de keuzes van

Utrechtse Hanneke de Jonge heeft de mooiste stem van Nederland: ‘Een stem is iets kleins, je wordt ermee geboren’

Hanneke de Jonge

In deze rubriek vragen we Utrechters keuzes te maken binnen hun vakgebied, maar ook daarbuiten. Vandaag Hanneke de Jonge. Ze is verslaggever van Nieuwsuur, stem van Met het Oog op Morgen en presentator van de vodcast Herrie in de Slachtstraat.

Hanneke de Jonge heeft sinds kort de mooiste stem van Nederland. Elke avond op de radio te horen aan het begin van het radioprogramma Met het Oog op Morgen. “Buiten is het.., binnen zit..”. Een zinnetje dat veel mensen kunnen dromen. Maar Hanneke is meer dan deze stem. Ze is verslaggever bij Nieuwsuur en presenteert om de veertien dagen de Vodcast van de NUK ‘Herrie in de Slachtstraat’. “Eigenlijk is deze rubriek niets voor mij, ik ben heel slecht in vertellen over mijzelf en nog slechter in het maken van keuzes”

Hanneke de Jonge (47), geboren in het ziekenhuis in Deventer, groeide samen met haar broer op in Epse. Een dorpje in de bosrijke omgeving tussen Zutphen en Deventer. “Mijn jeugd speelde zich vooral buiten af. In de zomer hutten bouwen in het bos en in de winter schaatsen op de ondergelopen uiterwaarden van de IJssel. Mijn ouders zaten beiden in het onderwijs en dat betekende lange zomervakanties naar het Lac de Serre-Ponçon in Zuid-Frankrijk, daar hadden we de tijd van ons leven. We troffen daar ieder jaar dezelfde grote vriendenclub en mijn vader was de cabaretier, hij vermaakte de troepen. Ik ging naar de lagere school in Epse en naar de middelbare school in Deventer, waar ik het VWO deed. Ik had een leuke middelbare schooltijd, zat in het leerlingenparlement, de toneelclub en de schoolband. Ik hockeyde en zat in het jeugdbestuur van de club, speelde tennis en ging naar jazzballet. Toen vond ik het maken van keuzes ook al ingewikkeld. Ik had een breed vakkenpakket gekozen om zo veel mogelijk opties open te houden, bang om bepaalde wegen af te sluiten als ik een vak niet zou kiezen. Journalistiek zat wel in mijn hoofd, maar ik wist het nog niet zeker. Ik bedacht dat ik een universitaire studie wilde volgen om mogelijk daarna de journalistiek in te gaan. Ik vond internationale betrekkingen leuk en dat zou ik dan in Groningen gaan doen. Mensen uit Deventer gingen destijds vaak in Groningen studeren, maar ik wilde iets anders, niet de meute achterna. Het werd Culturele Antropologie in Utrecht op de Uithof in een donker en bruin gebouw. Waar was ik beland? Ik wilde naar de binnenstad waar Geschiedenis en Rechten zaten.”

“Als je nu weer gaat veranderen, dan kan je je moeder en mij opsluiten”

“Ik besloot om het eerste jaar Rechten te doen om daarna te kunnen beslissen hoe en wat. Ik belde mijn vader uit een telefooncel: “Pap, het wordt toch weer anders, ik ga Rechten doen”. Het maakte hem en mijn moeder niet uit, maar hij zei wel: ”Als je nu weer gaat veranderen, dan kan je je moeder en mij opsluiten”. Ik vond de rechtenstudie interessant en maakte het af. Maar het werd me wel steeds duidelijker, mijn hart lag bij de journalistiek. Ik meldde mij aan voor een postdoctoraal journalistiek aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Er waren honderden aanmeldingen. Er kwam een strenge selectie want er mochten maar twintig mensen door. Ik stuurde een paar papers en mijn eindscriptie op die ik tijdens mijn rechtenstudie had geschreven. Op de selectiedag vroeg de voorzitter Pieter Broertjes (toenmalig hoofdredacteur van de Volkskrant) me: ”Denk je dat ik tijd heb om dit pak papier te lezen?” Waarop ik antwoordde: “Daar zou u echt tijd voor moeten maken, want het is ontzettend interessant!”. Haha, ik weet niet waar ik het lef vandaan haalde. Ook vroeg hij mij: “Stel dat je de premier wilt spreken. Hoe zou je dat aanpakken?”. “Nou simpel, ik bel hem op of ik wacht net zolang bij het Torentje tot ik hem te pakken krijg”.

“Ik werd tot de opleiding toegelaten en was dolblij”

“Die houding bleek de commissie te bevallen, ik werd tot de opleiding toegelaten. Ik was dolblij. De opleiding duurde een jaar en er zat een stage bij de krant aan vast. Ik kwam bij het AD terecht, dat was een geluk want ik mocht meteen artikelen schrijven. Na de opleiding was het even zoeken. In die tijd lagen de banen in de journalistiek niet voor het oprapen. Ik pakte van alles aan. Zo heb ik Frans gegeven op een middelbare school. En ik werkte op de afdeling communicatie van de HKU. Daar maakte ik me een internet-publicatieprogramma eigen. Dat bleek de opstap naar Hilversum. Ik had nog geen netwerk in de journalistiek maar beheerste wel dat computerprogramma. Ik werd aangenomen bij internetredactie van de NOS. De site stond toen nog in de kinderschoenen, vrij knullig allemaal, dat kan je je nu niet meer voorstellen. Vandaaruit kwam ik terecht bij de binnenlandredactie van Het Journaal. Het was walhalla, het voelde totaal niet als werk. Ik leerde in no time alle kneepjes van het vak. Zowel op journalistiek als op ‘televisie-maak’ vlak. Ik kreeg snel de gelegenheid om te leren monteren, dat was in het begin nog analoog met echte bandjes. Een hele goede leerschool om van tevoren te bedenken hoe je je verhaal wil vertellen, wat tegenwoordig ‘storytelling’ genoemd wordt. Ik mocht steeds meer zelf gaan maken en het land in voor reportages.”

“Mijn overstap naar Nieuwsuur was de beste keuze ooit”

“Na elf hele leuke afwisselende jaren bij het Journaal was het tijd voor iets nieuws. Ik kreeg een baan aangeboden bij Zembla. Onderzoeksjournalistiek leek mij altijd het summum. En het is ook ongelooflijk belangrijk. Maar de sfeer op de redactie onder de toenmalige eindredacteur was voor mij funest. Ik werd er erg ongelukkig. Na vier jaar ben ik overgestapt naar Nieuwsuur. En ik kan wel zeggen, de beste keuze ooit. Als verslaggever weet ik ’s ochtends niet waar ik aan het eind van de dag mee eindig. Om half tien ’s avonds is de deadline want dan begint de uitzending. In die tijd heb ik dus samen met een redacteur een onderwerp nader onderzocht, interviews en beeldmateriaal gedraaid met een cameraman, teksten bedacht en ingesproken en gemonteerd met een editor. Het is vaak enorm aanpoten maar ik vind het het allerleukste wat er is, ik ben heel blij dat ik mijn hart heb gevolgd. Toen Hans Hoogendoorn begin dit jaar na 48 jaar stopte als stem van met  ‘Het Oog op Morgen’ werd er een wedstrijd uitgeschreven. Met een app kon iedereen de bekende tekst “Buiten is het…, binnen zit” op de muziek van ‘Gute Nacht Freunde’ inspreken. Ik had van verschillende kanten gehoord dat ik mee moest doen, maar er speelden in die tijd zoveel andere zaken dat ik het eigenlijk een beetje vergeten was. Collega’s zeiden mij: “Dit ben jij”. En daarop heb ik toch maar, aan deze keukentafel, mijn tekst ingesproken.”

“Ik hoorde van vriendinnen dat ze het huilend in bed hadden gevolgd”

“Ik deed mijn oude badjas over mijn hoofd tegen de galm, zoals ik vroeger deed in cafés bij montages op locatie met mijn winterjas. Ik was de hele wedstrijd al vergeten tot ik bericht kreeg dat ik van de ruim 7100 inzendingen bij de laatste 170 zat. Dat vond ik al fantastisch. Weer een week later werd ik gebeld: ik hoorde bij de laatste 10 kandidaten. Gijs Scholten van Aschat, Thekla Reuten en Jacqueline Blom waren ook geselecteerd. Dat ik met deze mensen op de shortlist stond was voor mij al de kers op de taart. In een speciale uitzending van ’Met het Oog op Morgen’ werd met een livestream bekend gemaakt wie de winnaar was. De camera zwenkte mijn kant op en ik kon alleen maar denken “blijven ademhalen en normaal doen”. Toen na een lovend juryrapport mijn naam werd genoemd, wist ik niet hoe ik het had. Ik werd bedolven onder de felicitaties. Honderden en nog eens honderden berichtjes kreeg ik. Ook van klasgenoten van heel lang geleden. Ik hoorde van vriendinnen dat ze het huilend in bed hadden gevolgd. En een ander reed toeterend over de snelweg. Het was zo hartverwarmend. Maar tegelijkertijd ook verwarrend, want wat had ik nou eigenlijk echt gepresteerd? Als ik niet oppaste, ging ik bijna geloven dat ik echt iets kon. Wat dat betreft ben ik blij dat ik 47 jaar ben en geen 20 meer. Het is iets kleins, met je stem word je mee geboren. Daar kan je niets aan doen. Wel heb ik nu een stemcoach en moet ik regelmatig bubbelen om mijn stem in conditie te houden. Dat had ik een jaar geleden niet kunnen bedenken.”

De keuzes van Hanneke

Radio of televisie?

“Radio heeft iets magisch omdat je er zelf beelden bij kan bedenken. Bij televisie heb je vaak één beeld dat je in duizend woorden niet zou kunnen vatten. Beide hebben hun eigen magie, ik kan niet kiezen”.

Muziek

“Mijn muzieksmaak is best wel breed. Ik hou ervan om naar bandjes en festivals te gaan en dan laat ik mij graag verrassen. Best kept Secret en Down the Rabbithole, zijn de festivals waar ik naartoe ga en dan zoek ik ook de kleine podia op met de onbekende bandjes. Ik hou heel erg van de Editors, maar ook van Fountains DC. Hun laatste plaat Romance is zo mooi. Ik hou van Indie pop en post punk, daar ligt mijn hart.”

‘De laatste plaat van Fountains DC is zo mooi’

Boek

“Wat is de wat’ van Dave Eggers. Het is het verhaal van een jongen die uit Soedan vlucht. Zijn reis brengt hem in contact met vijandelijke soldaten, rebellen, hij krijgt te maken met ziekte en hongersnood. Een jongen die van de ene in de andere onwerkelijke situatie verzeild raakt. Het zou waargebeurd kunnen zijn en het maakt dat je met andere ogen naar vluchtelingen gaat kijken. Ook een fascinerend  boek is‘There are Rivers in the Sky’ van Elif Shafak. Een roman die zich afspeelt rondom de Tiger en de Theems. Drie levens in drie verschillende steden op drie verschillende momenten. Wat verbindt deze mensen en plaatsen door de eeuwen heen? Dat is water. Water heeft een geheugen, water bewaart alle herinneringen. Je reist mee door de tijd met een regendruppel en zo ontspint zich het verhaal.”

‘Dit boek maakt dat je met andere ogen naar vluchtelingen gaat kijken’

Film

“Ik kom altijd weer terug bij ‘Once upon a Time in the West’. De traagheid, de spanning die opgebouwd wordt, de verstilling, de muziek en de kleuren, prachtig. Een andere film waarvan de kleuren mij ook zijn bijgebleven is: ‘The Cook, the Thief, His Wife & Her Lover, niet zo bekend maar wel erg mooi. En dan The Blues Brothers, die heb ik misschien wel duizend keer gezien, de muziek en de humor maken dat deze film nooit verveelt.”

”De traagheid, de spanning die opgebouwd wordt, de verstilling, de muziek en de kleuren, prachtig’

Kunstwerk

“De Baliekluiver van Ad Jenner. Het beeldje op de Gaardbrug staat daar perfect. Dat mannetje, dat daar zo hangt raakt mij. Ik hou van de muurschilderingen van Jannis de Man, zij maken Utrecht leuker en brengen kleur in het leven.”

‘Dat mannetje, dat daar zo hangt raakt mij’

Stad

“Parijs, Barcelona en Lissabon, uiteindelijk is Utrecht natuurlijk thuis omdat ik hier woon. Je moet ergens een tijdje wonen om je er echt thuis te voelen. Zo heb ik in 2009 een tijd in Beiroet gewoond. Tijdens een uitwisseling liep ik daar mee op de redactie van een krant. Het was er toen fantastisch, het Parijs van het Oosten. Heel fascinerend hoe mensen daar leven met de dag. Je leeft er echt, niets is gegarandeerd. Pak de dag want je weet nooit wanneer het leven afgelopen kan zijn. Men vertelde mij dat de rijen voor de clubs waren nog nooit zo lang geweest als tijdens de bombardementen door Israël in 2006. In Parijs voel ik mij ook thuis, alsof ik er in een vorig leven heb gewoond. In Barcelona en Lissabon heb je het beste van alles: de zee, de stad, de architectuur en het eten.”

Ín Lissabon heb je het beste van alles: de zee, de stad, de architectuur en het eten’

Restaurant

“Bar Bet, Rosie en Saar. In deze drie restaurants kom ik graag. Voor de sfeer, het lekkere eten en de wijn. Buiten het centrum in Leidsche Rijn, heb je ‘Buiten bij de Sluis’, ook een fijne plek. Vooral in de zomer hebben ze een heerlijk terras en zelfs een jeu de boules baan.”

‘Buiten bij de Sluis in Leidsche Rijn is ook een fijne plek’

Drank

“Soms een biertje, een lekker glas rosé of witte wijn. Maar met een gemberthee op z’n tijd maakt je mij net zo blij.”

‘Met een gemberthee op zijn tijd maak je me net zo blij’

Utrechter

“Schoenmaker Chris van Hattem. Hij is een echte Utrechter en zit al jaren in de Voorstraat. Iedere ochtend komt hij aan op zijn Vespa. Hij is altijd dezelfde, een echte ambachtelijke schoenmaker, met een schort voor. Hij heeft die onderkoelde humor waar ik van hou. Wanneer ik een paar afgetrapte schoenen voor hem op de balie zet dan verzucht hij: ”Nou ja, ze zullen wel lekker lopen.”

‘Chris van Hattem heeft de onderkoelde humor waar ik van hou’

Wat zou jij doen als je burgemeester van Utrecht was?

“Zorg dat de stad voor de inwoners blijft, dat het niet de kant op gaat dat alles voor de toeristen wordt gedaan. Blijf erop bedacht dat de stad drijft op je inwoners. Hou de normale voorzieningen zoals zwembaden in stand. En pest mensen niet weg als ze een auto hebben. Misschien wat minder regeldrift zoals met die pinnen voor de terrassen.”

Laat uw reactie achter

Reactie

1 reactie

  • WJM schreef:

    Leuk interview en ik ben het hélemaal met haar eens over haar antwoord op de vraag: wat zou jij doen als je burgemeester van Utrecht was!
    Maar aan haar stem bij Het oog op ben ik nog steeds niet gewend! Ik mis elke avond haar geweldige voorganger, wat een stem had hij!!! En zo naturel.
    Zij klinkt helaas toch een beetje ‘gemaakt’.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *