Onafhankelijke partij

Windenergie Reijerscop/Rijnenburg: ‘Ambtelijke organisatie heeft integer gehandeld’

Foto ter illustratie - Pixabay

Wethouder Lot van Hooijdonk wil de polders Rijnenburg en Reijerscop gebruiken om duurzame energie op te wekken – met windturbines dubbel zo hoog als de Domtoren. Omwonenden verzetten zich. Is het een not in my backyard-verhaal of drukt de gemeente onterecht haar plannen door? Het verhaal belicht vanuit verschillende perspectieven. Deze keer: de onafhankelijke partij.

We beginnen bij de opdracht. Deze kwam in juli 2017 tot stand na een lang proces met veel discussies binnen de raad. De gemeenteraad gaf aan een integrale visie te willen, en borging van de kwaliteit van het landschap bij inrichting, exploitatie en afbouw. Ook werd gesteld dat woningbouw na 2030 mogelijk moet blijven. Dat schrijft de onafhankelijk procesbegeleider Marion van der Voort, die werd aangesteld om het traject in de gaten te houden, in een dossier over het participatietraject.

Wie wist wat bij de start?

Diana Jansen Verweij, wonend aan Reijerscop, zei tegen de Nuk: ‘Wisten de gemeenteraad en Lot van Hooijdonk eigenlijk van de contracten tussen energieleveranciers en boeren? Sterker nog: is het een voorwaarde geweest bij de coalitievorming?’ Van der Voort gelooft dat er wellicht nadrukkelijke voorkeuren waren. Ze geeft aan dat er een groot verschil is tussen de besluiten die bij de coalitievorming zijn gemaakt en de uiteindelijke beslissing. “Uiteindelijk is het aan de raad om te beslissen”, aldus Van der Voort.

Omwonenden vragen zich ook af: ‘Eneco stond aan de ontwerptafel van de zes scenario’s die zijn gepresenteerd – toen had het energiebedrijf al intentiecontracten getekend met windboeren in Reijerscop. Hoe vooringenomen was Eneco aan die ontwerptafel?’ Van der Voort: “Het is wel logisch dat de initiatiefnemers een duidelijk doel hadden. De initiatiefnemers zijn bedrijven die energie willen opwekken. Daarvoor zaten zij aan tafel. Maar uiteindelijk is het een politieke discussie.”

Participatietraject

De ambities om bewoners te betrekken bij de plannen waren goed: bij de besluitvorming over de startnotitie Energielandschap Rijnenburg Reijerscop in juli 2017 werd aangegeven dat en hoe er een participatieproces moest worden doorlopen bij het ontwerp van mogelijke scenario’s voor duurzame energieopwekking in het gebied. Er werd een Uitwerkingsgroep gevormd met daarin mensen die op persoonlijke titel hun mening en informatie geven. De selectie van deelnemers verliep volgens Van der Voort zorgvuldig. Er is gekeken naar een goede spreiding en naar specifieke interesse en kennis (ecologie, agrarische achtergrond), leeftijd en geslacht. Doel was om zo veel mogelijk invalshoeken in de Uitwerkingsgroep te krijgen.

Van der Voort schrijft dat de ambtelijke organisatie integer heeft gehandeld: “Vanaf het begin is mij gebleken dat de mensen die ik trof binnen het ambtelijk apparaat allemaal de intentie hadden om de omgeving goed te betrekken en belangen mee te wegen. Ik heb in al die maanden geen onwil of onmacht bespeurd bij het betrekken van personen, organisaties of belangen.” Vanuit de gemeente was een projectgroep betrokken bij het project, die bestond uit een beperkte groep ambtenaren (projectleider en junior projectleider, soms aangevuld door anderen zoals de communicatieadviseur of de stedenbouwkundige) die een beroep konden doen op mensen uit de gehele organisatie. “Voor een complex project als dit met veel maatschappelijke en politieke druk, is dit in deze fase een bescheiden bezetting. Ik merkte dat de werkdruk hoog was en vond de bezetting kwetsbaar. Budgettaire overwegingen noopten de ambtelijke leiding echter om strak te sturen en geen extra capaciteit als hulp en back-up in te zetten”, schrijft Van der Voort in het rapport.

Voor initiatiefnemers was het ontwerpproces anders dan gebruikelijk. “Deelnemende partijen zijn concurrenten van elkaar, maar moesten wel samenwerken. De initiatiefnemers zien bewoners meestal pas aan het einde van het traject als het plan klaar ligt, terwijl ze nu serieus rekening moesten houden met leken die veel vragen stellen en hun mening geven voordat er iets is beklonken.” Van der Voort schrijft dat bijvoorbeeld de achterban van Rijne Energie (een energiecoöperatie die grootschalig duurzame energie wil opwekken in de polders Rijnenburg en Reijerscop) en belanghebbenden die fel tegen de effecten van de windenergie zijn soms felle discussies hadden.

Verschillende belangen en wantrouwen

Van der Voort geeft toe dat vooraf onvoldoende is gesproken over de gezamenlijke uitgangspunten. Naarmate de scenario’s concreter werden, groeide volgens haar het ongemak over de positie van de Uitwerkingsgroep. Er bestond ook een angst dat een ‘overmacht’ aan initiatiefnemers de inbreng van de Uitwerkingsgroep van tafel zou vegen. Van der Voort constateerde dat de projectgroep onbewust soms defensief te werk ging. “In het licht van de verhoudingen binnen dit project is een wat defensieve houding een volstrekt verklaarbare reflex.” Door verschillende belangen was het wantrouwen tussen partijen zo groot dat de effectiviteit van de ontwerpsessies niet optimaal was. Want wat gebeurt er als professionals en omwonenden als niet-professionals samenwerken? “De bijeenkomsten kregen toch meer het karakter van het klassieke tonen van resultaten met de mogelijkheid daarop te schieten door de bewonersgroep”, aldus Marion van der Voort. Tussentijdse wijzigingen zorgden voor verrassingen, wat niet goed is voor het onderlinge vertrouwen. Een voorbeeld: bewoners pleitten in een bijeenkomst voor minder windmolens, en bij een volgende bijeenkomst stonden er juist meer molens ingetekend. “Dit versterkte bij enkele bewoners het gevoel dat er niet werd geluisterd. Dat gevoel was begrijpelijk maar onterecht en het had beter uitgelegd moeten worden”, schrijft Van der Voort. De extra molens zouden zijn ingetekend omdat dit overeenkwam met het uitgangspunt om maximale energie op te wekken in het betreffende scenario.

Ideeën van de Uitwerkingsgroep

Van der Voort: “Het ontwerpproces was bedoeld om alle informatie rondom alle mogelijke belangen in beeld te brengen om raadsleden in staat te stellen een afgewogen keuze te maken. Waar politici tijdens de besluitvorming in juli 2017 wellicht hoopten dat het ontwerpproces een ideaal scenario tevoorschijn zou komen, worden zij teleur gesteld. Maar het is mijn overtuiging dat alle ingebrachte belangen zijn verwoord of verbeeld. De keuze ertussen zal een lastige zijn.”
Veel ideeën van mensen uit de Uitwerkingsgroep zijn volgens Van der Voort onderzocht en al dan niet overgenomen. Neem bijvoorbeeld de zonnepanelen op geluidswallen langs de snelweg. Die bleken financieel niet haalbaar. Het idee van drijvende zonnepanelen op de Nedereindse Plas werd aangedragen door mensen uit de Uitwerkingsgroep en staat in een scenario benoemd. “Andere ideeën zijn al sprekend en schetsend met elkaar ontstaan zoals dat in een ontwerpatelier ook hoort. Het is niet direct navolgbaar wie het idee inbracht en dat hoeft ook niet. Daarin verschilt het ontwerptraject wezenlijk van het traditionele inspraaktraject. En dat was voor alle partijen soms lastig.”

‘Advocaat van de duivel’

Van der Voort geeft aan dat de Uitwerkingsgroep wel degelijk invloed heeft gehad. Deze invloed zit in veel en soms moeilijk aanwijsbare elementen. “Het is niet aantoonbaar hoe groot het verschil in ontwerp zou zijn zonder de Uitwerkingsgroep als ‘advocaat van de duivel’ in voortdurende aanwezigheid. Dat diverse belanghebbenden uit de directe omgeving aan tafel zaten, zorgde ervoor dat er geen stap werd gezet zonder het belang van de omgeving mee te wegen. De groep deed er alles aan om te zorgen dat het geschetste beeld niet mooier was dan de toekomstige werkelijkheid. Integendeel.” Er is onderzocht welke hindereffecten er per scenario zijn. Door inbreng van de leden van de Uitwerkingsgroep is er getekend en gemeten met de hoogste windmolens, zodat er per scenario niet alleen een berekening op basis van jaargemiddelden is gemaakt (zoals de wet voorschrijft) maar ook op de momenten met harde wind en weinig weggeluid.”

Communicatie

“De complete en genuanceerde informatie hield soms moeilijk stand in de wirwar van belangen, korte berichten op social media en emoties. Toch denk ik dat met veel inzet vanuit de gemeente, initiatiefnemers en ingeschakelde bureaus het is gelukt om belangstellenden zo goed mogelijk te informeren”, vindt Marion van der Voort. De gemeente heeft volgens haar haar best gedaan om zo veel mogelijk bewoners te bereiken. Er gingen echter ook dingen mis, zoals bij wijzigingen van door de Uitwerkingsgroep aangeleverde webteksten en bij het aanpassen van informatie op de website.

Van der Voort sluit af met een conclusie: “Het is een megaklus om met zo veel informatie en belangen enigszins begrijpelijke documenten en informatie te produceren ten behoeve van communicatie en besluitvorming. Daarbij worden binnen een politiek bedrijf als de gemeente is ook politieke afwegingen gemaakt. Bijvoorbeeld rond timing en inhoud van raadsbrieven. Een brief van de wethouder aan de gemeenteraad wordt ambtelijk voorbereid. Maar het is een brief van de wethouder, dus kan zij haar boodschap bepalen. Dat wil niet zeggen dat daarmee het participatieproces inhoudelijk wordt beïnvloed. Mij is uit niets gebleken dat de informatie over scenario’s en/of de opgehaalde reacties daardoor zijn aangepast of gekleurd. Hiermee is de ambtelijke organisatie steeds integer omgesprongen.”

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *