Centraal Museum

Stuff Matters: Stockholder spreekt Rietveld in uitwisseling van ongewone gewoonheden

Spullen doen ertoe, gewone, alledaagse spullen. Er zit kunst in een wasmand, vooral als ze samen hangen met soortgenoten en zo ophouden wasmanden te zijn. Dat is de essentie van ‘Stuff Matters’, de nieuwe tentoonstelling in het Centraal Museum. Het is ook het credo en de business van Jessica Stockholder, kunstenares uit Chicago.

Zij maakte een keuze van meer dan zestig werken uit de Utrechtse collectie en zette ze in opgewekte samenspraak met haar eigen installaties. Kijken verandert in permanente verbazing. Alsof ook het oude werk uit het Utrechtse depot nieuw is.

Het begon allemaal met de ontdekking van artistiek directeur Bart Rutten, snel na zijn aantreden in Utrecht. Hij was blij om ook twee werken van Jessica Stockholder in de collectie van het Centraal Museum aan te treffen. Hij kende haar kunst al uit zijn voorgaande baan bij het Stedelijk Museum in Amsterdam. Van het een kwam het ander, het werd het begin van de nu tentoongestelde ontmoeting. Achttien maanden geleden begon de Amerikaanse met een eigen inventarisatie van de bonte variëteit in het Utrechtse depot en kon ze zich een voorstelling gaan maken van een ordening en een aanpak.

Het resultaat is treffend, aanstekelijk, overvloedig, direct al bij de forse confrontatie tussen Worklight XL, een enorm uitvergrote bouwlamp van Studio Makkink & Bey uit 2000 en Stockholders constructie Between the Lines uit 2017. Het is een web van draden en objecten, extra geaccentueerd door de schaduwen die subtiel meespelen op de witte muur. De kunstenares gebruikte luidsprekerkabel, koperdraad, touw, een nylon camouflagenet, stofzuigeronderdelen, twaalf sushi-borden, ijzerwaren, een leeg gelopen strandbal, een koperen pijp en een wijnrek van plexiglas. Ziedaar de methode, de right stuff.

Zo gaat het verder, zaal na zaal, in het groot en in het klein. Daarin zoekt Stockholder nadrukkelijk ook de verbinding met het innerlijk van het gebouw. Dat doet ze met een dik veelkleurig touw dat zich onder de wandeling ineens slangsgewijs voordoet en met de metalen trappen meevoert naar een ruimte vol spiegels en andere installaties.

Als het een gesprek is, dan domineert Stockholder de conversatie heel sterk. Als tijdelijke gast manifesteert ze zich zonder enige terughoudendheid en daarmee wordt het een overrompelende ontmoeting, ja, ze schudt de Utrechtse inboedel vrolijk op.

In het refter verbindt ze in een van haar ‘Assists’, een kleurig scherm vol gaatjes met de Heilige Bisschop, een zwaar beschadigde middeleeuwse sculptuur van Baumberger kalksteen, in de jaren vijftig gevonden bij opgravingen in de Lange Nieuwstraat. Verderop zet ze zelden of nooit vertoonde boekenkasten van Gerrit Rietveld letterlijk op een voetstuk door ze op een laag Oranje podium te laten shinen. Terzijde ligt Sacco, stoel in rode zitzak van Utrechter Frank Mandersloot.

Dan volgt de samenspraak tussen een geladen constructie van Wim de Haan en een van Stockholders Inventorys. Verderop staat een van de meest spectaculaire constructies van Stockholder al te lonken: Lay of the Land. Van dichtbij is het als het binnenkomen in een erezaal. Wow! Op een Perzisch tapijt staat een dichte horde beschilderde houten barkrukken, met een laag beschilderde verkeerspiegels eroverheen die op hun beurt de tros fel oranje wasmanden die erboven hangt weerkaatsen, beschenen door zes felle lampen in grote rode kappen. Het is misschien wel de meest treffende Stockholder.

Op het paneel aan de muur legt ze het zelf uit: ‘Dit werk, dat zich uitstrekt van de vloer tot het plafond, maakt deel uit van de architectuur en staat er tegelijkertijd los van. De spiegels dienen als oppervlak voor gekleurde verfvlakken, maar ook als middel om het blikveld te verruimen.’

Het is een nieuw onderdeel van het totaal  dat voor Bart Rutten een van de belangrijkste activiteiten is bij het bezoek aan Stuff Matters: kijken. Hij zegt: ‘Je verliest heel snel de functionaliteit van die manden uit het oog. Ze heeft één strategie: ze zorgt ervoor dat het zoveel bij elkaar is dat je het nooit in een oogopslag kan bevatten. Waardoor je dus actief aan de slag moet, ernaartoe lopen, iets afstand nemen. Dat Oranje van die manden lijkt wel door te druipen naar die krukken beneden. Zo zet ze het volledige arsenaal aan materialen die we als mens kunnen maken in om een totaalervaring te maken. Het ontregelt je een beetje, want je kennis van de objecten van de wereld om je heen wordt buitenspel gezet, maar je krijgt ook ruimte om opnieuw te kijken. Haar blik, haar werkwijze past heel goed bij de breedte van onze collectie, met stadsgeschiedenis, mode, vormgeving oude, moderne en hedendaagse kunst. Zo ontstaat een vernuftig spel tussen de objecten die we hebben, sommigen maken hun debuut op zaal, en de wirwar van haar eigen objecten.’

De manier van kijken veranderde al bij het inrichten zodanig dat ze ervoor moesten waken om een werktuigen voor kunstwerk aan te zien. Rutten, glimlachend: ‘Het was ongelooflijk grappig om de dingen die we gebruiken om alles op te bouwen in een keer begonnen te stralen, trots op de wereld die hen omringt.’   

Jessica Stockholder zelf vertelt gretig over haar interesse om dingen anders te laten zien dan ze zijn. Ze legt uit: ‘Het is leuk, maar ook ernstig. Alle dingen kunnen op verschillende manieren bekeken worden, gelet op hun geschiedenis, de ambachtelijke traditie. Ze worden ook verbonden aan woorden. Je noemt een stoel een stoel, een lamp een lamp. Maar als je de omstandigheden verandert, zie je er andere dingen in en worden ze onderdeel van iets anders, ver weg van de oorsprong.’

En dan, onverminderd opgewekt: ‘Het is een ambitieuze tentoonstelling. Ik heb er met plezier aan gewerkt met de mensen van het museum. Het is mooi. Soms een beetje wacky, maf, dan weer heel conservatief. Het is een leuke combinatie.’

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *