Ondanks de coronavirus-epidemie zijn de verbouwingsplannen van het voormalige filmhuis ’t Hoogt tot het nieuwe Slachtstraat Filmtheater voltooid. Met de ontvangst van de nodige vergunningen is nu met de bouw begonnen.
Omdat de opening nog steeds voor eind november 2021 is gepland, kon er niet langer met de bouw gewacht worden.
Het Hoogt 4 en 6 (voorheen kruidenierswinkeltje Betje Boerhave) worden bij de nieuwe theater en ondersteunende horecafaciliteiten gevoegd. De ingang van de filmtheaters, het café en het restaurant is aan de Slachtstraat 5. Het Kruideniers Museum Utrecht en andere culturele activiteiten komen in de panden ’t Hoogt 8 en 10, en er liggen prachtige plannen voor een mooie en unieke tuin achter deze panden. De hoekwoning Hoogt 2 herbergt unieke monumentwaarden en wordt momenteel gerestaureerd en vernieuwd.
Er komen op de eerste en tweede verdieping 3 theaters met in totaal ruim 200 zitplaatsen. Voor gasten die de trap een probleem vinden komt er een lift. Het café, de serre, ‘de achterkamer’ en het restaurant krijgen een Franse sfeer (Parijs eind 19e eeuw).
Filmtheater Slachtstraat is straks alle dagen van de week geopend. De activiteiten en filmprogrammering zullen zijn gebaseerd op die van Springhaver, het Louis Hartlooper Complex en het voormalige filmhuis het Hoogt.
In januari vorig jaar sprak Jeroen Wielaert met Jos Stelling over zijn plannen voor Slachtstraat. Kijk het interview hier terug.
Beelden van Slachtstraat in aanbouw.
Jammer dat het nieuwe filmhuis niet Slachthuis heet, naar het boek van Vonnegut (ook toffe film trouwens).
Gaaf! Succes! Benieuwd,
Otto, het is wel slachtraat nr. 5
@otto, Het boek heet Slachthuis nr. 5, Dat is het straatnummer van café en restaurant, maar ik weet niet niet of die naam dan aansluit bij de vegetarische groep klanten. Inderdaad wel een goed boek en film.
Kan niet wachten. Heb hier menig fijne avond doorgebracht. Gaat dus weer komen.
Is het mogelijk wat meer details te laten zien van de inrichting? Waar komt de leestafel bijv.
Kijk er naar uit!
Veel succes Jos Stelling!
En dat allemaal zonder gemeentelijke subsidie!
Chapeau!