Onze columnisten

Water, sneeuw en storm

Doordeweeks in Utrecht, vanuit mijn huis in Oog in Al, liepen we iedere morgen een rondje langs het Amsterdam-Rijnkanaal. Dat deden we voordat ik naar mijn werk ging.
We renden dan aan weerszijden van het kanaal. Van de brug bij de Douwe Egberts fabrieken tot de brug bij zwembad Den Hommel. Op de ene oever heen, op de andere terug.
Aan de overzijde van het kanaal lag destijds een stukje bos. Niet ver gelegen van de aluminiumfabriek.
Op een dag dat wij daar het bos passeerden, ter hoogte van een zijtak van het kanaal, hield Swilly plotseling stil. Aan de walkant van deze vertakking begon zij heel luid te blaffen naar iets dat in het water lag.
In eerste instantie dacht ik dat het een vuilniszak was. Ik ergerde me reeds aan het idee dat een of andere lummel zijn vuilnis daar had gestort.
Swilly bleef echter blaffen. Toen ik met een lange tak de vermeende zak naar de kant trok, zag ik tot mijn schrik een mensenhoofd boven water komen drijven.
Het bleek dus niet om een vuilniszak te gaan, maar om een lijk.
Bij de receptie van de aluminiumfabriek heb ik direct de politie gewaarschuwd. Spoedig arriveerde de politie op de plaats van het delict. Er werd rapport opgemaakt en het lijk uit het water gevist.
Hoewel Swilly het geheel goedkeurend aanzag, maakte ik me enigszins zorgen. De volgende dag zou ik op vakantie gaan. In zo’n situatie moet je altijd maar afwachten of je niet als verdachte wordt aangemerkt. Dan loop je de kans dat je gevraagd wordt beschikbaar te blijven. Dan kun je thuis gaan zitten duimendraaien tot het de politie behaagt je op te roepen voor een gesprek. Inmiddels loopt je vakantie in de soep.

Swilly ging ieder jaar mee op wintersport. Ze genoot enorm van de dikke sneeuw en daar doorheen ploegen. Sneeuwballen opvangen met haar bek, was een van haar favoriete spelletjes.
Prachtig vond zij het om aan het einde van de middag voor après-ski de kleine cabinelift naar het “Mittelstation” van Zell am See te nemen. Dan zat ze op het bankje, met haar neus tegen het glas, heel gefascineerd naar de ravijnen onder haar te staren.
In het Mittelstation was ze werkelijk kind aan huis. Ze werd er door iedereen geaaid en was het middelpunt van de belangstelling.
Vermaard was ze tijdens après-ski om haar trucjes met speelkaarten. Ten overstaan van mijn wintersportvrienden, legde ik iedere keer een steeds dikker wordend stapeltje speelkaarten op haar neus. Swilly bracht zo’n stapeltje dan eerst heel voorzichtig in balans, om het vervolgens in de lucht te gooien en in haar bek weer op te vangen.

Thuis in Ierland was ze echt verrukt van zwemmen in de oceaan. Zomer en winter ging ik iedere dag met haar naar het strand. Daaraan voorafgaand deden we ons rondje hardlopen. Tijdens dat rondje sloten verschillende bevriende honden zich bij ons aan.
Als we eenmaal bij de oceaan arriveerden, bestond de groep badgasten al gauw uit vijf tot zes vrienden en vriendinnen. Op het moment dat we het strand betraden,  gingen ze helemaal uit hun dak.
Dan gooide ik een tennisbal in de golven en zwommen alle honden om het hardst om als eerste de bal te pakken. Prachtig was het om te zien hoe ze op de top van een hoge golf terug surften richting strand.
Toen Swilly nog jong was, was ze bijna altijd de winnares.
Maar met het klimmen der jaren werd ze langzamer. Uiteindelijk brak de dag aan dat zij niet meer de snelste was.
Daarom trachtte ik af en toe met een schijnbeweging de jongere honden de verkeerde kant op te laten zwemmen. Aansluitend gooide ik de bal dan de andere kant op en kreeg Swilly de kans om als eerste met de bal uit de golven te komen.

Hier voor de deur, aan de Atlantische kust, kan het enorm tekeer gaan. Ofschoon het regelmatig gigantisch stormt, wordt er zelden een weeralarm afgegeven.
Bij galeforce 10, 11 of zwaarder, zie je soms een waarschuwing op de Ierse teletekst verschijnen om de cliffs te vermijden. Dan zie je golven ontstaan van wel 20 meter hoog die over de toppen van de cliffs heen slaan.
Op dergelijke stormdagen, en dan vooral tijdens de nacht, werd Swilly vaak ongedurig. Ze kroop dan ‘s nachts tussen mij en mijn vrouw in op ons bed. Die positie gaf ze de rest van de nacht niet meer prijs.
Zo werd ik een keer tijdens een storm badend in het zweet wakker. Swilly lag languit bovenop me te slapen. Met haar kop in mijn nek. (Wordt vervolgd)

Belangstelling voor meer van mijn verhalen, klik:

In een flits

Auteur Bert Plomp
Auteur

Bert Plomp

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *