Onze columnisten

Mag het fietsje meer zijn?

Foto: Juri Hiensch

Bram Bet (1989) houdt ervan om complexe zaken in begrijpelijke taal uit te leggen. Hij woont sinds 2007 in Utrecht, waar hij is gepromoveerd in natuurkunde en werkt als data scientist. Hij vindt alles leuk wat met fietsen te maken heeft.

Ik zeg het maar eerlijk: ik ben gek op fietsen. En omdat ik van fietsen hou, hou ik van Utrecht, want Utrecht en de fiets horen bij elkaar als een ventiel en een ventieldopje. De cijfers spreken voor zich.

Zo staat Utrecht al steevast in de top 3 van de Copenhagenize Index, een ranglijst van de meest fietsvriendelijke steden ter wereld. In de editie van 2019 staat Utrecht op positie 3. Op positie 1 staat – je verwacht het niet – Kopenhagen; die notering hoeven we dus misschien niet al te serieus te nemen. Op nummer 2 staat een andere grote Nederlandse stad, al durf ik te betwisten of dronken toeristen op hun Airbnb-leenfietsen de stad fietsvriendelijker maken. Mogelijk hebben de makers van deze ranglijst een belangrijk wapenfeit van Utrecht gemist: in augustus gaat in Utrecht de Vuelta a España van start, waarmee het de eerste stad ter wereld is die een rit in alle drie de grote wielerrondes heeft gehuisvest (Tour, Giro, Vuelta). Zo bekeken laat Utrecht die andere top 3 noteringen al helemaal lichtjaren achter zich.

Dat Utrecht fietsvriendelijk is, dat weten de Utrechters natuurlijk allang. Waar je ook kijkt in de stad, overal zie je fietsen: als een heuse mierenkolonie volgen de duizenden fietsers elkaars sporen kriskras door de stad. En dat kan behoorlijk druk worden. Zo heeft Utrecht het drukste fietskruispunt van Nederland, St. Jacobsstraat-Vredenburg, waar dagelijks 28.000 fietsers voorbij komen. De fietspaden die de fietsers hierlangs voeren (langs Vredenburg en, iets verderop, Smakkelaarsveld) waren in 2017 ook de twee drukste fietspaden van Nederland.

 Je kunt dus wel stellen dat er een heleboel fietsen in Utrecht zijn. Volgens cijfers van Utrecht Monitor heeft 96% van de Utrechters een of meerdere fietsen, wat neerkomt op minimaal 336.000 fietsen, maar mogelijk dus meer. Zo schat de Bovag dat er in Nederland meer dan 22,8 miljoen fietsen zijn, dat wil zeggen, meer dan 1,3 fiets per Nederlander: elk driekoppig studentenhuis heeft gemiddeld nog een kroegfiets om te delen. Daarom kunnen we dus wel veilig schatten dat er in Utrecht minimaal 465.000 fietsen zijn. Zo bekeken zijn die 9 miljoen fietsen in Beijing (Katie Melua, 2005) helemaal niet zo indrukwekkend (op 21,5 miljoen inwoners).

En waar laat je al die fietsen wanneer je er niet op zit? Juist ja, in de grootste fietsenstalling ter wereld! (Maar hoe lang nog?)

Maar waarom hebben we in Utrecht dan zoveel fietsen? Een hypothese: ik vermoed dat we stiekem met z’n allen regel 12 van het Velominati wielerhandboek naleven: “hoewel drie het minimale aantal fietsen is dat men moet bezitten, is het correcte aantal n + 1, waarbij n het aantal fietsen is dat men momenteel bezit”.

Ik heb momenteel 5 fietsen in de schuur staan, maar volgens deze regel zou ik dus eigenlijk 6 fietsen moeten hebben. 

Komend weekend komt er een bakfiets bij… 

Auteur Thirty030
Auteur

Thirty030

Thirty030: dertig Utrechters onder de dertig jaar. Deze dertig verschillende expertises, achtergronden, opleidingen en inzichten zijn de nieuwe woordvoerders van Utrecht. Voor de Nuk schrijft iedere week een Thirty030'er over wat hem of haar opvalt in de stad.

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *