Jason Klimoski van STUDIOKCA uit New York is net gearriveerd in Utrecht om de bouw van zijn ‘Skyscraper’ te volgen. Hij hangt nonchalant tegen de leuning van de brug, maar oogt wat vermoeid. En dat klopt ook: de jetlag zit nog ernstig in zijn benen. De komende dagen zal hij met Santiago de Waele, hoofd van het technisch team van de Triënalle uit Brugge, de opbouw van de plastic Walvis in de Catharijnesingel afmaken.
We staan voor ‘Het Gegeven Paard’ bij TivoliVredenburg, waar aanstaande vrijdagmiddag ook de officiële opening wordt verricht. Binnen is het warmer, maar Jason wil er graag bij zijn. Buiten dus. “Bovendien houd ik met deze kou mijn ogen beter open.”
Wat is hij nou eigenlijk? Een kunstenaar of een architect, of iets daar tussenin? “Ik maak dingen. De ene keer maak ik een gebouw, de andere keer een installatie, samen met mijn partner Lesley Chang van STUDIOKCA. Zijn niet alle kunstenaars uiteindelijk makers? Denk het wel.”
Hij oogt laconiek, maar vindt hij het niet bijzonder dat zijn kunstwerk zoveel mensen aanspreekt? “Ik vind het geweldig. Kijk, je ziet het hier nu al gebeuren. Als kinderen langs lopen, dan slepen ze hun ouders meteen mee. Ouders maken er meteen een verhaal van. Het punt met de Walvis is natuurlijk dat je ‘m niet kunt negeren. Hij is daar, hij springt op uit het water. Hij is een statement. De plastic soep in de Oceaan zien we niet. Dat is dus het grote verschil. We hebben deze walvis nodig om ons te realiseren dat we de oceanen vergiftigen met het plastic dat we dagelijks achteloos weggooien. En natuurlijk ook de zeeën, de vissen en aan het eind van de dag natuurlijk onszelf.”
Anderhalf jaar geleden begon Jason op kickstarter.com een crowdfundingsactie om het project te kunnen financieren, maar hoe kwam hij er eigenlijk bij om zoiets te gaan bouwen? “Toen Santiago de Waele van de Triënnale uit Brugge ons vroeg om een installatie of kunstwerk te maken met als thema ‘De Vloeibare Stad’ zijn we gaan brainstormen. Daaruit kwam het idee voort om te laten zien dat de stad in de oceaan verder leeft, vooral de vervuiling ervan, maar dat niemand dat ziet. Dat wilden we dus wél laten zien. Met die crowdfundingsactie haalden we het geld op om daadwerkelijk plastic van de stranden van Hawaii, maar ook van New York en Zeebrugge te gebruiken voor de Skyscraper. Dat was echt een geweldige klus. Dat plastic hebben we naar een grote loods in New York vervoerd, en alles, stuk voor stuk, schoon gemaakt. Heb ik niet alleen gedaan, hoor. Toen heb ik toch wat jongens ingehuurd, die met een hogedrukreiniger aan de gang zijn gegaan.”
‘Sommige stukken plastic die we hebben gevonden, zijn gefabriceerd in de jaren zeventig’
Klimoski vervolgt: “Het gekke is, als ik naar de Walvis kijk, weet ik wel precies welke stukjes we waar en op welk strand hebben gevonden. Er zit bijvoorbeeld een schommelpaard in, van blauw plastic. Echt! Maar ook toiletbrillen, en een hondenhuisje. Het gekke van al die dingen is dat ze vaak gedateerd zijn. Op verpakkingen zie je data. Het meeste is natuurlijk van de laatste tien jaar, maar sommige stukken plastic die we hebben gevonden, zijn gefabriceerd in de jaren zeventig van de vorige eeuw! Bijna vijftig jaar geleden. Aan de teksten op het plastic zie je waar het vandaan komt.”
Het viel al op: de Chinese, Japanse en Koreaanse teksten op mandjes. Zit er ook Nederlands plastic tussen? “Jazeker. En Duits, Frans, Engels. We hebben alle stukjes in onze handen gehad, schoongemaakt en gefotografeerd. Je moet Hawaii maar eens op de kaart opzoeken, en dan bedenken hoe een stuk Nederlands plastic vanuit bijvoorbeeld de Noordzee of de Atlantische Oceaan in de Stille Oceaan terechtkomt. Dat is een hele reis.”
Heeft hij een favoriet stukje plastic? Hij wijst: “Die mok daar. Omdat het één van de eerste dingen was die ik op Hawaï op het strand heb opgepikt.”
Terwijl we in de kou de opbouw bekijken en een beetje ronddrentelen, stoppen er steeds meer mensen op de brug. “Ik vind dit zo’n geweldige plek. Ik begreep dat hier zo’n 38.000 mensen per dag langskomen. Per dag! Wauw! En iedereen kijkt.”
Blij dat de walvis nu in Utrecht staat? “Het was eigenlijk heel gek. We hadden ‘m voor Brugge gemaakt en verder nooit nagedacht wat we er daarna mee zouden doen. Je wilt zoiets niet voor eeuwig in je stad hebben staan, dat begrijpen wij ook wel. Dan is de verrassing weg, en ook de boodschap. Maar toen belde Marleen (van Rijswick, hoogleraar Europees en nationaal waterrecht – red.) van de Universiteit Utrecht. De walvis stond net twee weken voor het Jan van Eijckplein in de gracht in Brugge. Of hij ook naar Utrecht kon komen? Zij was de allereerste. Later belden er nog veel meer steden uit heel Europa. Allemaal omdat ze het zo’n geweldig opvallend goed verhaal vinden om de stad te promoten. Maar daar gaat het ons niet om. Het goede aan het verhaal van Marleen is dat de universiteit van Utrecht al die afvalstromen onderzoekt. Zij is er inhoudelijk mee bezig. En daar sluit de Walvis geweldig op aan. Daarom heb ik meteen ‘ja’ gezegd tegen Utrecht. Jammer voor die anderen.”
Hierna gaat de Walvis toch naar Parijs? “Ja, daar zijn we mee bezig. Ik reis eind van de week naar Parijs. Daarna wil Venetië ‘m hebben, en Tokio. Maar dat moet allemaal nog gebeuren. Nu staat de Walvis in Utrecht. That makes me very happy!”
Laat uw reactie achter
Reactie