Een Fieldlab-kroegentocht met Utrecht als testlocatie. Komende woensdag gaat het los, voor vier dagen. Online hebben zich een half miljoen gegadigden gemeld. Er is duidelijk sprake van een capaciteit overschrijdende behoefte. 3000 gelukkigen kunnen er naar binnen, en ook nog in timeslots, als proefkonijnen voor cafégedrag. Zij blij, lekker lallen tegen de lockdown. Het geeft toch ook aan hoe benauwend de situatie is. Utrecht komt er weer leuk mee op de kaart, maar landelijk moeten nog duizenden cafés dicht blijven voor miljoenen stamgasten. De proef is pas geslaagd als álles weer open kan.
Voor het experiment is een speciale Fieldlab-keten uitverkoren: Café ’t Oude Pierement, Wijnbar VinVin, Ubica, De Beurs en Café Hofman. Het is een bewuste gemeentelijke keuze voor drie grote zaken en twee kleine. Er wordt in het land wat afgebouwd aan testlocaties, maar de gemeente heeft afgezien van de inrichting van een eigen stadscafé: Chez Sharon.
Een woordvoerder van de Utrechtse gemeente legt uit: ‘Dit is vooral een test op het gedrag van cafébezoekers, met die inzichten kan de horecasector bepalen hoe zaken weer verantwoord kunnen worden geopend.’ Maarten Lörtzer van TNO zegt: ‘Er wordt gemeten en geobserveerd.’ Dit onderstreept heel goed waarom de keuze voor de nationale kroegenproef is gevallen op de stad van kennis en cultuur. Virologe Marion Koopmans hoeft er niet opnieuw voor naar China te vliegen.
Ik heb geen zin in een digitale ratrace naar het café
Nóg wordt het niet helemaal zorgeloos voor de uitverkoren kroegtijgers. Hangen aan de bar is er niet bij, ze moeten aan tafels gaan zitten en met mondkapjes op naar de plee. Bij overtreding van de regels zullen de onderzoekers niet ingrijpen, dus dat valt wel weer mee: de speciale gasten kunnen het leed van maanden opsluiting gezellig wegdrinken en gewoon gezond dronken worden met elkaar. Ik schrijf dit op de passende afstand van een zelf gekozen isolement in Zeeuws-Vlaanderen. Ik heb geen zin in een digitale ratrace naar het café, laat me liever niet meten en observeren. Het verlangen neemt wel toe naar een vrije rondgang langs mijn eigen lokalen: Willem Slok, Orloff, Primus en Binnen Best.
Het is juist in dergelijke cafés dat vorig jaar wetenschappelijk een enorme kans is gemist. Het was in de late lente dat alles na de eerste golf weer begon te draaien, zij het ook met beperkingen. Heeft toen niemand van de gemeente en TNO zitten opletten in Utrecht? Álles was open en er was veel te meten. Uit eigen observatie kan ik in de samenwerkende testpartijen dit rapport over het horecagedrag meegeven: de cafés bleven meer dan half leeg, omdat veel mensen het nog niet aandurfden om te komen, door de afstand tussen de tafels ging er veel intimiteit verloren en in een ambiance van gehalveerde gezelligheid moest het personeel vaak voor politieagent spelen om mensen van elkaar te scheiden die toch te intiem werden.
Gelet op dit onderzoek is de opzet van de komende Fieldlab Barproeverij in Utrecht nogal dubieus. Met de zuinige selectie van vijf etablissementen is een flessenhals gecreëerd met een maximale bezetting per tijdslot. Het is totaal iets anders dan spreiding over alle Utrechtse cafés met publiek dat er voor kan kiezen om op een tijdstip naar keuze spontaan binnen te lopen – precies wat de mensen doen die niet ver van de bar naar de volle buurtsuper gaan.
In de vorderende avond wordt de atmosfeer vochtiger, het praten luider, het lachen harder
Mijn persoonlijke kroegexpertise gaat in Utrecht terug tot mijn studententijd uit de jaren zeventig. Ik geef nog een rondje voor TNO.
Een man in een vale jas komt de kroeg binnen. De lijnen in zijn gezicht fungeren als boomringen voor de kroegjaren op zijn conto. Hij bestelt een jonge jenever en zegt tegen het hem geserveerde glas: ‘Zoek een goed plaatsje daarbinnen, want het wordt vol vanavond.’ Eenzaam is hij niet, hij is gehecht aan de omringing van vaste jongens en meisjes, vindt het leuk om een nieuwe lichting te zien binnenkomen. De gesprekken zijn van gemengde aard. Ze hebben het over de positie van FC Utrecht in het linker rijtje, over dat rare voorval op het werk, een komende vakantie in Thailand, de gehackte laptop, een slepende kwaal, de nieuwe film van Tarantino, de drukte in de binnenstad, het verdriet om een ex en de wijze humor van Erasmus. In de vorderende avond wordt de atmosfeer vochtiger, het praten luider, het lachen harder. Van achter de bar belt Lambert om een taxi voor een beschonken vaste gast. In de hoek begint een stel aan een gevoelige betasting. De man in de jas bestelt er nog een en ziet dat het goed is.
Prima analyse van Jeroen. Er gaat niets waardevols gemeten worden, het meetbare salaris van de testers buiten beschouwing gelaten.
Dit experiment is zinloos. En de cafébeleving te verwaarlozen. Het grootse deel van de horeca heeft toen ze open mochten laten zien dat we naar het café en zeker het terras konden. Er is dus inderdaad kennis genoeg om tot de enig juiste beslissing te komen: open de horeca.
Een half miljoen die naar een experimenteel café willen? Al zou ik geld toe krijgen.
Jaa, Jeroen je hebt een punt… intussen toch even in gedachten met je mee gewandeld in de voor mij ook zo bekende cafe’s, hopelijk tot gauw ziens aldaar:-)