Onze columnisten

Zwerven door de bossen

Als kilometervreters liep het eens bijna fataal af. Niet voor mij maar voor Swilly.
Op een lange ronde in de winter door de bossen tussen Doorn en Veenendaal, hadden we er bijna een hele middag hardlopen op zitten.
Met nog slechts twee kilometer te gaan, begon mijn maatje ineens te wankelen. Swilly viel neer tussen de bomen, hevig respirerend en met schuim rond haar bek.
Ik schrok me dood en was bang dat haar hart het ieder moment zou begeven. Met haar kop in mijn armen, probeerde ik haar te kalmeren. Omdat ze kennelijk weinig zuurstof kreeg, probeerde ik mond op neus beademing op haar toe te passen. Terwijl ik daarmee bezig was, passeerde een paar mountainbikers de plek des onheils.
Deze fietsers trokken waarschijnlijk een totaal verkeerde conclusie uit wat zij daar zagen gebeuren langs het bospad. Dus namen ze niet de moeite om even te stoppen en te vragen wat er aan de hand was. Of ze mij misschien even konden helpen. Nee, deze stoere mannen vervolgden gewoon hun weg. Zonder hun pedalen even iets minder stevig aan te zetten, verdwenen ze uit het zicht.
Gelukkig kwam mijn trouwe viervoeter weer snel bij kennis. Ze kon echter geen stap meer zetten.
In mijn armen droeg ik haar de laatste paar kilometers naar huis. Dat was een hele opgave, want ze woog niet minder dan 25 kilo.

Nog dezelfde middag ben ik met Swilly naar de dierenarts in Driebergen geweest.
Deze arts stelde na een bloedonderzoek vast dat zij een epileptische aanval had gehad. Veroorzaakt door een extreme inspanning, waardoor haar bloedsuikergehalte een abnormale waarde had bereikt.
Sinds die dag bleven we weliswaar lange rondjes maken, maar ik hield haar bewegingen nog scherper in de gaten dan voorheen. Bovendien zorgde ik ervoor dat ze steeds dicht in de buurt bleef. Want stel je eens voor dat ze die aanval ergens buiten mijn gezichtsveld had gekregen. Zie haar dan maar eens te vinden. Ik moest er niet aan denken.

Swilly mocht ook graag heel hard rennen. Vaart maken was haar lust en haar leven.
Langs de spoorlijn Arnhem-Utrecht, in de omgeving van de zandafgraving bij de Maarnse Berg, renden we altijd over een heel smal uitgehold paadje. Het laantje was hoog boven de spoorlijn gelegen.
Al hollend zag je in de diepte regelmatig een trein op weg naar Utrecht voorbijrazen.
Dat smalle paadje sloegen we altijd in, voordat we finishten in de buurt van camping Het Grote Bos. Iedere keer als we het weggetje naderden, ging Swilly er direct als een speer vandoor. Alsof er een startschot was gegeven.
Je zag haar dan, terwijl ze half achterom keek, genieten van haar eigen snelheid en van het opstuivende stof. Af en toe werd ze nog extra gestimuleerd, wanneer ze beneden in het dal geflankeerd werd door een sneltrein.

Swilly heeft me zo’n 60 duizend kilometer vergezeld op mijn hardlooprondjes. In Nederland, in Oostenrijk en in Ierland. In ieder land waar ik op vakantie naar toeging.
In de bossen tussen Doorn en Veenendaal hadden we tientallen verschillende parkoersen in de loop der jaren afgelegd. Sommige vele malen, sommige een enkele keer. Swilly kende ze allemaal.
Als we ergens op zo’n parkoers op een twee- of driesprong uitkwamen, welke we al eens eerder hadden gekruist, bleef ze daar geduldig op mij wachten. Tenminste, indien we voorheen, na die splitsing, het pad al eens in verschillende richtingen hadden voortgezet. Zo niet, dan spurtte ze gewoon verder.
Het kwam wel eens voor dat ik dacht dat ze zich vergist had. Verderop ontdekte ik dan dat ze het toch bij het rechte eind had.

Op onze tochten kwamen we van alles en nog wat tegen.
Eens bleef ze plotseling ergens midden tussen de struiken woest staan blaffen. Tekeergaan tegen een man, die daar lag te vrijen met een vrouw. Heel gênant, omdat ik haar zelfs aan de riem moest doen om haar daar weg te trekken. Het viel niet mee om mijn maatje duidelijk te maken dat hier geen sprake was van een gewelddadige actie.

We kwamen ook af en toe een verdwaalde hond tegen in de bossen. We namen die dan op sleeptouw mee naar het boshuisje om aldaar het baasje te achterhalen.
Een keer bleef zo’n verdwaalde hond overnachten. Swilly bood toen de radeloze gast heel nobel haar eigen mand aan.
De volgende dag kon ik hond en baas herenigen en gelukkig maken. (Wordt vervolgd)

Belangstelling voor meer van mijn verhalen, klik:

In een flits

Auteur Bert Plomp
Auteur

Bert Plomp

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *