seizoenswerk

Lutke Krub: een ode van Spinvis en Hanco Kolk aan de kleine gemeenschap

Hanco Kolk en Erik de Jonge (r) foto: Keke Keukelaar

Het wonderlijke kerstverhaal ‘Lutke Krub’ is een gezamenlijk project van muzikant Spinvis en striptekenaar Hanco Kolk. In Plato geven ze alvast een voorproefje. De NUK sprak het tweetal voorafgaand aan de voorstelling.  

‘Lutke Krub’ is in vele opzichten een klassiek kerstverhaal (inclusief de Drie Wijzen uit het Oosten, die zich laven aan de beste hasj), maar volgens Erik de Jong (Spinvis) gaat het ‘eigenlijk over de samenhorigheid van kleine gemeenschappen die het Echte Wonder zijn.’ Zeventien prachtige iconen van Hanco Kolk en zeven nieuwe liedjes van Spinvis maken het gesammtkunstwerk compleet. Eerder werkten De Jong en Kolk op deze manier samen bij het album/boek Tot Ziens, Justine Keller (2011).  

In het bomvolle nieuwe pand van Plato vertelt het tweetal op een kille donderdagavond voor een opvallend jeugdig publiek over de totstandkoming van het wonderlijke kerstverhaal en de illustraties. De Jong geeft er een korte samenvatting bij en zingt uiteraard een paar liedjes die bij het project horen. Dat een illustratie op de kop hangt (Kolk: ‘Dan gaan jullie ook maar op de kop staan’) en Spinvis een liedje verkeerd inzet, doet niks af aan de onderhoudende vertelling van het duo. 

Hoe is het om op tournee te gaan met een kerstverhaal? 

Erik: ‘Het is op elke plek weer anders, maar het is altijd leuk. Gisteren waren we in Groningen. Daar komen we sowieso graag. Minder fijn was het dat we door de stromende regen terug naar huis moesten rijden.’ Hanco: ‘Wel grappig was het dat ze geen beamer en projectie hadden en dat we de illustraties toen maar door hebben gegeven aan het publiek.’  

Uit welk brein is het verhaal over Lutke Krub ontsproten?  

Erik: ‘Uit het mijne.’ Hanco: ‘Tijdens een optreden van Spinvis vorig jaar in de Doelen vertelde Erik me erover. Ik was daar ook omdat ik in Rotterdam woon.’ Erik: ‘Het idee is oorspronkelijk afkomstig van uitgever Thomas Rap. Zij hebben de jaarlijkse traditie om boeken of verhalen over kerst uit te geven. Dit jaar vroegen ze mij om een kerstverhaal te schrijven.’

Je bent gewend om liedjes te schrijven. Was dit heel anders?  

‘Jazeker, daar was ik niet op voorbereid. Ik dacht: ‘Dat doe ik wel even’. Niet dus. Bij de tekst voor een liedje kun je verdwalen, je gaat associëren, het mag alle kanten opgaan. Nu was er een duidelijke opdracht: schrijf een kerstverhaal. En in een verhaal moet je dingen echt uitleggen.’ Hanco: ‘We moesten allebei uit onze comfortzone komen. Zo heb ik voor het eerst sinds vele jaren weer in kleur gewerkt en geschilderd, net als bij ‘Tot ziens, Justine Keller’. Dat was wel  spannend!’

Het verhaal en de liedjes zijn mooi geworden, maar de illustraties zijn ook prachtig … 

Erik: ‘Ja, het zijn een soort iconische tekeningen omdat er veel christelijke elementen in het verhaal zitten.’ Hanco: ‘Er zijn ook allerlei verwijzingen naar beroemde schilderijen uit de renaissance, bijvoorbeeld van Holbein en Giotto.’

Waar staat Lutke Krub voor?

Erik: ‘Het is een fictieve plaats ergens in Groningen. Lutke Krub betekent ‘kleine kribbe’. Je kunt ook Lutje Krub zeggen, maar Lutke Krub is ouder en vind ik mooier. Het dorp staat symbool voor een kleine gemeenschap waar geen mensen meer komen en die bijna is uitgestorven. Als het jezusmeisje wordt geboren, denkt iedereen: ‘Een groot wonder!’ Maar er blijkt slechts een klein wonder te gebeuren: de gemeenschap komt weer tot leven. Voor het verhaal moest het een plek zijn ver buiten de randstad.’

Er zitten allerlei verwijzingen in naar moderne zaken, zoals fakenieuws, de invloed van sociale media, computerhacks, Voetbal Inside komt zelfs voorbij. Was het leuk om daar op los te gaan?

Erik: ‘Jazeker. Maar ik heb ook geleerd dat je bij het schrijven van een verhaal snel teveel uitweidt. Je denkt al gauw: ‘Leuke grap, leuke vondst!’ Als de rook is opgetrokken, kan de helft er weer uit. Oorspronkelijk was het verhaal twee keer zo lang. Het is belangrijk om to the point te schrijven. Bij het inspreken van de tekst voel je ook of iets lekker loopt of niet. Dan wordt het bijna muziek en dat is natuurlijk mijn stiel.’

Erik, wat waardeer jij het meest aan Hanco?

‘In een ander leven had ik graag tekenaar willen zijn. Ik maak ook illustraties, maar alleen omdat ik het leuk vind. Niet omdat ik er goed in ben. Als we samen signeren, maakt Hanco in een beweging een fantastische lijn. Het resultaat van veertig jaar dit doen. Ik vind het mooi om iemand aan het werk te zien die zo diep in zijn vak zit. Hanco: ‘Dat heb ik bij jou ook.’ Erik: ‘Zijn stijl vind ik ook mooi, de lijnen van de contouren zijn een beetje geaccentueerd. Daar hou ik van. En, niet te vergeten: niemand kan zo’n mooie vrouwen tekenen als Hanco. Dat is toch een soort meesterproef. Een smid kan een goed zwaard maken, een liedjesschrijver een mooi liedje en een tekenaar kan mooie vrouwen tekenen.’

Hanco?

‘Toen ik 17 was dacht ik: als ik dat niet kan tekenen …’ Erik: ‘Hergé (van Kuifje, MC) kan dat niet.’ Hanco: ‘De grootste uitdaging is om een echte vrouw te tekenen. Een die haar teennagels lakt bijvoorbeeld. Het moet geen pin-up worden. Een mooie vrouw is wel te doen, een lelijke ook, maar daar tussenin is lastig. Echte vrouwen tekenen is intrigerend …’

Goed, we dwalen een beetje af. Hanco, wat spreekt jou het meest aan in het werk van Spinvis?

‘De eerste keer dat ik hem zag optreden was ten tijde van het album Dagen van gras, dagen van stro. Erik speelde toen met de hele band in een klein studiootje. Na elk nummer besefte ik dat ik geen adem had gehaald. Het was letterlijk adembenemend. Elke keer als ik hem zie optreden gaat het heel diep. Natuurlijk wilde ik ook muzikant worden, maar dat is niet gelukt.’

Dat is wellicht de reden waarom er zo’n goede klik is tussen jullie …

Hanco: ‘Ja, al zijn we binnen onze vriendschap het tegenovergestelde van elkaar. Ik trek vrienden graag bij de lurven, Erik gaat gewoon staan en de mensen komen naar hem toe. Fascinerend.’ 

Hoe hebben jullie elkaar eigenlijk leren kennen?

Erik: ‘In Paradiso was jaren geleden een project waarbij elke tekenaar een Nederlands liedje mocht uitzoeken om een illustratie bij te maken. Hanco koos mijn lied ‘Voor ik vergeet’. Hanco: ‘We kennen elkaar precies twintig jaar nu.’ Erik: ‘Is dat zo? Dat moeten we vieren!’

Erik, jij organiseert elk jaar rond de kerst een voorstelling onder het motto: ‘We vieren het toch.’ Waarom besloot je om nu een keer kerstliedjes te schrijven?

‘Het hoort er toch een beetje bij dat je als artiest ooit een kerstplaat maakt. Dat past in de lijn van je carrière. En Spinvis bestaat 25 jaar, dus het werd hoog tijd. Ik wilde iets schrijven over de christelijke kant van kerstmis, de commerciële kant en de familiekant. En ik hoop dat ik iets heb toegevoegd aan al die duizenden kerstliedjes die er al zijn. In ieder geval heb ik er veel plezier bij gehad. Wat ook leuk is: je kunt dit maar een beperkte tijd van het jaar aanbieden. Een soort seizoenswerk dus haha.’

Het zijn ook echte Spinvisliedjes geworden …

‘Ja, dat gaat vanzelf. Het is mijn handschrift.’ Hanco: ‘Maar het zijn ook echte kerstliedjes.’

Het lied over dat treurige kerstboompje wordt misschien wel een kersthit, in navolging van Flappie …

‘Oh god, dan moet ik dat elk jaar gaan zingen haha. Het is een Walt Disney liedje, maar wel op de waarheid gebaseerd. Wij halen altijd een kerstboom bij de kerk in Vreeswijk. Maar we zijn altijd te laat en dan zijn er nog drie of vier kale of kromme boompjes over.’

Om in de kerstsfeer te blijven: wil je nog een boodschap overbrengen met Lutke Krub?

Erik: ‘Niet zozeer een kerstboodschap, het verhaal is meer een ode aan de kleine gemeenschap. Wat kerst betreft: het hoort een beetje bij de traditie om kerst stom te vinden. Mensen worden er depressief van en zijn blij als het voorbij is. Dat begrijp ik wel, maar aan de andere kant: over vijf jaar ben je blij dat je dit jaar kerst hebt gevierd. Want dan is die er niet meer bij, en die niet. Vier het dan toch maar wel.’ 

En jij Hanco?

‘Ik heb er niks mee, een boom met mensen eromheen. Ik ga kerst vieren in Brazilië met mijn zoon en schoonfamilie. 

Erik: ‘Feliz navidad!’


Het kerstsprookje verschijnt in boekvorm bij Uitgeverij Thomas Rap en op Excelsior Recordings in diverse configuraties, telkens met het verhaal verteld door Spinvis. Dat zijn:

1) Een gelimiteerde box – genummerd en gesigneerd – waarin twee lp’s met daarop de zeven kerstliedjes, de vertelling door Spinvis én de 17 iconen in print op 300 grams papier. 2) Een dubbelelpee in een klaphoes met de muziek en het gesproken woord. 3) Als een digipack met twee compact disks en de iconen in het bijgesloten boekje. 4) Digitaal via alle relevante platformen.

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *