Op Christchurch volgde Utrecht, met totaal verschillende aantallen doden en gewonden, maar het werd wereldnieuws onder dezelfde noemer: terreur. Er was nog een essentieel onderscheid: het gebeurde niet aan de andere kant van de aardbol, maar heel dichtbij. In mijn geval zelfs vlak voor ons appartement in Oog in Al. Park Welgelegen gaf uitzicht op het 24 Oktober-plein, afgezet met rood-witte linten. Er stonden politieauto’s en ambulances. En twee trams. Het was 18 maart 2019.
Niet lang na elven las ik het eerste bericht, onder het horen van een helikopter. Aanslag in Utrecht. Ik was eerder verbaasd, dan geschrokken: het is vlakbij. Ik liep naar het raam met uitzicht op het park voor ons en het plein voorbij de bomen en het pompstation. Bij het zien van de zwaailichten belde ik direct met de NOS-redactie in Hilversum.
‘Het is vlak voor mijn neus, is er al iemand heen?’
‘Ja, Remco.’
‘Zal ik ook maar gaan?’
‘Ja.’
Het is het perk over, een hek door en ik ben er. Ik zie dat alles stil staat. Ik tel vijf gele ziekenauto’s. En zie die tram bij de halte staan met de melding ‘geen dienst’, in gele letters.
Op radio 1 is presentator Sven Kockelmann inmiddels in de modus geraakt van de officiële status van de gebeurtenis: een mogelijke terreurdaad. Onwillekeurig gaan mijn gedachten terug naar 30 april 2009, toen Sven en ik ook al nauw verbonden waren bij de verschrikking van Koninginnedag in Apeldoorn. Hij op het bordes van een hotel, ik tussen doden en gewonden op het kruispunt.
Een dergelijke consternatie is nu niet waarneembaar. Na het eerste tumult is het eigenlijk vreemd rustig. Ik vertel rechtstreeks dat er ambulances klaar staan, politiemensen bij de tram op de halte zijn en dat er af en toe een wagen met sirenes aan komt rijden.
Dan kijk ik naar die andere tram in de bocht onder de fly-over. Eerst zie ik het wit van het laken eronder en dan de uitgestrekte voeten ervoor. Een dodelijk slachtoffer. Ik breng dat barre bericht, maar de politiewoordvoerder wil dat later niet bevestigen.
Het geheel is inmiddels opgeschaald tot terreurdreiging vijf. Die beladenheid gaat niet alleen door Utrecht, maar heel het vaderland. Met een paar collega’s vraag ik me af, of er niet iets anders aan de hand is. Bijvoorbeeld een afrekening, een kille liquidatie. Het is erg genoeg, maar het ziet er niet uit als terreur. Dat vertel ik ook op Radio1.
Bij de inmiddels gesloten ULU-Moskee wordt meer duidelijk over de toedracht. Met televisie-collega Joris van Poppel kom ik een paar Turkse mannen tegen die bekend zijn met de dader, wiens foto al is gepubliceerd in de media.
Een van hen is kok geweest in de Abrikoos op de Oudegracht. Gökmen was er afwasser. Ze gingen wel eens een biertje drinken op de Neude. Daarna heeft hij een baard laten groeien, ging hij lange gewaden dragen. Die baard had hij niet meer, blijkens de door de politie verspreide foto. Het moet een familiedrama zijn geweest in die tram. Een terrorist? Nee. Dat was hij niet.
Terreur is het woord dat de media van de wereld trekt. Richard Quest van CNN was toevallig voor opnamen in Amsterdam en is snel in Utrecht. Spoedig komen de anderen, wordt het 24-Oktober-plein een circuit van alle talen, tot het Arabisch van Al Jazeera toe. Een Britse reporter in een stand-up: ‘Possibly this was not a terrorist, but a domestic one.’
Al die aandacht was er niet geweest als dat ene woord niet zo snel gecommuniceerd was. Het typeert een overheid die vooral na zo’n drama als in Christchurch de hoogste waakzaamheid in acht neemt, ook als later anders blijkt. Het ergste blijft dat er doden zijn gevallen door schoten van een doorgedraaide man.
Aan het eind van de middag ben ik nog even de stad in gefietst, kijken of er alweer normaal leven was. Ik stopte in Orloff. Een van de dames van de bediening vertelde dat het onwezenlijk was. Er bleven mensen drie uur zitten, opgesloten in een grootstedelijke dreiging.
Haar collega: ‘Het was angstwekkend stil.’
Even na half negen in de avond kijk ik uit het raam. De rood-witte linten hangen nog rond het 24-Oktoberplein. Terreur ziet er anders uit.
Dank voor het delen van je reflectie. Geeft te denken. Ik deel je bericht op LinkedIn.
Nou, gelukkig maar dat het geen terreurdaad is. Dat maakt het ‘een stuk minder erg’. Want terreur in Nederland, nee, dát hebben we hier niet hoor……
Een uitstekend pakkend verslag van een inderdaad eminent journalist