Op 7 augustus overleed Philippe (Wilhelm Karel) Visser. Een geboren en getogen Utrechter die internationaal furore maakte als kapper. In 1986 begon hij op de Oudegracht zijn salon ‘Haute Coiffure Philippe’. Op latere leeftijd bekwaamde hij zich onder begeleiding van John Noy in de schilderkunst. Bernard Tomlow was bij zijn afscheid en haalt herinneringen op aan een flamboyante Utrechter.
Op 15 augustus was ik op een bijzondere begrafenis in Domstede aan de Proostwetering. Mijn kapper, die ik kende als Philippe, inmiddels bijna 90 jaar, was overleden. Ook heb ik in het verleden een procedure voor Philippe gevoerd toen de verhuurder de huurovereenkomst van zijn kapperszaak aan de Oudegracht wilde beëindigen.
De begrafenis was stijlvol, in bloemenpracht, chansons en mooie verhalen. Philippe had het helemaal geregisseerd. Zijn man, Willem, verhaalde emotioneel over zijn huwelijk met deze bijzondere man. Twee totaal verschillende karakters, Philippe extravert en Willem ingetogen. Ik dacht meteen: “Les extrêmes se touchent”.
Tijdens de begrafenis werd door de vele foto’s duidelijk hoe Philippe in allerlei vormen genoot van het leven. Zijn basis was knippen. Als een Tina Turner toonde hij zijn kunsten in Parijs, Mexico, Londen, New York en zelfs Belgisch Congo. Vele toneelspelers, politici en filmsterren werden door hem geknipt. En één keer Ivo Opstelten, zo vertelde iemand. Ook knipte Philippe vroeger de bij het afscheid aanwezige Geert Wilders.
Uit de verhalen werd duidelijk dat Philippe af en toe geen makkelijke man was, relaties soms tijdelijk ‘on hold’ werden gezet, maar ook dat de betrokkenen het een eer vonden om in zijn omgeving te hebben mogen verkeren. Eén van de aanwezigen verwoordde het treffend met verwijzing naar Le Petit Prince: ‘L’essentiel est invisible pour les yeux’.
Philippe, geboren en getogen in Utrecht, liet zich niet intimideren toen hij al jong ontdekte dat hij niet op vrouwen viel, maar op mannen. Hij explodeerde in creativiteit in plaats van te imploderen en weg te kruipen. Hij hield van verkleedpartijen (Philippe maakte voor een balletgezelschap kostuums, hoeden en pruiken), koken en ontdekte het schilderen. John Noy was zijn leermeester en hij bewonderde Theo Mackaaij. Theo zat tijdens de begrafenis naast mij en wanneer de prachtige muziek gespeeld werd, completeerde Theo die mooie momenten door mee te neuriën.

Na afloop van de condoleance prees John Noy tegenover mij het schilderstalent van Philippe maar sprak ook van een man met een moeilijk karakter. “Hij stond graag voorop, voelde zich een prinsje en uit ervaring kan ik zeggen dat hij niet altijd een makkelijke man was om mee te gaan. Maar naast dat alles was hij een vakman die als kapper hele grote namen tot zijn klantenkring mocht rekenen. Dat Philippe op latere leeftijd als schilder zulk mooi werk maakte, was bijzonder. Hij vroeg voor zijn schilderijen altijd de hoofdprijs en het mooie was dat hij die er ook voor kreeg.”
Na al die bijzondere verhalen was de typering van Philippe zo ontzettend treffend: Philippe kwam niet binnen, maar op.
De begrafenis eindigde met het prachtige door Philippe gekozen lied van Jacques Brel – “La chanson des vieux amants”, een ode aan de liefde voor zijn Willem:
“Natuurlijk, we hebben onze onweders gekend
Twintig jaar liefde, dat is gekke liefde
Duizendmaal heb je je koffers gepakt
Duizendmaal heb ik mijn biezen gepakt
En ieder meubelstuk herinnert zich
In deze kamer zonder wieg
De uitbarstingen van de oude stormen
Niets lijkt meer op iets
Je bent de smaak van water vergeten
En ik die van verovering
Maar mijn geliefde
Mijn zachte, mijn tedere, mijn wonderbaarlijke geliefde
Vanaf de heldere dageraad tot aan het einde van de dag
Hou ik nog steeds van jou, je weet, ik hou van jou
Ik, ik ken allang al jouw tovertrucjes
Jij kent allang al mijn streken
Jij hebt me voor de valkuilen behoed
Ik raakte jou van tijd tot tijd kwijt
Natuurlijk had je ook enkele geliefden
Om de tijd te verdrijven
Om het lichaam te laten jubelen
Maar uiteindelijk
Hebben wij een groot talent
Om oud te zijn zonder volwassen te zijn Maar mijn geliefde
Mijn zachte, mijn tedere, mijn wonderbaarlijke geliefde
Vanaf de heldere dageraad tot aan het einde van de dag
Hou ik nog steeds van jou, je weet, ik hou van jou
En hoe meer de tijd ons doet voortslepen
Hoe meer de tijd ons kwelt
Maar is niet de ergste val voor geliefden
Het leven in vrede
Natuurlijk huil je wat minder snel
Ik word niet meer zo snel boos
We beschermen onze geheimen minder
We laten niet meer zoveel over aan het toeval
We laten ons niet meer meegaan met de stroom
Maar er is altijd de zoete oorlog
Maar mijn geliefde
Mijn zachte, mijn tedere, mijn wonderbaarlijke geliefde
Vanaf de heldere dageraad tot aan het einde van de dag
Hou ik nog steeds van jou, je weet, ik hou van jou”

Mooi stuk Michael. Tja een bijzonder mens inderdaad. Prachtige verhalen en nooit saai. De dubbele gevoelens waren er. Ik zal hem missen.
Wat een mooi stuk geschreven voor een man die het leven geleefd heeft zoals hij dat wilde🫠
Zeer herkenbaar verhaal!
Hartelijk dank Bernard Tomlow
Mooie extroverte overbuurman! Geweldige verhalen kom hij vertellen over zijn leven voor dat hij op de gracht kwam knippen!
Mooie markante man!
Mooie herinnering aan een bijzonder mens. Veel dank.
Tot tranen toe bewogen,
Ik droog ze nu, maar buig
In eerbied en in stilte
Wat fijn zo’n stuk te lezen over ‘mijn’ Flamboyante lieve buurman. Wat ga ik hem missen. Echt verdiend!
Dank Bernard Tomlow voor deze mooie woorden.
Het is verdrietig te lezen dat Philippe is overleden en de wereld weer een beetje minder kleurrijk is geworden. Philippe was mijn wonderkapper en ik genoot van zijn heerlijke verhalen. De kerstkaarten van zijn schilderijen heb ik nog en ook een heuse ‘Philippe’ , ik zal het koesteren. Mijn gedachten zijn bij Willem en ieder die hem lief heeft. Helma