Het is zondagmiddag drie uur, het einde van de marktdag nadert. De parkeerplaats van de Utrechtse Bazaar heeft echter bijna geen lege plekken en er staat nog een rij voor de kassa. Het is druk bij de overdekte markt, maar toch heeft het bedrijf het moeilijk. De directie besloot daarom het roer volledig om te gooien en zich te richten op duurzaamheid en sociale impact. “Echte winst gaat over mensen.”
De Utrechtse Bazaar is een binnenmarkt waar werkelijk alles te koop is. Groenten en fruit, nieuwe en tweedehands schoenen, planten, tapijten, meubels, elektronische apparaten, drogisterij artikelen, dierenvoeding, bedenk het maar of je vindt het er. De Bazaar werd opgericht in 1981. Meer dan dertig jaar lang floreerde het familiebedrijf ieder weekend in de bloemenveiling in Vleuten, tot eind 2012. De hallen moesten plaatsmaken voor de nieuwe woonwijk, en de Utrechtse Bazaar verhuisde naar de Groenewoudsedijk in Papendorp. Er is sinds de verhuizing veel veranderd.
Het grootste verschil voor de Utrechtse Bazaar is dat ze het pand niet meer delen met de bloemenveiling. Dat zou handig kunnen zijn, omdat marktkoopmensen hun spullen doordeweeks kunnen laten staan. Maar het is eerder een doodsteek. “We zijn alleen op zaterdag en zondag open, maar huren het pand de hele week”, zegt directeur Laurens van der Heijden. Daarnaast helpt de invoering van koopzondag in 2012 ook niet mee aan het succes van de Utrechtse Bazaar. Waar de overdekte markt voor 2012 nog als enige open was op zondag, moet deze nu concurreren met bijna alle winkels in Utrecht.
Samen de consument naar de Bazaar trekken
Dat er iets moet veranderen, merken ook de standhouders. Desondanks komen ze graag iedere week naar de markt om hun waar te verkopen. “In Vleuten gingen de zaken heel goed, de laatste jaren is het wat minder geworden.” Marian en Hans staan alleen op zondag op de markt met hun parfums. Ze komen iedere week weer terug naar de Bazaar, want ‘als je er iets van wilt maken, moet je dat samen doen’. “We moeten samen de consument hier weer naar toe trekken”, vindt Marian.
Meneer Qadri verkoopt iedere zondag dameskleding bij de Utrechtse Bazaar, woensdag tot en met zaterdag staat hij op andere markten. Of het een goede week is, is volgens Qadri afhankelijk van wanneer salarissen en uitkeringen worden overgemaakt.
Tussen de lederwaren en bikerartikelen staat Piet Warmerdam. Ook hij komt met veel plezier iedere week naar de Utrechtse Bazaar. “De markt is lekker binnen, ik kan hier een boterham verdienen, het geeft me vastigheid en ik heb een goede band met de directie.”
[Tekst loopt door onder de foto’s]
Groene plannen
De Utrechtse Bazaar heeft het minder makkelijk op de nieuwe locatie aan de Groenewoudsedijk, maar de directie is niet bij de pakken neer gaan zitten. Strategisch directeur Fleur Greebe benoemt het concept ‘Blue ocean thinking’: “We moeten het niet beter doen, maar anders. We gaan ons onderscheiden met een nieuw concept.” De eerste plannen werden in de zomer concreet.
Directeur Van der Heijden onderzocht welke andere mogelijkheden de ruimte die ze hebben biedt. “We hebben namelijk 11.000 vierkante meter en 1.200 parkeerplaatsen.” Greebe vult aan: “We hebben gekeken naar waar de stad Utrecht mee kampt. Dat zijn thema’s als duurzame mobiliteit, parkeren, milieu, integratie en jeugdwerkloosheid.”
Social impact ondernemen: House of Trades
Het blijft niet bij de groene plannen alleen, de directie wil meer. “Echte winst gaat over mensen”, vindt Greebe. De Utrechtse Bazaar heeft een heel nieuw businessconcept ontwikkeld en wil zich nog meer gaan richten op ontmoeten en integreren. House of Trades is in het leven geroepen: een hotspot voor ondernemers en afgestudeerden, een handelshuis voor iedereen. “De Utrechtse Bazaar is al sinds de oprichting een plek van ontmoeten; integratie is altijd vanzelfsprekend geweest”, legt Greebe uit. “Wij willen die sociale impact vergroten. Onze rol is aan het veranderen.”
Binnen het concept is daadwerkelijk plek voor iedereen. De Utrechtse Bazaar wil bijvoorbeeld een plek bieden aan mensen die pas zijn afgestudeerd aan een opleiding op het gebied van vakmanschap. Greebe vertelt hoe het bedrijf een leerwerkplek kan zijn voor hen. “Het is een plek waar ze geld kunnen verdienen, praktijkmeters kunnen maken en aan hun netwerk kunnen bouwen. We hebben hier de faciliteiten. Doordeweeks kan de ruimte gebruikt worden als atelier, en in het weekend kunnen producten worden verkocht. Het is toch prachtig dat de jonge garde hier straks ambachten kan uitoefenen. Bovendien hebben we ook altijd security nodig, mensen die events organiseren. Dat kan ook gedaan worden door mensen die net van school komen.”
Laagdrempelig ondernemerschap
De Utrechtse Bazaar is een samenwerking gestart met veel verschillende partijen, zoals ander andere het ROC en het Amsterdamse Square. “Daarnaast willen we graag met sociale projecten van de gemeente meewerken en zijn we in gesprek met de voedselbank. We weten dat de gemeente Utrecht bezig is met een plan en we zouden graag samenwerken aan een groter plan waarmee 15% van onze ondernemers uit de groep die in een uitkeringssituatie zit een plek bij ons kan krijgen”, aldus Greebe.
De Utrechtse Bazaar claimt dat er altijd al ruimte is voor laagdrempelig ondernemerschap. Het is mogelijk om per week een kraam te huren. Mensen die uit een uitkering komen en moeite hebben een vaste baan te vinden kunnen de eerste stappen naar het ondernemerschap zetten. “Ondernemers zorgen zelf voor de producten, wij kunnen helpen met het financiële gedeelte”, aldus Van der Heijden.
Van der Heijden en Greebe verwachten dat de plannen er voor zorgen dat er meer mensen naar de Bazaar komen, en dat een nieuwe groep mensen de markt ook vindt. Mensen die duurzaamheid belangrijk vinden. Samenwerkingspartners zien in ieder geval heil in het concept. Ook een groep raadsleden is volgens de directie enthousiast over de plannen. “Onze plannen en die van de huidige coalitie passen toevallig heel goed bij elkaar. Met de vorige coalitie zouden we minder goed op één lijn zitten”, aldus Van der Heijden. “Dat werkt twee kanten op: we kunnen elkaars plannen snel handen en voeten geven”, vult Greebe aan. “We doen dingen die we nog nooit hebben gedaan en werken samen met partners die er in zijn gespecialiseerd.”
De directie wil de plannen liever gisteren dan vandaag uitvoeren. Ze hoopt zelfs de plannen landelijk uit te kunnen rollen. “Alle steden kampen met de ‘grote steden problematiek’. We hebben in een korte tijd een fantastisch netwerk aan samenwerkingspartners gecreëerd en hebben hier eind 2019 een prachtige blauwdruk liggen van hoe we het in andere gemeentes ook kunnen uitrollen. Het is een win-winsituatie voor iedereen.”
Druk op de pijltjes links en rechts om te navigeren tussen de foto’s
Hier is de juiste visie gepresenteert waarbij vele jonge ondernemers hun eerste slagen kunnen gaan maken.
Daarbij voldoet de combinatie werkplaats/verkooppunt aan de vraag.
Hierbij gaan we ervaren dat de garagebox al startpunt tot het verleden gaat behoren.
Wat een interessant plan. Uit mijn omgeving weet ik,dat niet- westerse allochtonen moeilijk aan een stageplaats komen.Het concept past precies in de tools die je nodig hebt om carrière te maken. Een stageplaats, werkervaring, coaching,netwerk, aanvullende opleiding . Utrecht kent 34% allochtonen.Het concept biedt een uitstekende opstap.Nu eens niet via stichtingen, die soms de indruk wekken meer werkverschaffingsprojecten te zijn, dan afgerekend te worden op prestatie. Voor “weinig “kan de politiek (lees:de gemeente)met dit concept goede zaken doen.
Zondag j.l. met mijn maat weer eens naar de Bazar geweest. Overgelopen kerst ook voor een Petrol vest en gekocht.
Ik vind het jammer dat het erg aan het teruglopen is.
Jaren geleden met oude spulletjes gestaan op de bloemenveiling.Was een gezellige tijd met optredens van oa Dolle Rots etc. Artiesten.
Toen huurde je een bloemen veilingkar met je oude spulletjes erop.
En vrijdags s middags op het parkeerplek de grote spullen verhandelen oa kasten tafels etc.
Dat werd met een knipoog lang toegestaan ook.
De brand in de Oude veiling heb ik ook nog meegemaakt.
Op de nu heden lokaties waarom geen oude spullen verkoop op bv de vrijdag middag ?
Wij komen hiervoor eigenlijk ,maar zien dat niet veel meer.
Waarom maken ze de entree niet gratis, dat is pas laag drempelig, kijk maar naar Beverwijk.
Waarom niet de mensen heĺpen die een laag ijkomen hebben zet een klussenteam op voor die mensen die er het geld niet hebben om daar voor te betalen of weinig kunnen betalen
nu er geen utrechtse bazaar meer is hebben veel mensen te lijden dat ze niet meer naar de bazaar kunnen gaan!