998 geen avond ziekgemeld heeft. Jaarlijks komen er op de Vredenburgkade ruim een miljoen bezoekers op concerten, festivals, debatten en dansnachten af. Tien miljoen mensen vonden al hun weg naar binnen.
Maar de keerzijde van succes is soms de prijs. Zeker in een tijd waarin alles duurder wordt. ‘Prijsstijgingen zitten nog niet aan het plafond,’ zegt Willem van Zeeland. ‘Ik weet nog dat in 1998 tickets voor David Byrne in de voorverkoop gingen en dat de reactie was: ‘Dat kán toch niet, veertig gulden! Dat zijn Vredenburg-prijzen!
Sommigen vergelijken de prijs van concertkaartjes met die van dure sportevenementen, zoals de Formule 1. Ja, als dat jouw horizon is? Ik hoop maar dat het lukt om die toegankelijkheid te blijven waarborgen.’
Willem van Zeeland heeft voor ‘cultureel angehauchten’ trouwens een jaloersmakend cv. Zijn ervaring bij Tivoli nam hij mee naar het Nationaal Pop Instituut, en later mocht hij onder meer de VPRO en Koninklijk Theater Carré tot zijn werkgevers rekenen.
Sytse Wils – die via ‘voor- en achter de bar,’ vrijwilligerswerk en een Melkertbaan ook alweer sinds 2003 bij de club betrokken is – ziet gelukkig nog veel ruimte voor ‘ontdekkingsmuziek’: kaartjes van 15 tot 20 euro, in genres als singer-songwriter, indie en metal.
We zullen er aan moeten wennen dat een ticket net zoveel kost als uit eten gaan in een goed restaurant. En waarom ook niet – als je de hele avond prima en op niveau vermaakt wordt?
Waar ligt voor jullie de balans tussen artistieke visie en publieksbereik?
SW: ‘Die twee gaan hand in hand. Natuurlijk denk je bij populaire acts weleens: past dit binnen onze artistieke koers? Maar als je er écht voor iedereen wilt zijn, maak je ruimte voor de luisteraars van Qmusic én voor de avant-garde die alleen dankzij subsidie kan bestaan. Die balans is een groeiende uitdaging en zorg – de muziekindustrie is in tien jaar tijd veel commerciëler geworden. Ticketprijzen stijgen, VIP-pakketten en betaalde meet & greets zijn nu normaal. Ik vind het af en toe best moeilijk mij daartoe te verhouden – dan heb je het over toegankelijkheid.’
WvZ: ’In het oude Tivoli betekende minder subsidie al meer eigen inkomsten genereren. We gingen van vrijwilligers naar betaalde medewerkers. Gelukkig ging het economisch goed en konden we de winst van populaire avonden investeren in experiment en verdieping.
En die mix blijft belangrijk. In Vredenburg stonden elk jaar ook Frans Bauer, Benny Neyman en Rob de Nijs – dat soort artiesten zag je destijds niet in Tivoli.’
SW: ’Als programmeur ben je ook een liefhebber met missiedrang: je wilt mensen iets laten horen dat ze nog niet kennen. Goede popzalen – net als in jazz en klassiek – verdienen hun bestaansrecht mede door hun nicheprogrammering. Maar er zijn nog communities die we beter willen bereiken. Global music, bijvoorbeeld – vroeger ‘wereldmuziek’ genoemd. Dáár is nog veel te winnen. We willen jonge Utrechters met een bi-culturele achtergrond meer naar binnen krijgen.
Wat ik bijzonder vind, bijvoorbeeld bij Nawafiz, is om te ervaren is wat muziek nog meer losmaakt, naast emotionele beleving. Het gaat ook zó sterk over identiteit. Mensen worden meegenomen naar een diepere laag, dat maak je bij een gemiddeld popconcert niet mee.’
Veerkracht is ook een kunstvorm
De cultuursector kreeg het tijdens corona zwaar te verduren – vooral bij de makers en zzp’ers vielen harde klappen. TivoliVredenburg had ook ‘een best pittige tijd,’ althans, zo zal het klinken als je het ze vraagt. Ze zijn trots op hun IJzeren Podiumdier – een onderscheiding door vakbroeders, die ze in 2021 kregen voor veerkracht en inventiviteit.
Maar eerlijk is eerlijk: bij TivoliVredenburg kwam niemand van de vaste dienst-makkers op straat te staan. Dankzij forse overheidssteun bleef het feest tot het einde van de coronatunnel gaande. Al vroeg in het jaar was duidelijk dat er zelfs zwarte cijfers geschreven zouden worden. Geen volle zalen, maar wel gegarandeerde inkomsten en relatief lage uitgaven.
TivoliVredenburg overleefde de storm – misschien zelfs iets comfortabeler dan op andere plekken in de sector.
In 2023 volgde nog een eenmalige overheidsinjectie van 800.000 euro, vanwege torenhoge energiekosten. Cultuur mag dan inspireren, ze draait nog steeds gewoon op gas, licht, water én subsidie.
Het jubileum opende in 2024 met het gloednieuwe Nawafiz: het eerste Utrechtse festival voor (progressieve)Arabische muziek/cultuur. Een jaar later, op 25 juni 2025 was er Don’t Stop Talking About Palestine – een avond vol muziek, dans en debat. Samen met EKKO, dB’s, De Helling en Oxfam Novib. Op het affiche: Glen Faria, Lakshmi, Gharib en Spinvis. Natuurlijk Spinvis. En John Coffey – herrie van de beste bekervanger.
Programmering die laat zien dat TivoliVredenburg zich niet alleen richt op het feest, maar ook op de vragen die daar soms onder liggen.
We missen het oude Tivoli ook nog weleens
Terugblikkend was de houtje-touwtje charme van die oude zaal aan de gracht onvervangbaar. In de aanloop naar de verhuizing werd in 2014 groots afgezwaaid met een reeks afscheidsconcerten onder de titel Tivoli Tijdloos. 3voor12 zette nog één keer veertig iconische shows op een rij, waaronder: Nirvana, REM, The Pogues, Eels, Rockbitch, Spinvis, Pearl Jam, Solomon Burke en Prince.
Voor wie erbij was, blijven het heilige herinneringen. Voor wie te laat geboren is: YouTube is je vriend.
Tien jaar radicaal open – geen marketingpraat
Directeur Jeroen Bartelse zei het bij het jubileum treffend: ‘Tien jaar radicaal open.’
En nee, dat betekent niet dat de deur openstaat voor iedereen die een beetje noten kan kraken. Het betekent dat zowel puber als pensionado, shoegaze-nerd als Bach-liefhebber graag terugkomen. Hij zag een gebouw voor zich dat laagdrempelig en toegankelijk is voor een breed en divers publiek. ‘Met een uitnodigende uitstraling, vanuit welke richting je ook komt aanlopen – een transparant baken.’ Zo’n plek waar je heen wilt, waar je jezelf mag zijn, en waar – als de samenleving zichzelf even niet meer snapt – nog iets van ontmoeting mogelijk is.’
Mooie woorden die je terug ziet in de programmering en in de praktijk.
Archiefbeelden
Bij ‘archief’ denken veel mensen: ‘stoffig’, ‘oude mannetjes’. Dan zitten ze er ditmaal ver naast. Het Utrechts Archief opent vanaf februari 2026 een expositie over de geschiedenis van het oude Tivoli. Iedereen met ook maar één nostalgische draad in zijn donder rept zich dan naar de Hamburgerstraat.
Wat zouden jullie TivoliVredenburg over tien jaar toewensen?
WvZ: ‘Ik hoop dat we over tien jaar nog steeds in een vrije en open wereld leven. Dat Utrecht een plek blijft waar een TivoliVredenburg – open en toegankelijk – vanzelfsprekend is, en waar dat op een goede manier samenvalt met de tijdgeest.’
SW: ‘Ik denk dat alles in golfbewegingen komt en dat het daarom juist zo krachtig is wat we hier proberen te doen. Ook tegen de stroom in blijven verkondigen dat dit een open plek is waar verschillende meningen mogen botsen. In de politiek lijken we soms in een infantiele wereld terecht te zijn gekomen en omdat het zo infantiel is, denk ik dat het ook van voorbijgaande aard is.
WvZ: ‘We moeten ons op een andere manier gaan verhouden tot onze koloniale geschiedenis, tot ongelijkheid in de wereld. Er zijn geen simpele oplossingen, het begint bij bewustzijn.
Boys will be boys, we sloten het interview af met persoonlijke anekdotes als fans, waarbij Willem het onvoorspelbare karakter van Claw Boys Claw-frontman Peter te Bos aanhaalt. Daar hebben ze bij TivoliVredenburg wat mee te stellen gehad.
Deze verslaggever kan hierover meepraten. Tijdens de opname van Spijkers met koppen in café Florin liep te Bos tijdens het optreden binnen de straat op en het geluidsteam had hem maar te volgen.
Sytse herinnert zich een magisch moment met Feist in de Ronda: een ingetogen, vervreemdende start op een mini-podium, de spanning voelbaar. Tot ze een dagboekfragment voorlas (door een ‘fan’ uit iemands tas gehaald), het doek voor het hoofdpodium viel – en de volledige band daar ineens stond.
Zoals Rudeboy ooit zei: ‘Een goed live-optreden moet iets onverwachts bevatten.’
Waarom dit allemaal ertoe doet
We leven in een tijd waarin het wij-zij-denken hoogtij viert. Wantrouwen groeit, hokjesdenken rukt op en algoritmes duwen ons terug in ons eigen gelijk. Juist nu zijn er plekken nodig waar meningen zich mengen, waar mensen luisteren, twijfel toelaten – en elkaar in de ogen kijken.
TivoliVredenburg is zo’n plek: een ‘Wees welkom’-plein in een gepolariseerd landschap, een huiskamer die soms in zijn voegen kraakt, maar ook fluisterzacht verbindt. Waar we elkaar nog gewoon tegenkomen, in levenden lijve – en misschien zelfs verstaan. Niet alleen een podium voor muziek, maar een podium voor het samenleven zelf.
Laten we dat koesteren.
Laat uw reactie achter
Reactie