Onze columnisten

Vuelta: herinneringen bij begin nieuw feest

Het is een mooi gezicht na het aanrijden vanaf de Wittevrouwensingel: bomen omhuld met fel rode doeken op het plantsoen van Reiger en daarna de Maliebaan. Het ziet er allemaal heel feestelijk uit. Het Spoorwegmuseum heeft er een leuk spandoek bij gehangen met de tekst: Het enige museum met een eigen sprinter. Een en al vreugde rond de Vuelta, leuk dicht bij huis in Utrecht. Het is dik dertig jaar nadat ik voor de ronde naar Spanje ging. 

Het was het voorjaar van 1991, de tijd van Steven Rooks en Gert-Jan Theunisse. Ik vloog op Bilbao. Het was voor de slotweek van de Vuelta. In Santander sloot ik aan bij de ronde. Een eye-opener. Ik genoot van de Tapas-bars in de stad, realiseerde me dat ik nog maar weinig van Spanje kende. Het was voor het eerst dat ik in de bergen van het Baskenland en Asturië terecht kwam in etappes van Santander naar Lagos de Covadonga en Cangas de Onis naar Alto del Naranco. Woest gebied met verlaten dorpen, Spaanse ghost towns. In het shirt van Buckler kon Rooks niet meedoen voor de eindzege. Ik vloog eerder terug, na een laatste avond in Burgos. Dat werd nog een dolle boel. Met onder andere pr-man Harry Jansen van Buckler kwam ik terecht in een bordeelachtig etablissement. Jansen haalde een shirt van de ploeg tevoorschijn voor een van de dames. De merknaam van het alcoholvrije biertje spande stevig over haar borsten. De vernietigende conference van Youp van ’t Hek moest nog komen.  

In 2009 keerde ik pas weer terug in de Vuelta. Het was in Drenthe, de ronde ging van start op het TT-circuit van Assen. Er was een gemeentelijke delegatie uit Utrecht aanwezig om zich te oriënteren op de aspecten van de organisatie. De stad was inmiddels zeven jaar bezig met de lobby voor de Tour de France. Een bijproduct van deze inspanningen was de aankomst van de eerste etappe van de Giro d’Italia in 2010, Amsterdam-Utrecht. Daarvoor had de gemeente een ervaren dame uit Assen aangetrokken, Anita ter Veld.  

De Vuelta 2009 trok door Oost-Nederland richting Limburg. Er stond een massa mensen langs de weg, veel meer dan bij vlakke etappes in Spanje. Het was het eerste jaar voor rondedirecteur Javier Guillén. Hij kreeg telefoon uit zijn thuisland of ze gelet op al dat publiek niet beter in Nederland konden blijven. 

De derde etappe ging van start in Zutphen. De fraaie oude binnenstad puilde uit. De lokale bestuurders waren heel trots. Ze hadden het toch mooi gewonnen van Apeldoorn en Deventer, geduchte concurrenten in de regio. 

De Vuelta 2009 verliet ons land via de Cauberg, met aankomst in Luik. De beroemde Limburgse heuvel stond ook weer vol mensen. Het was op een gewone werkdag, de vakantie was voorbij en het regende. Dat leidde nog tot stevige valpartijen op de spekglad geworden straten in Luik. 

Nu is het aangenaam in Utrecht, 2022, ruim zeven jaar na die eerste snikhete Tourdag van de openingstijdrit. Aan de aankleding mankeert niets. Ik hoor wel dat voor de bewoners van de stad de informatie over het parcours en de tijdstippen nog tekortschiet. Een ongemak dat vlak voor de start van vrijdag wel zal worden hersteld. 

Het is leuk om niet ver te hoeven reizen voor de Vuelta en om het feest dicht bij huis te zien groeien. Het is nu echt wel duidelijk dat Utrecht het kan. Dat hoeven ze niet nog eens te bewijzen met de Tour de Femmes, al is dat weer leuk voor het vrouwenwielrennen.

De Vuelta, waar je ook kijkt

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *