In deze rubriek vragen we Utrechters keuzes te maken binnen hun vakgebied, maar ook daarbuiten. Vandaag Peter Lindeboom, oud-bankier en fotograaf.
Ik spreek af bij Peter Lindeboom thuis. Hij woont in de Herculestoren achter Galgenwaard. Op tien hoog heb je een verbluffend uitzicht over de velden van Kampong en in de verte zie ik zwarte regenwolken die voorspellen dat ik niet droog thuis zal komen. “Het uitzicht is net als aan de kust iedere dag een andere lucht, het verveelt nooit en ik hou van dit fascinerende uitzicht. Mijn vrouw houdt niet zo van de regen hier. Zij is liever in ons huis in Spanje.”
Peter Lindeboom(76), geboren in Groningen, verhuisde toen hij 8 jaar oud was naar Dordrecht. “Mijn vader werkte bij de Nationale Nederlanden en kreeg in Dordrecht een eigen rayon. Mijn ouders kozen voor mij een lagere school in de buurt van ons huis. Ik kwam terecht in de vierde klas en al snel kregen mijn ouders het bericht dat Petertje niet mee kon komen. Men adviseerde het BLO. Mijn moeder vertrouwde het advies niet en liet mij testen. Het bleek dat ik mij verveelde in de klas en mijn ouders zochten een andere (privé-)school voor mij. Vandaar zonder probleem naar het gymnasium, maar daar bleef ik in de vijfde klas zitten. Laat ik zeggen dat ik met andere dingen bezig was dan met school; sport, toneel en een Puch. Ik vatte het plan op om mij op het staatsexamen voor te bereiden in mijn diensttijd, maar studeren en de dienstplicht bleek geen gelukkige combinatie. Ik werd gelegerd in Seedorf bij de super parate troepen van de NATO en daar was de persfotograaf net afgezwaaid. Ik solliciteerde naar zijn baan en tot mijn stomme verbazing kreeg ik die functie, ik had nog nooit een donkere kamer van binnen gezien. Ik kreeg de sleutel van de doka en daar is mijn liefde voor de fotografie begonnen. Uren bracht ik door in de doka en dat gaf mij veel ruimte.”
“Ik was een laatbloeier”
“Waar is Lindeboom”, werd er op het appèl gevraagd, “die zit in de donkere kamer”. Na anderhalf jaar zwaaide ik vervroegd af om me voor te bereiden op het Staatsexamen, want wat kun je doen zonder diploma van de middelbare school? Ik was een laatbloeier, maar als het moet dan kan ik heel veel energie opbrengen. Ik had drie maanden om twee jaar gym in te halen, maar slaagde voor mijn staatsexamen. En de fotografie had mij gegrepen. Ik deed toelatingsexamen voor de kunstacademie in Amsterdam en Breda en werd toegelaten. Mijn vader sprak toen de wijze woorden: ”Misschien moet je fotografie als hobby houden.” Een goed advies. Eenmaal gearriveerd in Amsterdam kreeg ik dankzij goede wiskundecijfers een bijbaantje bij de kleine bank Mees en Hope om het computergebeuren op te starten. Dat vond ik leuk en ik besloot wiskunde en economie te gaan studeren. Na mijn promotie werkte ik bij De Postbank, bij de ING en tenslotte als directievoorzitter bij de Crediet en Effectenbank hier in Utrecht.”
“Op een gegeven moment was ik lid van meer dan 30 clubjes”
“Ik werd in Utrecht gevraagd voor allerlei bestuursfuncties: bij het Catharijne Convent, het Waterleiding Museum, het Universiteit Museum en bij Sonneborgh. Daarnaast werd ik lid van verenigingen en sociëteiten. Op een gegeven moment was ik lid van meer dan 30 clubjes. Bij die clubjes hoorde ook de Sociëteit De Vereniging op de Mariaplaats en daar ben ik negen jaar voorzitter van geweest. We hebben daar een biljartclub opgericht en ik heb mij natuurlijk sterk gemaakt voor een fotoclub, waar inmiddels 45 mannen lid van zijn. Veel leden hadden fotografie als hobby, maar wilden graag commentaar op hun foto’s hebben. Computers en fotografie hebben altijd mijn belangstelling gehad. Toen ik in 1994 in een etalage in New York de eerste digitale camera zag, was ik meteen verkocht. Het was een Casio, waarvan de batterij na tien foto’s al leeg was. Later kwam de Canon EOS 1, een wonderding. Rond 2007 kocht ik mijn eerste drone, met een camera de lucht in. Er ging een wereld voor mij open. In Utrecht werd de “Ponskaart” afgebroken, het gebouw voor de studie Tandheelkunde, en ik besloot de afbraak met een drone te filmen. Ik werd met argusogen gevolgd door de opzichter van de sloop, maar sloot uiteindelijk vriendschap met hem. Niet alleen filmen maar ook foto’s maken met een drone. Ik kon zo van heel dichtbij de elementen van de Dom fotograferen. In 2022 heb ik met “Utrecht vanuit de lucht” mogen exposeren in het Stadskantoor . Jan van Zanen vond dat mijn werk meer aandacht mocht hebben.”
De keuzes van Peter
Fotograaf
“Hans van Ommeren, topfotograaf, was één van mijn leermeesters. Ik had hem gevraagd om op de sociëteit een verhaal te houden over fotografie en hoe een foto tot stand komt. Hij demonstreerde dat en maakte een foto met een lichtbron aan één kant. Daardoor heeft de foto een beetje een Rembrandt-achtige sfeer. Hij weet met licht te spelen, daar is hij meester in.”
Boek
“Ik lees veel vakliteratuur en heb zes abonnementen op kranten. Ik schrijf zelf ook veel. Bijvoorbeeld een boek over mijn familie. Bij het overlijden van oudere familieleden kwam het mandje met fotoalbums en losse familiefoto’s bijna altijd bij mij terecht. Mijn zoon maakte mij erop attent dat na mijn overlijden dit waarschijnlijk volledig bij de afval terecht zou komen, omdat niemand nog enig idee had wie op al die foto’s stond. Hij had een punt. Ik heb de relevante foto’s gescand en die in een overzichtelijk verhaal toegelicht voor toekomstige generaties. Ik heb in 1982 een proefschrift geschreven over hoe de gulden functioneert en werd in recente jaren vaak uitgenodigd om een voordracht te houden over de vraag hoe het nu met de euro gaat. Hoe is het nu toch mogelijk dat de ECB vanuit het niets ineens honderden miljarden euro’s tevoorschijn tovert. Of: kan Nederland uit de euro stappen? Dit soort vragen zijn een kolfje naar mijn hand. Ik wilde een boek schrijven over de ECB en de euro. In de tijd dat de inflatie 1,4% was voorspelde ik dat de inflatie onvermijdelijk zou gaan stijgen, maar voordat het manuscript bij de drukker lag, hadden we al een inflatie van 7%. Geen nieuwswaarde meer. Ik ben er mee gestopt.”
Film
“Ik koester de mooiste herinneringen aan de klassiekers die ik met mijn vader zag in de bioscoop. Mijn vader had het altijd heel erg druk, maar hij maakte tijd voor films die ik moest zien. Ben-Hur en The Longest Day. Dan haalde hij twee kaartjes voor de bioscoop en gingen we samen naar de film.”
Muziek
“Pink Floyd, dat is mijn muziek. The Beatles heel melodieus en soms bijna klassiek, The Stones iets ruiger, maar Pink Floyd is van alle tijden. Zelfs mijn zoon is Pink Floyd fan. Samen hebben we ook Cat Stevens en dan het liedje Father and Son. Dat is van ons. En ik hou het niet droog als ik het hoor, niet alleen omdat het ons liedje is maar ook omdat het werd gezongen op de uitvaart van mijn kleinzoon. Het jongetje dat vlak voor zijn geboorte is overleden en de son van mij zoon zou zijn geweest.”
Restaurant
“In Woerden, waar ik woonde had je de stationsrestauratie. Dat was het beste stationsrestaurant van Nederland. Daar konden mijn toen nog zeer jonge kinderen het eten krijgen dat zij lekker vonden en werd er voor mijn vrouw en mij een heerlijke biefstuk gebakken. De chef in Woerden was Ben Sikking, een stoere man met heftige gebaren, in een hemdje met bretels. Een beetje onverzorgd met zijn okselhaar zichtbaar, maar een zeer toegewijde kok. Jaren later ging ik met een zakenrelatie uit eten en in het Wilhelminapark. Ik stapte het terras op en werd welkom geheten door een man in een driedelig kostuum. Ik keek goed en zei: “Ben?” We herkenden elkaar. Hij had zijn droom waargemaakt: een eigen restaurant op niveau. Helaas is de ambitie van een goede kok en het commercieel verantwoord uitbaten van een restaurant, vaak moeilijk te combineren. Jon Sistermans is in dezelfde valkuil gestapt. Ik heb laatst gegeten bij Hemel en Aarde, dat was heel goed, alleen de routing tussen restaurant en hotel zou duidelijker kunnen.”
Drank
“We hebben een huis is Spanje en bij de groothandel in de buurt koop ik mooie wijnen. Na veel proeven ken ik daar inmiddels redelijk de weg. Door omstandigheden had ik een tijdje geleden een aantal heel aparte wijnen in huis. Tijd voor een blinde proeverij. Op een zondagmiddag. Acht vrienden, waaronder wijn-professionals en zeer deskundige liefhebbers. Vijf wijnen blind proeven en beoordelen. De eerste wijn: prachtig, maar toonde tekenen van ouderdom. Klopt. Hier heb ik 10 jaar geleden in Spanje 6 dozen van gekocht voor € 4 per fles. Dit was de laatste fles. Wijn 2 werd de winnaar van de avond: een Ribera del Duero van € 10. Superieur. Nummer drie sla ik over. Wijn nummer 4 blind uit een karaf. Ik hoorde negatief gegrom, muffig, rook naar stal, net aanvaardbaar bij een bord spaghetti. Mijn buurman stelde voor om deze wijn in de gootsteen te gooien. Prima. Ik haalde de fles tevoorschijn: een Chateau Mouton Rothschild Premier Grand Cru classé. Het was een fles van 350 euro die ik bij een afscheid had gekregen. De Fransen zijn goed in marketing.”
Stad
“Utrecht, de menselijke maat. Niet te groot en niet te klein, precies goed. We hebben hier alles en de stad gedraagt zich als één geheel; overzichtelijk. Ik heb in Londen en in Amsterdam gewoond. Dat is me te groot. Best leuk, maar ik voelde me daar meer als gast dan als herkenbare medebewoner.”
Utrechter
“Ik heb grote bewondering voor mijn voormalige buurman in de Frans Halsstraat, Maarten van Rossem. Wij hadden beiden aan de voorkant van onze huizen onze studeerkamers. We konden elkaar zien als we zaten te werken. Ik mailde hem als ik stopte en dan mailde hij terug dat hij nog even doorging. Ik heb bewondering voor hem, zijn werklust en zijn parate kennis. Wat hij leest dat onthoudt hij ook. Hij weet over heel veel onderwerpen heel veel. Ik maakte ooit een foto van hem en toen ik hem die liet zien zei hij: “Dit kan niet, dit mag niet! Want ik lach. Deze foto is dodelijk voor mij. Ik moet altijd een beetje bozig kijken, een brombeer en een beetje morsig. Die foto mag je nooit aan iemand laten zien.” Dat respecteer ik.”
Wat zou je doen als je burgemeester van Utrecht was?
In Utrecht is het beleid dat de auto’s weg moeten uit de stad. Soit! Maar als ik nu zie dat er hier om mij heen flats gebouwd zullen worden waar straks 900 jonge gezinnen gaan wonen. Hoe moeten die naar hun werk? Dan zal je toch eerst het openbaar vervoer echt goed moeten maken, anders blijft het gewoon auto’s wegpesten. Regel eerst een alternatief, voor dat je iets in de ban doet.”
Laat uw reactie achter
Reactie