Als we op een mooie zaterdag op het terras van Madeleine op ’t Wed zitten, lopen drie vrouwen naar buiten. Nadat een hen om een vuurtje vraag, raken we in gesprek. De drie hebben de Open Tuinendag bezocht. We bespeuren een accent en nemen aan dat zij uit de provincie komen. Dat blijkt maar gedeeltelijk waar. Want een van hen vertelt dat ze al jaren in Utrecht woont.
“Ik ben Margriet Broekman en mijn man Tom komt zo, Hij haalt mijn telefoon op die ik ergens heb laten liggen.” “Oh wat leuk, dan ga ik hem polsen voor een verhaal in de NUK.” Wanneer Tom terugkomt, vraag ik hem. “Dan moet je mij niet hebben, maar Margriet, mijn vrouw. Zij is de stille kracht achter het succes van Broekman, zij is mijn inspiratie.” Margriet en ik trekken de agenda’s.
We spreken af op kantoor boven De Rode Winkel. Aan de muur hangen oude foto’s van het bedrijf en van de familie Broekman. De zaak Broekman bestaat al sinds 1837. In 1976, na de oliecrisis kwam Tom in het bedrijf van zijn vader. Hij geloofde in de toekomst, maar het zoontje van de baas moest op tweeëntwintigjarige leeftijd wel een aantal medewerkers ontslaan om te kunnen overleven. Tom nam de zaak over, zijn broer en zus hadden geen feeling met de zaak noch met het ondernemen. Bovendien wilde vader Thom één kapitein op het schip. Kleine Tom wist, toen hij nog maar 4 jaar oud was, dat hij in het bedrijf van zijn vader wilde werken. De boeren uit de omgeving van Utrecht kochten hun zondagse pak bij Broekman en de werkkleding aan de overkant van de straat bij De Rode Winkel. De klompen werden voor de deur van de zaak uitgedaan. Chauffeur Kees bracht de bestellingen rond en vaak ging kleine Tom met hem mee. “Van Kees heb ik leren vloeken”, herinnert Tom zich. Maar het gaat niet om mij maar om Margriet. “Zij is de vrouw naast, achter en voor mij” zegt Tom.
“Van de vier kinderen uit ons gezin lagen er drie in het ziekenhuis”
Margriet, geboren in Mierlo in Noord-Brabant, komt uit een gezin met zes kinderen. “Ik zeg altijd zes, hoewel een broertje overleden is tijdens de A-griep epidemie in 1958/59. De A-griep sloeg meedogenloos toe, ook in het zuiden van Nederland. Van de vier kinderen uit het gezin lagen er drie in het ziekenhuis. De jongste, Jules van anderhalf overleed eraan. Negen maanden later ben ik geboren. Ik ben dus echt een ‘vervangingskind’. Cornelis van tweeëneenhalf liep door het virus longemfyseem op en de artsen dachten dat hij niet ouder zou worden dan zes jaar. Hij lag soms weken in het ziekenhuis, daar kregen we niet al te veel van mee, het hoorde erbij dat hij er soms niet was. Hij had een andere jeugd dan wij, de latere kinderen uit ons gezin. Bij ons werd nooit gesproken over wat Cornelis niet kon, maar wat hij wel kon. Wij hockeyden en mijn broertje ging zeilen. Mijn grootvader was Meester Kuiper (vatenmaker-red) en toen de belangstelling voor vaten terugliep is zijn zoon Jan, die het bedrijf voortzette, overgestapt naar het bouwen van boten. “Als ergens water in moet blijven kan ik er ook voor zorgen dat het er niet inkomt”.
“Cornelis heeft nog 22 hele goede jaren in geleende tijd geleefd”
“Cornelis haalde moeilijk adem en zijn zwoegende ademhaling kan ik nog horen. Hij kon nooit meedoen met verstoppertje omdat zijn ademhaling hem ogenblikkelijk verraadde. Over mijn overleden broertje is nooit gesproken in ons gezin, het was nu eenmaal zo. De aandoening aan zijn longen heeft Cornelis zijn leven beheerst. In 1990 werd in Nederland de eerste dubbele longtransplantie gedaan. Dat zou voor Cornelis ook de weg naar een betere kwaliteit van leven kunnen zijn. Het wachten was op een geschikte donor. Mijn een na oudste zus heeft jaren geleefd met een koffertje dat klaarstond om meteen te kunnen vertrekken zodra er een long beschikbaar zouden zijn. Het klinkt hard maar realistisch, in het voorjaar en de zomer komen vaker longen beschikbaar. De beste donoren zijn motorrijders, ze zijn jong en op slag dood. Op een mooie lentedag had ik een raar gevoel dat het vandaag wel eens zover kunnen zijn. Op de leeftijd van bijna 40 heeft Cornelis een geslaagde longtransplantatie ondergaan. Hij wist eerst niet zeker of hij het wel wilde. “Ik heb nu nog twee jaar en een longtransplantatie slaagt wel of niet. Ik kan dan niet meer terug.” Na de operatie belde ik mijn broer en ik hoorde hem niet meer ademhalen. “Ik mis het niet”, zei hij laconiek. Hij had zichzelf ook altijd horen ademen. Mijn broer heeft nog 22 hele goede jaren in geleende tijd geleefd. In 2019 was het op, maar hij heeft ons iets heel moois nagelaten: een hele fijne schoonzus. Een virus uit 1959 dat onze levens zo heeft beheerst, het kwam allemaal weer boven toen Corona rondwaarde.”
“Toen de hoogleraar op een dag de deur op slot draaide en zijn broek liet zakken was voor mij de maat vol”
“Toen ik 25 was, ging ik naar Leiden waar ik een baan vond als secretaresse van een hoogleraar Anesthesiologie, een man van naam en faam. Ik mocht hem graag en had een heerlijke baan. Onverwacht kwam door deze baan een moeilijke periode in mijn leven. De man kon zijn handen niet thuishouden. Ik maakte hem duidelijk dat ik niet was gediend van zijn avances. Toen hij op een dag de deur op slot draaide en zijn broek liet zakken was voor mij de maat vol. Ik wilde dat het stopte en heb mij ziek gemeld. Ik ben er ook echt ziek van geweest. Tot op de dag van vandaag heb ik er nog last van. Ik sta bijvoorbeeld nog steeds niet graag op een roltrap met mensen achter mij. Ik heb mij ziek gemeld en ben naar de Onafhankelijk Personeelsadviseur van de Universiteit gestapt. Die bagatelliseerde de zaak en zei dat ik maar ontslag moest nemen. Wie was ik? De secretaresse tegenover deze hoogleraar, wie zou mij geloven?”
“Het idee alleen al dat ik naar Leiden moest, maakte me ziek”
“Het enige wat ik wilde was dat het bestuur van de Universiteit Leiden wist wat deze man had gedaan en verder wilde ik niets. Hij hoefde niet ontslagen te worden of wat dan ook. Het duurde ruim een jaar voordat het gesprek met het bestuur van de Universiteit plaatsvond. Tom en ik woonden inmiddels in Vleuten en hadden net onze dochter Pauline gekregen. Tom en onze advocaat hebben het van mij overgenomen, ze zijn samen naar Leiden gegaan uit mijn naam. Ik kon het niet. In de auto moest ik al overgeven bij Abcoude. Het idee alleen al dat ik naar Leiden moest, maakte me ziek. Het bestuur leek het het beste dat mijn arbeidscontract ontbonden zou worden. Dat was de enige reactie.”
“Daarom zeg ik altijd, niets doen is geen optie”
“Met de Me Too-affaire kwam de hele geschiedenis weer boven en ik blijf heel alert, ook voor ons personeel. Zo hebben we een mannelijke werknemer gehad die vrouwen in ons bedrijf lastig viel. Zij wilden zelf geen aangifte doen. Dus heb ik de politie gebeld en gevraagd wat wij konden doen. De zedenpolitie zei: “We zouden graag zien dat werkgevers allemaal zo alert zijn en dat zij melding doen voor hun personeel.” Ik wist hoe machteloos je je kon voelen en hoe alleen. Maar je hebt altijd een keuze. Intimidatie, van welke aard dan ook, moet je aankaarten. Daarom zeg ik, en dan ik het niet vaak genoeg doen, altijd bespreekbaar maken! Niets doen is geen optie.”
“Ik leerde Tom kennen via mijn oudste zus en haar man. De vader van Tom had één grote hobby: kerk orgels en orgelmuziek. Eenmaal per jaar organiseerde hij een reis voor orgel muziekliefhebbers naar Duitsland en Noord-Frankrijk. Hij vond zijn Frans niet goed genoeg om een dergelijke reis te organiseren en besloot een cursus te volgen bij de Alliance Française in Zeist. Hij en de docent waren de enige mannen in een cursus die voornamelijk door vrouwen werd gevolgd. Ze hadden een klik, beiden hielden van wijn en een Bourgondische levensstijl en raakten bevriend. De docent was mijn zwager en op een verjaardag van mijn zus heb ik Tom ontmoet.”
“We hadden nooit kunnen bedenken dat Tom en ik zo goed samen zouden kunnen werken”
“Kort nadat ik mij in Leiden had ziek gemeld begon de professor mij te bellen. Soms wel dertig keer op een dag. Daarom ging ik met Tom mee naar de zaak. Mijn ervaring als secretaresse kwam goed van pas. Ik zag de stapels papieren op het bureau van Tom, kocht twintig hangmappen en ben begonnen de chaos te ordenen. Zo ben ik langzaam in de zaak gerold, maar ik heb nog nooit van mijn leven een paar sokken verkocht. Het is was niet bedoeling dat ik in de zaak zou komen werken, maar voor ik het wist, werkte ik er vijf dagen per week. Ik had mijn eigen baan gecreëerd. Inmiddels hadden we drie kinderen. Ik kon zelf mijn tijd indelen en de kinderen naar school brengen en ook ophalen. We hadden nooit kunnen bedenken dat Tom en ik zo goed samen zouden kunnen werken. De zaak groeide en we kregen een aantal filialen buiten Utrecht. Na de nasleep van de kredietcrisis van 2008 werd het in 2013 duidelijk dat we moesten reorganiseren en herstructureren. Door de vele vaste huurcontracten, sommige met een looptijd van tien jaar, was dat niet eenvoudig. We draaiden met verlies.”
“Gaandeweg de gesprekken met de ING realiseerden wij ons dat de bank het op onze panden had voorzien”
“Verhuurders waren niet meegaand. Onze bank, de ING, ging er met een gestrekt been in. Er is geen moment geweest waarop de ING constructief met ons heeft meegedacht. Gaandeweg de gesprekken met ING realiseerden wij ons dat de bank het op onze panden had voorzien. Die vertegenwoordigen een aanzienlijk kapitaal. Toen ING besefte wat de werkelijke waarde ervan was, begrepen ze dat een faillissement van het totale bedrijf niet mogelijk was. Toen zeiden ze: “Dan trekken we het rekening-courantkrediet in, dat kan conform de voorwaarden.” Daardoor zouden we ook geen nieuwe voorraden meer kunnen kopen en een faillissement werd onafwendbaar. In oktober 2014 zijn we met onze drie kinderen een paar dagen naar Schoorl gegaan. Daar hebben we besproken hoe onze toekomst er uit zou zien. De kinderen besloten unaniem om door te gaan: “We zijn Broekmannen en wij zullen laten zien wie wij zijn!” We moesten zelf ons faillissement aanvragen. Staand op een kistje in het magazijn van het hoofdkantoor heeft Tom dit zelf, daags voor de uitspraak van het faillissement, meegedeeld aan onze medewerkers. Hij kreeg applaus van de 113 mensen die toch hun baan gingen verliezen.
Uiteindelijk is het rekening-courantkrediet nooit opgezegd door ING. De curator heeft zich hardop afgevraagd waar het allemaal voor nodig was geweest. We zijn doorgegaan met de twee winkels en bijna 30 medewerkers in onze eigen panden in Utrecht. De zaken waren meteen winstgevend.”
Tom komt binnen en valt in het verhaal van Margriet. ”Zij is de stimulerende kracht geweest. Margriet heeft de boel aan de gang weten te houden. Dat is een grote verdienste van Margriet. Wij zijn mensen van gevoel en samen de schouders eronder zetten. Als iets niet goed voelt, dan doen we het ook niet. Dat is een les uit het verleden. Onze drie kinderen hebben ook hun plek gevonden in ons bedrijf. Pauline is onze oudste, zij is de meest creatieve, zij heeft een visie en bedacht ook de verbouwing van De Rode Winkel. Zij houdt zich bezig met concept&branding. Zij bewaakt het concept van de formules van De Rode Winkel en Thom Broekman. Samen bedenken de kinderen welke kant we opgaan. Alles wordt met elkaar besproken. Wouter is bedachtzamer, wat meer van de prognoses en de cijfers en Daan is van teambuilding, marketing, digitaliseren en social media. We doen het met elkaar. Broekman is het familiebedrijf gebleven dat het altijd, vanaf 1837, is geweest.”
Respect voor dit echte Utrechts bedrijf dat gelukkig uit de klauwen van de ING-hyena’s wist te blijven.
Mooi verhaal. Schrijnend dat deze hoogleraar met zijn gedrag wegkwam. Wat dat betreft zijn er wel flinke stappen gezet.
Respect voor deze vrouw die zich niet heeft laten intimideren door haar baas en die nu werkgever wil zijn waar vrouwen zich veilig bij voelen.
Hier toont zich de kracht van een familiebedrijf. Samen de schouders eronder. Soms worstelen maar altijd bovenkomen.
Margriet wat een mooi stuk en hoe moedig om dit op papier te zetten een voorbeeld voor vele .
Margriet wat ben jij een geweldige vrouw.
Ik ben trots op jou.
Je kan omzien in wrok maar je kan ook je ervaringen omzetten in een positieve en strijdbare houding. Mevrouw Broekman heeft voor het laatste gekozen.
De ervaring met deze misselijk makende Leidse hoogleraar (wie zou dat zijn?) heeft haar niet geknakt. Naar ik begrijp heeft een veilige werkomgeving voor haar personeel grote prioriteit. Ik kan hier veel alleen maar heel veel waardering hebben.
Krachtig en inspirerend verhaal Margriet. Heel mooi hoe de gehele familie de schouders eronder heeft gezet. En wat betreft de me-too affaire: niets doen is inderdaad geen optie! Dank voor het delen.
Indrukwekkend verhaal Margriet.
Tom rn Margriet, est een gooed verhaal. Guus Schrijvers
“We zijn Broekmannen en wij zullen laten zien wie wij zijn!” Prachtig!
In alle opzichten een goed verhaal, knap Margriet (en Tom)!
Margriet is een sterke en moedige vrouw. Tom heb ik altijd beschouwd als een van de beste ondernemers die ik ken: met waardering voor wat is gedaan maar steeds gericht op de toekomst. Dan is Margriet de juiste vrouw. Look at the woman behind the man on the top.
Mooi verhaal, Margriet. En knap dat je dit ook naar buiten hebt willen brengen. Ik ben het zo met je eens dat alles bespreekbaar moet zijn!
Je nicht Hadewych
Mooi en openhartig verhaal… wat ben je toch een mooie mens.. van binnen en buiten!
Dank voor dit verhaal Margriet, heel dapper!
Met respect en vriendelijke groet
Theo