In deze rubriek vragen we Utrechters keuzes te maken binnen hun vakgebied, maar ook daarbuiten. Vandaag Yael van der Wouden, schrijver en docent.
Utrechtse Yael van der Wouden stuurde haar debuutroman ‘De Bewaring’ naar haar agent in Amerika. Daar bleek men zo enthousiast dat er internationaal werd gevochten om het boek te mogen uitgeven. In de NRC kreeg ‘De Bewaring’ vier ballen. Inmiddels zijn de rechten van het boek aan vijftien landen verkocht. Ik sprak met Yael op haar etage in de Oudegracht over onzekerheid, de troostende werking van boeken en het overweldigende succes van haar debuut.
Yael van der Wouden (36), geboren in Israël, woonde de eerste 10 jaar van haar leven in Ramat Gan een buitenwijk van Tel Aviv. Ze woonde langs een drukke straat met een hechte gemeenschap waar iedereen elkaar kende, waar mensen naar je om keken en wisten waar je was. Ze groeide op in een gezin met twee jongere zusjes in het thuisland van haar moeder.
“Toen ik 10 jaar oud was verhuisden we naar Nederland, naar Hoogeveen, waar de ouders van mijn vader woonden. Mijn grootouders woonden in Fluitenberg, een wijkje voor gepensioneerden in het bos. Voor kinderen was er helemaal niets. In Europa dacht ik in een wereld vol luxe en rijkdom terecht te komen. In Israël zag ik op televisie The Fresh Prince of Bel-Air en stelde mij voor dat ons leven zo zou kunnen worden. De realiteit bleek heel anders. Het waren vooral de verveling en het leven volgens de regels van mijn grootouders die de overschakeling zo groot maakten. Daar in dat afgelegen wijkje bij Hoogeveen, voelde ik mij zo geïsoleerd. Mijn ouders moesten de verhuizing ook verwerken. Mijn moeder had haar familie in Israël achtergelaten.
“Ik transformeerde van een luid kind naar een stil en teruggetrokken kind”
“Ik was op mijzelf aangewezen en mijn zusjes waren te jong om te beseffen wat er was gebeurd. Uit pure wanhoop ben ik gaan lezen. Boeken waren er in overvloed en ik ontdekte dat ik troost vond in de boeken die ik las. De verhalen gaven mij de kans om te ontsnappen aan de werkelijkheid. Ik ging naar school en daar ging het slecht met mij. Ik kende de ongeschreven regels niet, deed alles verkeerd, transformeerde van een luid kind naar een stil en teruggetrokken kind, om maar zo min mogelijk op te vallen. Kortom, ik had een heel ongelukkige schooltijd. Ik spijbelde veel, niet om spannende dingen te doen, enkel om in een parkje met een boek te kunnen zitten. In de boeken die ik las kon ik mijzelf identificeren met de protagonist. Ik begon te schrijven en maakte van mijzelf de heldin in mijn verhalen. De pestkoppen uit mijn klas kon ik met mijn magische krachten verslaan. Ik wilde schrijver worden en van dat idee ben ik na mijn twaalfde jaar nooit meer af gestapt. Over schrijven was ik nooit onzeker. Als schrijver ben jij de puppetmaster, ik kon mij eigen wereld creëren.”
“In Utrecht ben ik pas echt gelukkig geworden”
“Schrijven is nog altijd voor mij één van de leukste dingen die er zijn. Ontdekken of iets werkt of niet. Ik ging naar Utrecht om HBO Engels te gaan doen en toen ben ik pas echt gelukkig geworden. Ik leerde mensen kennen die mij niet raar vonden. Ik woonde op de IBB, zo vies, maar ook zo leuk. Ik maakte vrienden voor het leven, je raar kleden bestond niet en ik was iedere dag blij om hier te zijn. Ik haalde mijn propedeuse Engels en volgde een college bij Literatuur Wetenschappen. Al na één college was ik verkocht: teksten analyseren en vergelijken, dat is wat ik wilde doen. Ik rondde mijn bachelor af, deed een research master en ben les gaan geven binnen dezelfde afdeling. Daarna ben ik naar Maastricht gegaan om op de universiteit les te geven. Vervolgens naar de Rietveld Academie en in Rotterdam op The Writer’s Guide to the Galaxy. Lesgeven en een boek schrijven gaat prima samen, maar ik heb even een pauze genomen nu mijn boek uit is gekomen
“De Bewaring was het eerste boek dat ik zelf goed genoeg vond om mee naar buiten te komen”
“Ik schrijf al jaren romans maar ‘De Bewaring’ was het eerste boek dat ik zelf goed genoeg vond om mee naar buiten te komen. De onderwerpen die in ‘De Bewaring’ aan bod komen, heb ik al heel lang in mijn hoofd. In ‘De Bewaring’ heb ik willen belichten hoe het mogelijk is dat er met de mensen die, na de oorlog, terugkwamen uit de kampen met zoveel ‘neglect’ is omgegaan. Naar de mensen die uit de kampen kwamen werd gezegd “Jullie hebben tenminste te eten gekregen.” De mensen die terugkeerden werden niet meer gezien als een deel van ons. Het wordt moeilijk om de sympathie, die er nauwelijks voor de oorlog was, weer aan te zetten. En daar begint ‘De Bewaring’ mee. Het thema zat al jaren in mijn hoofd: Nederland in de jaren na de oorlog. Ik situeerde het boek in de omgeving van Zwolle, waar ik opgroeide en waar ik iedere dijk en iedere sloot ken. Het is daar waar ik zo eenzaam was, maar door het door de ogen van het hoofdpersonage Isabel te zien heb ik meer liefde kunnen opbrengen voor dat gebied. Isabel heeft niets anders tot haar enige liefde tot Eva komt. Ik heb het boek geschreven tijdens de pandemie en voelde de eenzaamheid, de irritatie en de frustratie. Ik heb in Amerika een agent die ook Alice Winn en Douglas Stuart vertegenwoordigt. Ik stuurde mijn manuscript aan haar op en ik hoorde drie maanden niets. Toen belde zij mij, ze had het in twee dagen uitgelezen.”
“Zoveel mensen die mijn boek wilden hebben. Het is een luxe probleem, maar ik was uitgeput”
“Zij wilde mij vertegenwoordigen en vervolgens stuurde zij mijn boek naar vijftig uitgeverijen. Toen kwam er een veiling in Amerika, Engeland en Duitsland, uitgeverijen konden op het boek bieden. Zoveel mensen die mijn boek wilden hebben. Het is een luxe probleem, maar ik was uitgeput. Voor Engeland en nog veertien landen koos ik een uitgever en in juni komt mijn boek in het Roemeens uit. Heel bijzonder omdat mijn overgrootmoeder Roemeens is. Mijn boek moest nog vertaald worden in het Nederlands, ik schrijf altijd in het Engels. Ik wilde een vertaler die jong was, naast iemand met ervaring. Fannah Palmer is wat jonger en Roos van de Wardt, is haar mentor, met de ervaring. Ik las van beiden de vertalingen en ik vond ze prachtig, perfect. So let’s go! Het is een romantisch boek en die toon wilde ik ook in de vertaling behouden. Een vertaling kan in het Nederlands snel plat worden. Toen kreeg ik plots van alle kanten appjes met “Vier ballen!!” Ik keek verbaasd op mijn telefoon ”Wie of wat heeft er vier ballen?’ Zonder context vier ballen? Het bleek de recensent van de NRC te zijn die De Bewaring vier ballen gaf. Mensen mogen vinden van mijn boek wat ze willen, maar de NRC is de krant van mijn vader en ook van mijn grootvader. Hij stuurde mij een foto van hem met mijn artikel en dat vond ik een prachtig moment.”
De keuzes van Yael
Muziek
“Moeilijke vraag. Mijn favoriete muziek hangt af van het moment en het seizoen waarop iemand mij dit vraagt. Nu luister ik vooral naar Chappell Roan, een Amerikaanse singer songwriter uit Missouri. Zij zingt en speelt vrolijke pop-nummers die heel goed in elkaar zitten. Het is vrolijke muziek, het is queer en het is muziek die past bij de lente.”
Boek
“Maurice van E.M.Forster. Het gaat over een jongeman Maurice die heel doorsnee is. Een goede jongen, niet heel slim, niet dom. Het boek speelt zich af in Engeland rond 1913. Maurice doorloopt de traditionele Engelse scholen en komt terecht op Cambridge University. Daar wordt hij verliefd op Clive en door die ontmoeting verandert het zelfbeeld van Maurice. Een personage dat zichzelf denkt te kennen, waar je een gebeurtenis of een ander personage tegenaan gooit die de wereld op zijn kop zet. Ik hou van personages die elkaars tegenovergestelde zijn. In De Bewaring heb ik ook twee vrouwen tegenover elkaar gezet: Isabel en Eva. Doordat Isabel Eva ontmoet verandert haar wereld en zijzelf.”
Film
“Pride and Prejudice. En dan de film uit 2005 met Keira Knightley. Dat is mijn comfort film, ik kijk hem zeker vier keer per jaar. Cinematografisch geweldig, de muziek is perfect en de film zit zo strak in elkaar qua opbouw. In Pride and Prejudice heb je personages die denken zichzelf te kennen. Elizabeth en Darcy, ze zitten allebei vol pride en prejudice voor elkaar. Ze moeten ook allebei veranderen voor elkaar. De pride en de prejudice moeten ze kwijtraken.”
Kunstwerk
“Dat is toch wel één van mijn moeders schilderijen. Mijn moeder is Tali Farchi. Zij gaat ieder jaar naar een plek in de Morvan, waar zij steeds hetzelfde landschap schildert. Met een meer, bomen en twee kleine heuveltjes. En iedere keer als zij terugkomt ziet de plek er weer anders uit, heeft ze dezelfde plek op een andere manier weergegeven. Haar landschappen komen een kamer binnen, ze brengt een landschap je huis in. Het doet iets warms en uitnodigends met de ruimte.”
Stad
“Er zijn steden waar je naartoe gaat om het leuk te hebben, maar je hebt ook steden waar je zou willen wonen. Ik kijk er altijd naar uit om naar New York te gaan. Als ik in Manhattan loop dan is het alsof je op een filmset loopt. Maar ook in Brooklyn, waar iedere straat zijn eigen verhaal heeft. De plek waar ik echt met verlangen aan terug denk is Minori. Minori is een stadje in Zuid-Italië. We maakten een tochtje met een boot langs de kust en werden voorbij gevaren door een schip met witte zeilen. Die boot tegen de rotsen die uit zee rijzen. Ik voelde mij als Odysseus, terug in de oudheid.”
Restaurant
“Café Rabarber, opgezet door drie vrouwen die het zelf runnen. Het menu wisselt per seizoen. Het eten is geweldig. Je kan er niet echt dineren omdat ze zes om uur sluiten, maar het is mijn lievelingsplek in Utrecht. In de ochtend, tijdens een late lunch of de borrel is het een fijne plek om te zijn. Op maandag zijn ze wel open: niet vanzelfsprekend in Utrecht!”
Drank
“Mijn ultieme genot in de ochtend, wanneer de zon mijn kamer binnenkomt, is een kopje koffie. Daarna ga ik echt Engels over op thee met melk en een biscuitje. En koud water, in Nederland krijg je vaak kraanwater maar dat is niet echt koud. In de avond een biertje en extra feestelijk een cocktail in de Hamburgerstraat. Daar zit Behind Bars, een soort hole in the wall, waar ze lekkere cocktails maken.”
Utrechter
Mirjam Pater van de kledingzaak Mirk in de Hardebollenstraat. Wanneer je haar ziet, word je meteen vrolijk. Zij is a ball of positive energy. Zij maakt prachtige duurzame kleding, mode met een verhaal. Unieke handgemaakte mode. Ik kocht er een blouse gemaakt van een oude kussensloop uit het leger, met een prachtige kraag.”
Wat zou je doen als je burgemeester was?
“Ik vind dat iedereen die voor de gemeente werkt één maand van de bijstand zou moeten leven. Ik heb ook een tijdje op bijstandsniveau geleefd en het onbegrip waar je mee wordt geconfronteerd is stuitend. “Je kan toch geld van je ouders lenen?” Ik ben hoog opgeleid, spreek goed Nederlands en zelfs voor mij waren de formulieren die je moest invullen vaak onbegrijpelijk.”
Prachtig levensverhaal over een bijzondere vrouw uit mijn buurtje met leuke tips. Ik ga het boek deze zomer lekker lezen in mijn hangmatje. Veel succes Yael!
Erg boeiend om de achtergrond te lezen van deze Utrechtse debutante. Het boek krijgt hierdoor een extra dimensie.
Ik heb de Bewaring in een ruk uitgelezen, ja inderdaad in m’n hangmat bij 30 graden in Zuid Europa. 😉