Coronavirus

Van Frida naar Corona

In restaurant Smoesjes nemen de gasten hun eten mee naar huis.

In de bus naar de tempels kwamen de eerste berichten binnen over het onheil in het verre vaderland. Ik was deelnemer aan een bijzondere persreis voor de expositie Viva la Frida!, komende herfst in het Drents Museum in Assen. Op het programma stond ook een bezoek aan Teotihuacán, de historische tempelstad waar de grote Mexicaanse kunstenaar Diego Rivera veel archeologische beeldjes had opgedaan. Rivera had een tumultueuze relatie met Frida Kahlo, de iconische schilderes die vanaf 13 oktober speciaal in de aandacht staat in Assen. Dan moet het klaar zijn met Corona.

Lopend over de Calzada de los Muertos, de laan van de doden tussen de Piramiden van de Maan en de Zon, zag ik hoe het leven van Teotihuacán gewoon verder ging onder de blakende zon, met dertig graden boven nul. Voor even was het of de problematiek van Corona niet bestond. Achter in de bus had ik de Drentse museumdirecteur Harry Tupan druk trans-Atlantisch zien telefoneren. Frida was voor later, nu ging het over het welzijn van zijn mensen in Assen en de gezamenlijke opstelling over de Nederlandse musea inzake tijdelijke, onvermijdelijke sluiting. Zo hoorde ik in Mexico dat het Centraal Museum spoedig had besloten om dicht te gaan. Onwerkelijker dan de werking van een onzichtbaar virus kon het niet zijn met De Tranen van Eros.

In Mexico ging de bus terug naar het de City, naar het Museo Mural Diego Rivera, gelegen aan een historisch stadspark. Het museum is gewijd aan het fenomenale fresco van Rivera, Sueno de una Tarde Dominical en la Almeda Central (Droom van een zondagmiddag in het Alameda park). Het is een schilderkunstige vertelling van vijftien meter over de geschiedenis van Mexico. Rivera’s meesterwerk is gered uit de puinhopen van het Hotel le Prado, verwoest in de aardbeving van 19 september 1985. Alles is indrukwekkend en heerlijk tijdens de nazit op een terras aan het klassieke park. Het virus is heel ver weg, bestaat alleen in de informatie op onze mobieltjes. Mexico City leeft volop, zonder beperkingen. Zo moet het leven zijn.

Schiphol, nauwelijks twee dagen later. Bizar, de lege aanblik van de internationale Nederlandse Airport bij terugkeer uit Mexico. Luchthaven vol slurfkaden zonder schepen. De trein naar Utrecht is nog redelijk vol op een late zaterdagmiddag. Het beeld verandert als ik met de fiets de stad in ga. Het Gegeven Paard heeft nog klandizie, maar de rest van het Muziekpaleis is dicht. In Mexico had ik al een Facebookbericht van marketingdirecteur Lieke Timmermans gelezen over het afgelasten van meer dan 120 optredens. Nog maak ik me geen zorgen over de Utrechtse start van de Vuelta, gepland voor augustus, hoewel de Giro al is afgelast en de voorjaarsklassiekers niet dreigen door te gaan. Zelfs het kijken naar kopgroepen vol kanslozen wordt de liefhebber ontnomen.

In Orloff is op de zaterdagavond na zevenen doorgaans nog een vaste stadselite aan het pimpelen. Ze zijn er niet, ik kom binnen in een leeg trefcentrum. Een virus maakt er geen kans – precies wat het kabinetsbesluit van de volgende middag wil. Op de late zaterdagavond hoor ik een vrouw op het terras van Willem Slok zeggen dat de Corona-crisis kan bijdragen tot een nieuw soort bezinning. Mooi, dat had ik ook al bepeinsd in Mexico, voordat ik terug keerde in mijn leeglopende stad. In restaurant Smoesjes krijgt de klandizie die nog heeft gereserveerd vlak voor de op zondag aangekondigde sluiting de gewenste gerechten mee naar huis.

Zelfs de herdenking van 18 maart 2019 gaat niet door. Een kwaadaardig virus voorkomt het stilstaan bij de slachtoffers van een waanzinnige spuwer. Het is vlakbij mijn huis. Ik ga wel alleen, op passende afstand van mijn medemensen.

 

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *