De nieuwe EP ‘De Pondertone Tijdmachine’ leidt zanger/gitarist Patrick Tersteeg naar zijn oude schetsboekjes. ‘Een paar krabbels hier, een paar krabbels daar. En daar een lijn in vinden. Dat vind ik veel mooier dan schrijven met een doel.’ Op zaterdag 30 maart wordt het album gepresenteerd in theatercafé De Bastaard.
Van de week nog bladerde Patrick Tersteeg thuis in zijn woning aan de Hopakker schetsboekjes van twintig jaar geleden door. Als voorbereiding op een optreden in De Bastaard, het Utrechtse theatercafé waar het met zijn band Pondertone allemaal begon.
‘Ik kwam een citaat van Edgar Allen Poe tegen. Hij schreef ergens in een verhaal dat een schrijver zich geen zorgen hoeft te maken over de moraal van het verhaal. Dat kun je rustig aan de lezer en de criticus overlaten. Dat vond ik heel erg mooi, omdat ik de afgelopen jaren vaak met een bepaald idee een liedje ging schrijven. ‘Where did love go’, bijvoorbeeld, een soort protestlied tegen een liefdeloze wereld. Ik had een idee en dat hoefde ik alleen maar af te maken. Maar als ik kijk naar mijn beginperiode: toen werkte ik heel schetsmatig, met een krabbel hier en een krabbel daar. Die veegde ik bij elkaar en er bleek een lijn in te zitten. Eigenlijk vind ik dat veel mooier. Gaandeweg ontstaat er iets en dan moet je vervolgens de juiste woorden en akkoorden bij zoeken. Dat probeer ik nu weer te doen.’
Niet thuis, toch thuis
Back to basics dus. Tersteeg, inmiddels vader van twee basisscholieren, was net van het kleine Tull en ’t Waal naar het grote Utrecht verhuisd, toen hij voor zijn opleiding aan de Hogeschool voor de Kunsten een paar dagen naar Ierland ging. Hij raakte verslaafd aan Dublin. De ontspannen sfeer, net Utrecht. ‘Ik heb er een liedje over geschreven. Over hoe het is dat je ergens niet thuis bent, maar je wel thuis voelt.’ Van de reis moest hij van school een verslag maken. Maar dat wilde hij niet, dus nam hij zijn liedje op en diende de cassette in als verslag. De docent vond het heel origineel en Tersteeg kreeg een goede beoordeling. Hij nam ook wat andere nummers met een viersporendeck op, met de bedoeling dit te spelen met de band waar hij toen inzat. De banduitvoeringen klonken niet zoals Tersteeg in gedachten had, waarop hij besloot het dan maar min of meer in zijn eentje te doen.
Dronkenmansgelal
Voor zijn bandnaam sloeg de Utrechter een Engelse thesaurus open en koos twee woorden uit. ‘Vanwege mijn naam moest het ene woord met een P beginnen en de ander met een T. Uit een hele lijst met woorden koos ik Ponder, dat overpeinzen betekent, en het voor zich sprekende tone.’ Hij wilde een woord creëren dat nieuw was én bij hem paste. ‘Dit is echt ideaal, want ik ben nogal overpeinzend van aard.’ Hij ging muziek maken die zijn gedachten weergaf. Zijn dummy, schetsboekje, ging overal mee naartoe. ‘Ik schreef alles op. Van waar een film overging tot een persoon aan de bar met een vlekje op zijn neus en van het nieuws tot dronkenmansgelal. Wat heel inspirerend werkte, was dat ik me in die tijd heel erg eenzaam voelde. Ondanks dat ik heel veel vrienden had. In het bruisende Utrecht voelde ik me net zo eenzaam als in Tull en ’t Waal, waar helemaal niets te doen was. Ik had moeite om de liefde te vinden. Ik dacht heel veel na over wat ik in iemand zocht en ik was er zo mee bezig dat ik bij wijze van spreken niet meer mijn mond open durfde te doen om iets tegen een vrouw te zeggen.’
Empty promises
Opnemen en optreden deed hij samen met anderen, maar zijn eigen creatieve spinsels stonden centraal. Aan ingevingen geen gebrek. Op de kunstacademie keerde hij zichzelf binnenstebuiten. Veel kwam naar boven. Bovendien gebeurde er nogal wat in zijn leven, waar hij vervolgens over schreef. In 2001 pleegde een vriend zelfmoord. ‘Heel ingrijpend vond ik dat. Ik reed over een achtbaan van emoties. Eerst kwam verdriet, toen boosheid en daarna acceptatie. Ik had mezelf ook wel eens afgevraagd of ik depressief was en werd toen echt even op mijn plek gezet. Zo van: dan valt het met mij allemaal wel mee.’ Hij schreef er een liedje over: Empty promises. ‘Tijdens de demo hoor je de tranen in mijn ogen.’ Het nummer is een voorbeeld van de muzikale logica van Tersteeg: ‘Onder het liedje zat eerst een heel zoet gitaartokkeltje. Dat paste helemaal niet. Toen dacht ik: ik ga er een countryliedje van maken, dat past veel beter. Dan krijgt het een soort wrijving tussen een heel emotionele tekst en een soort hoemparitme, dat geeft het nummer een extra lading, maakt het spannend.’
Liedjes slopen
Het eigene van Tersteeg zie je ook in de covers die hij heeft gemaakt. ‘Ik heb er heel lang een hekel aan gehad om covers te spelen, maar toen ik met een paar bandjes echt goede liedjes coverde, zoals van The Velvet Underground of van Daryll-Ann, vond ik het leuker worden. Wel vond ik dat er altijd iets moest gebeuren met liedjes. Zo heb ik een nummer van The Clash helemaal gesloopt en opnieuw opgebouwd. Je zou kunnen zeggen dat dit totaal respectloos is. Maar ik vind het juist wel respectvol. Je sloopt het nummer en er komt iets uit wat nog dichter bij mijn gevoel ligt. Dat is mijn logica: ik herken een bepaalde sfeer, een bepaald gevoel en ga net zolang door totdat ik de muziek zo heb gemaakt dat ie met mijn gevoel strookt. Zodat de tekst past bij de muziek, of andersom.’
Sfeer
Tersteeg wil de sfeer laten horen. ‘Ik denk bijna altijd in albums. Als ik iets schrijf, maak ik niet één liedje, maar een album. Als ik dan een aantal liedjes heb, vind ik het heel leuk als het heel erg afwisselend is. Dat het alle kanten opgaat. Van country-sfeer naar rock. En dat probeer ik dan zo te doen dat de liedjes wel bij elkaar passen, bij elkaar horen. Ik kan niet zo goed tegen eenvormigheid. Binnen één liedje volg ik meestal wel één lijn, maar bij meerdere liedjes vind ik het prettig als de smaak wat breder is. Het zullen geen levensliederen worden en ook geen snoeiharde techno of metal, maar verder kan het alle kanten op. Ik heb wel eens modern klassiek gemaakt, samen met toetsenist Tom Swart. Met een sample en dan een minimalistisch arrangement erbij. In het nummer Planet goes boinggg zitten samples van David Bowie en de film Planet of the Apes. Ik heb het basisarrangement gemaakt en Tom heeft daar een blazersarrangement bij geschreven. Het laatste stukje van het nummer is een totaal vrije improvisatie van alle blazers. De melodie gaat een bepaalde kant op, maar op een zeker moment is het gewoon: zo hard mogelijk spelen. Dat is echt geweldig! Ik vond het heel gaaf om te maken. Als het dan lukt om dit allemaal op te nemen zoals ik het in mijn hoofd heb, is dat heel bijzonder.’
Singer-songwriter
Ooit had Tersteeg het naar eigen zeggen ‘naïeve idee’ om in 25 jaar twintig albums te maken. Het werden er vijf. Hij begon voortvarend met twee totaal verschillende albums. Na ‘Selotape Frankenstein’, een vergaarbak van geluiden, rauwe gitaren, drumcomputers en samples, kwam ‘Silence is now’, met akoestisch singer-song-writer-werk. Een album dat op een bijzondere manier ontstond. Tersteeg wist niet eens dat er zoiets als singer-songwriter bestond. Een opname van een optreden op een singer-song-writer-avond in Awater had hij ingestuurd voor De Kleine Prijs van Utrecht in 2001. Prompt won hij een dag studietijd bij producer Martijn Groenenveld van Mailmen Studio’s. ‘In de studio namen we zes liedjes op met gitaar en zang. Martijn was er veel meer tijd aan kwijt dan ik had gewonnen. Blijkbaar vond hij het allemaal hartstikke leuk. Thuis hebben we allerlei andere partijen opgenomen, zoals piano en contrabas. Dat heeft mijn producer Roel Jorna er allemaal bij moeten mixen. Dat werd Silence is now.’
Frustratie
Maar vervolgens ging het maken van albums Tersteeg niet snel genoeg. Het duurde met gemak drie jaar. Hij was daar zo gefrustreerd over dat hij met Tom Swart afsprak om tijdens de vervaardiging van een nieuw album geen nieuwe nummers te maken. ‘Achteraf gezien was dat creatieve zelfmoord. Daarbij kwam dat het project helemaal uit de hand liep. We hadden allemaal grootscheepse arrangementen bedacht. Gitaristen die partijtjes opnieuw in moesten inspelen. Alleen de basistracks werden al op acht sporen opgenomen. Dan moest de rest er nog bij. Daar zijn we zes jaar mee bezig geweest. Het ging nergens naartoe en op een gegeven moment zei ik: ‘Ik heb toch een paar nieuwe nummers.’ Tom bleek ook ideeën te hebben, waarna we het album From Now On (2015) hebben gemaakt.’
Paradiso
Ondanks dat het anders liep dan hij had verwacht, blikt Tersteeg tevreden terug op 25 jaar Pondertone. ‘Al vind ik dat ik te weinig albums heb gemaakt; ik ben wel blij met wat we hebben gedaan.’ Legendarisch waren de concerten in de bovenzaal van Paradiso. ‘Dat is heilige grond, fantastisch. Ik waande me in de buurt van de groten der aarde, al klinkt dat heel pretentieus. Het waren vooral leuke avonden, echt ontzettend rock & roll. Er hangt iets in de lucht daar.’ Hij speelde meerdere keren in de Ekko, in het oude Tivoli bij een eerbetoon aan Herman van Veen en in het voorprogramma van Kaizer’s Orchestra, een optreden dat hem de liefde bracht. Op die avond leerde hij Christine beter kennen, de vrouw met wie hij trouwde en twee kinderen zou krijgen.
Dummy’s
Een paar jaar geleden kwam hij erachter dat hij weinig meer in zijn schetsboekjes tekende en schreef. ‘Ik ging er over nadenken: hoe kwam het? Het lag voor de hand om een vaste baan en een gezin de schuld te geven. Dat werkt inderdaad niet mee, maar de belangrijkste reden dat er niets in de dummy’s staat, is dat ik er niets in opschrijf. Redelijk recent ben ik weer echt actief in de dummy aan de slag gegaan. Dan begint van alles te kriebelen.’ Voor zijn EP De Tijdmachine heeft hij zes liedjes opgenomen die hij in de begintijd van Pondertone schreef. Eén van die nummers heeft hij nog nooit opgenomen, de andere vijf zijn in een nieuw jasje gestoken. Hij brengt ze ten gehore met zijn band, die bestaat uit Roel Jorna en Jeroen Pelgrom, die er in de beginjaren al bij waren, bassist Peter Tol en drummer Erik Rinsema. Pondertone treedt op in huiskamers, op kleine festivals en in kroegen waar hij vroeger ook stond, zoals theatercafé De Bastaard. ‘Ik heb weer echt plezier in het spelen. Dat merkt het publiek kennelijk ook. Het is nieuwe energie. Vreemd genoeg schijnen de liedjes vrolijker te klinken, terwijl ze toch redelijk melancholisch zijn.’
Ironie
Als Tersteeg het over De Tijdmachine heeft, spreekt hij over ‘Die goeie ouwe tijd’. ‘Dat is ontzettend ironisch natuurlijk. Er zijn mensen doodgegaan, mensen weggegaan. Relaties gingen niet aan of gingen uit. Maar het is voor mij wel belangrijk om over het verleden na te denken. Van die melancholie word ik een soort van blij.’ De zanger neemt het publiek mee in de ironie. In een filmpje op Youtube hoor je hem een optreden introduceren: ‘Ik zou bijna zeggen, we gaan het gezellig maken, maar dat is helaas niet zo. We gaan zorgelijke liedjes spelen, met een lichtpuntje aan het einde.’ In het verleden dacht hij wel eens over stoppen na. ‘Vijftien jaar geleden was Pondertone echt een therapie voor me. En nog steeds denk ik: tja, als ik stop, wat moet ik dan? Het is wat ik doe, het is hoe ik denk. Ik ben ook illustrator, maar als ik op straat een voorwerp zie liggen met een rare kleur, dan is mijn eerste ingeving niet om het te tekenen. Nee, ik maak er het liefst een liedje over.’
De presentatie van de nieuwe EP vindt plaats op zaterdag 30 maart in theatercafé De Bastaard aan het Jansveld. De avond begint om 20.00 uur. Tersteeg speelt samen met bandleden Roel Jorna, Jeroen Pelgrom, Peter Tol en Erik Rinsema onder meer alle liedjes uit de Tijdmachine. De EP wordt uitgegeven in een genummerde en gelimiteerde editie. Bezoekers kunnen ter plaatse de EP kopen, maar De Tijdmachine is ook nu al te bestellen.
Laat uw reactie achter
Reactie