Sweet memories

Idolen: op pad naar de wedstrijd

Voetbal is altijd mijn favoriete sport geweest. Jammer dat sommige zogenaamde voetbalfans, te weten de hooligans, het aanzien van deze sport regelmatig bederven. Zulke mafkezen komen alleen maar naar het stadion om herrie te schoppen. Op die manier proberen ze aandacht te trekken en hun lege ego wat valse inhoud te geven. Met grote bekken en vechtpartijen anderen intimideren.
We raken maar niet verlost van zulke barbaren. Dat komt mede omdat menig andere voetbalfan eigenlijk geen echte supporter van de club is, maar een snelle consument. Een consument die, tussen al het andere vertier door, in het weekend even snel een bezoek brengt aan het stadion. Eenmaal in de voetbalarena, wil hij maximaal bevredigd worden. Hij wil veel goals zien en zich opwinden over foute beslissingen van de arbitrage. Onderwijl wil hij beschikken over een comfortabele zitplaats en op zijn wenken bediend worden.
Nog voor het laatste fluitsignaal heeft geklonken, spoedt hij zich naar de uitgang en gaat op weg naar een volgende attractie.
Onder dit soort supporters bevinden zich in de regel geen flinke mensen. Mensen die bereid zijn eventuele rotzooitrappers te corrigeren.
Als ik me vroeger op de tribune van DOS, Elinkwijk of VELOX bevond, dan verbleef ik daar op één van de veiligste plekken van Utrecht.
Als jongere waakte je er wel voor om in het stadion ook maar enige vorm van agressie te bedrijven. Er stonden direct legio omstanders klaar om je een lel voor je harses te verkopen.
Waar jongeren vroeger, al dan niet terecht, door volwassenen werden gecorrigeerd, zijn het nu vaak volwassenen die naar een berisping solliciteren.

Een weekeinde voetbal, halverwege de vorige eeuw, betekende voor mij en vele andere jongeren de afronding van een hele week zelf bezig zijn geweest met deze sport. Al voetballend ging je op weg naar het weekeinde. Naar het hoogtepunt van de voetbalweek: het bezoeken van een wedstrijd van je favoriete club op zondagmiddag.
Uiteraard ging je niet eerder op pad naar het veld, dan na het nuttigen van de warme maaltijd. Gezellig thuis. Wanneer het hele gezin in harmonie verenigd was rond de dampende potten op tafel.
Op zondag waren die potten bij mij thuis consequent gevuld met gekookte aardappelen, spruitjes, draadjesvlees en vette jus. Destijds bepaald geen maaltijd waarvan mijn speekselklieren op gang kwamen.
Het draadjesvlees was zo taai dat het niet klein te kauwen was. Zelfs met een jong, vlijmscherp gebit was er geen beginnen aan. Een wolf zou er nog zijn tanden op stuk hebben gebeten.
Als ik vanaf de eettafel de eerste supporters uit mijn wijk over straat zag trekken, slikte ik, met ware doodsverachting, zo’n heel stuk taai vlees in een keer door. Om er maar vanaf te zijn, want de aanvang van de wedstrijd liet niet op zich wachten.

Als VELOX aan de Koningsweg of DOS in Galgenwaard een thuiswedstrijd speelde, vulde een enorme mensenmassa de straten naar het voetbalveld.
Voor VELOX ving die drukte reeds aan in de omgeving van het Ledig Erf. Aansluitend liepen de Gansstraat en de Koningsweg vol en tenslotte schaarde de hele menigte zich rond het veld in een gemoedelijke ambiance.
Tijdens zo’n wedstrijd deelde een speler wel eens een ‘koekie’ uit. Nimmer een trap die leidde tot een aanvraag voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Tegenwoordig is dat wel anders gesteld.
Een sissy-achtige duik maken of een zuigeling-act opvoeren na het scoren van een doelpunt, waren absoluut uit den boze. De mannen op het veld voelden zich gewoon te stoer voor zulk mietjesgedrag.
Na de wedstrijd verzamelden vele supporters zich in de clubkantine en werd er, onder het genot van een biertje en een sigaretje, met de spelers nog wat nagekaart.
Een deel van de supportersschare spoedde zich, direct nadat de scheids voor de laatste maal had gefloten, naar een sigarenzaak in de Twijnstraat. Rond een uur of vijf ‘s middags maakte daar in de etalage de sigarenboer zijn opwachting. Staande tussen zijn tabaksartikelen, maakte deze handelaar in rookwaren de uitslagen bekend van alle die middag gespeelde voetbalwedstrijden. Met veel vertoon kalkte hij met een stuk krijt de resultaten op een groot schoolbord.
Deze schrijverij lokte buiten voor de etalage afwisselend gejuich en boegeroep uit. Niet zelden, wanneer een concurrerend team had gewonnen, werd er uit onvrede boos op de etalageruit gebonkt. Alsof de sigarenboer persoonlijk verantwoordelijk was voor het ongewenste resultaat.
Aan de hand van de gepresenteerde uitslagen kon eenieder, heet van de pers, zijn totoformulier controleren. Ofschoon de vader van een vriendje van mij weleens een klein fortuin had gewonnen met de voetbalpoule, werden de totoformuliertjes na deze check in de Twijnstraat massaal verscheurd.
Ooit had iemand wel alle reden om op de etalageruit te bonken. De sigarenboer had met zijn bordenwisser een eerdere uitslag weggepoetst en vervangen door de correcte uitslag. In plaats van elf goede kruisjes, had de boze man er nu slechts tien goed. Ook hij kon toen zijn formuliertje versnipperen. Dat was pas echt voetbalbeleving.

Toen begin zestiger jaren The Beatles en The Rolling Stones met hun opmars begonnen, was ik geruime tijd van het voetballen af. Vanaf het allereerste moment liet ik mijn haren groeien tot over mijn kraag. Zij werden mijn nieuwe idolen. Eerst zocht ik daarbij passende kleding in de stijl van The Beatles. Weer wat later, toen ik The Rolling Stones toch meer waardeerde, een ruigere outlook.

Voor meer van mijn verhalen, klik hier.

Auteur Bert Plomp
Auteur

Bert Plomp

Laat uw reactie achter

Reactie

1 reactie

  • jos stelling schreef:

    Ook de optocht van voetbalsupporters door de Adriaen van Ostadelaan op zondagmiddag hoort bij mijn jeugdherinneringen. Ik hoefde niet naar het stadion want door mijn kamerraam hoorde ik of Utrecht (DOS) gescoord had en meer hoefde ik niet te weten. Aan het sloffen van de supporters op de terugweg wist ik zeker dat ze dan verloren hadden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *