In deze rubriek vragen we Utrechters keuzes te maken binnen hun vakgebied, maar ook daarbuiten. Vandaag Martijn Cools, sinds vorig jaar eigenaar van de drie vestigingen van Orloff.
Ik spreek met Martijn Cools af in zijn Orloff aan ’t Wed. Al snel blijkt dat we meerdere dingen gemeen hebben. We gingen allebei naar de Werkplaats in Bilthoven. Net als ik verzamelde hij bij de Berenkuil om met een groepje naar school te fietsen. Beiden kregen we Duits van Ton Faas, de meest gehate docent op school. “Tussen mij en Duits is het nooit meer goed gekomen. Ik moest van de hotelschool in Wageningen af omdat ik met een twee voor Duits het jaar niet over mocht doen”, vertelt Martijn. Met mij en Duits is het ook nooit iets geworden. Ik ben van pure ellende Frans gaan studeren. Liever Madame le professeur dan een Feldwebel.
Martijn Cools (51) geboren in Utrecht op het Smaragdplein, groeide op met zijn oudere zus Cécile. “In 1981 gingen mijn ouders uit elkaar en verhuisde ik met mijn moeder naar de ‘experimentele’ flat in Overvecht. De woningen lagen rond een gemeenschappelijke hal die door de bewoners naar eigen inzicht ingericht kon worden. Het was een prettige woonvorm voor een kind om in op te groeien. Ik was erg op mijzelf, een verlegen jongetje dat altijd aan het voetballen was in onze hal. Verlegen ben ik altijd wel gebleven maar door de indeling van die flat werd ik wel veel socialer. Een gebeurtenis uit die tijd is me altijd bijgebleven. Ik raakte in die flat bevriend met twee jongens wier ouders ook gescheiden waren. Hun vader was diplomaat in Algerije en met z’n drietjes zijn we de vader op gaan zoeken in Algiers. We vlogen vanaf Brussel en kwamen terecht in de bewaakte compound waar hun vader woonde. Van Overvecht naar Algerije. Daar zag ik een cultuur zag waar ik nog nooit mee in aanraking was geweest. We maakten daar deel uit van de bevoorrechte blanke elite, geen stap zonder bewaking en we werden met stenen bekogeld door Algerijnse jongens van buiten de compound. Dat heeft, als jongetje van 12, diepe indruk op mij gemaakt.”
“Ik ging naar de middelbare hotelschool in Wageningen en bleef zitten met een 2 voor Duits”
“Ik verhuisde naar de Andreashof, ook een heerlijke plek om op te groeien vlakbij de Springweg. We aten vaak in het Spaanse restaurant Casa Sanchez of haalden daar eten op borden. De volgende keer dat je daar naar toe ging nam je de borden weer mee. Ik ging naar de Werkplaats in Bilthoven en deed daar de Mavo en daarna de Havo, maar die heb ik niet afgemaakt. Ik ging naar de middelbare hotelschool in Wageningen en bleef zitten met een 2 voor Duits. Ik moest van school en ging verder op de hotelschool in Middelburg, zonder Duits. Ik had een vriendinnetje in Utrecht en was half in Middelburg en half in Utrecht. Op zaterdag werkte ik bij mijn vader in Orloff, sinaasappels persen en afwassen. Na de hotelschool ging ik stage lopen bij een cateraar in Utrecht die partijen bij mensen thuis en bij bedrijven organiseerde. Ik werd locatiemanager en dat heb ik drie jaar met veel plezier gedaan. De leukste tijd van mijn leven kwam daarna, zo rond 1996, toen ik samen met Stefan Vreugdenburg hier in de zaak stond. We waren een topteam. Stefan wist veel van muziek en draaide precies de muziek die mensen toen leuk vonden. Het café werd een hit met veel vaste gasten. Ik heb van hem geleerd hoe het wel en niet moet. Ik leerde hoe je het best met bepaalde gasten om kon gaan en de juiste toon te treffen. Stefan ging weg als bedrijfsleider en ik mocht zijn functie overnemen. Stefan is de grondlegger geweest van Orloff zoals het nu is, met muziek in de ochtend en de avond. Dat sfeertje hebben wij door kunnen zetten. Het laagdrempelige café met een fijne sfeer waar je ook als vrouw alleen je prettig voelt.”
“Ik doe alles het liefst zelf, maar heb geleerd om dingen los te laten”
“Ik heb een autistisch trekje en ben dwangmatig netjes. Ik wil dat de bierviltjes op een bepaalde manier liggen en dat je zonder op de klok te kijken weet dat het vier uur is. Dan wordt er een ander genre muziek aangezet en de kranten worden opgeborgen. Ik zoek managers die dat ook hebben, anders is er met mij niet te werken. Door zo te zijn gaan de mensen die met je werken dat ook ontwikkelen en als je je daar niet prettig bij voelt, dan ga je weg. Ik doe alles het liefst zelf, maar heb geleerd om dingen los te laten. In 2007 wilde mijn vader in Amsterdam aan het Kadijksplein Orloff Amsterdam openen, ik zou dat café gaan draaien. Maar ik wilde helemaal niet naar Amsterdam en dat was een teleurstelling voor hem. Toen hij besloot om de muur tussen kleine Orloff en Café Bart door te breken ontstond het café zoals het nu is. Er kwam een grote bar in en we hadden eindelijk een keuken zodat we ook bitterballen konden gaan verkopen. De slechtste plek was de plek naast de keuken, maar mijn vader bedacht hoe we van de slechtste plek de beste plek konden maken. Dus een hoge tafel met banken met pluche eromheen die je uitzicht en overzicht over de zaak gaven.”
“Dit is wie we zijn en we zouden niet anders kunnen”
“We hadden niet kunnen bedenken dat Orloff zo’n succes zou worden. Sinds 2010 ben ik mede-eigenaar. Mijn vader Bert gaat over de sfeer en het interieur en ik ben meer van de zakelijke operationele kant. Mijn vader ziet meteen wat goed is voor een zaak en wat gaat werken. Toen wij in 2014 Orloff aan de Kade openden zag hij meteen die enorme bar voor zich en in Villa Orloff dat in 2019 openging wilde hij een keukenbar. Wat ga je nou weer doen met een keukenbar? maar als die er eenmaal is, dan blijkt het gewoon zo te moeten zijn. Het is heel prettig samen met hem te werken. We proberen de sfeer in alle zaken zo te houden dat het voelt voor de gasten als of ze op bezoek zijn in hun eigen huis. Dit is wie we zijn en we zouden niet anders kunnen.”
De keuzes van Martijn
Orloff ’t Wed, Villa Orloff of Orloff aan de Kade?
“Orloff aan ’t Wed, mijn vader is hier begonnen in 1984. Met deze zaak heb ik het meest. Als kind zat ik al te kijken naar de mensen die hier koffie kwamen drinken. Dit is de Orloff die ik nooit weg zou doen. Mensen die hier in de ochtend zitten, hebben geen idee wat er hier in de avond gebeurt. De Kade vind ik de mooiste zaak met de enorme bar in het midden, het idee van mijn vader. “Die zaal moeten we breken!” Villa Orloff zit in het mooiste pand. Die locatie, daar zaten we al heel lang naar te kijken. Martijn Broekhuizen van Madeleine hoorde dat de toenmalige eigenaar ervan af wilde en zei: “Jullie moet nu gaan praten.” Daar hebben we de keukenbar en het concept van de planken bedacht. De sfeer is daar uniek met op het terras een andere sfeer dan binnen.”
Muziek
“Mijn smaak is heel divers, het hangt een beetje af van mijn gemoedstoestand welke muziek ik op een bepaald moment het liefste hoor. Ik vind nu Billy Eilish leuk. Maar voor mij is Fleetwood Mac de beste band ooit. Nummers als Songbird en Sarah kan ik blijven luisteren. Eigenlijk zijn alle nummers op de plaat Rumours prachtig. Ik ben nog met Jan Juffermans, vlak voor zijn dood, naar een concert van Fleetwood Mac geweest in de Ziggo Dome in Amsterdam. Dat maakt hun muziek voor mij extra beladen. Mijn kinderen van 8 en 11 vinden die muziek ook mooi, het is fantastische, tijdloze muziek.”
Boek
“Eigenlijk zou ik Saskia Noort moeten zeggen, mijn huidige vrouw is een nicht van Saskia. Maar ik ben geen enorme lezer. Vaak neem ik een nieuw boek mee op vakantie, begin erin maar lees het niet uit. Ik kan uren voor mij uit staren en dan weer verder gaan. We gaan graag naar Ibiza, naar Sa Trinxa, een beachclub. Daar draaien ze heerlijke muziek en dan kan ik kijken naar de mensen daar. De oude hippie’s die daar lekker zitten: drinken en een beetje blowen. Er trekt een complete modeshow aan je voorbij. Laat ik toch boek noemen dat mij is bijgebleven: ‘Zo God het wil’ van Niccolò Ammaniti. Er zit alles in: humor, verdriet, liefde en spanning. Ik heb het voor je meegenomen.”
Film
“Mag het ook een serie zijn? Ik ben nu bezig met het eerste seizoen van The Bear, maar dat heeft mij nog niet echt te pakken. De beste serie die ik ooit heb gezien is ‘Succession’. Ik ga deze nog een keer bekijken om de karakters nog beter te leren kennen en te doorgronden. De hele familie staat tegenover elkaar en iedereen denkt maar aan één ding en dat is zichzelf.”
Kunstwerk
“De bedreigde Zwaan van Jan Asselijn in het Rijksmuseum vind ik echt mooi. Er gebeurt zoveel op dat doek. De zwaan die zich bedreigt voelt, de energie, de woede, maar ook de angst van de vogel. Prachtig. We waren in Venetië en zijn we naar de Peggy Guggenheim Collection gegaan. Ik zag daar het werk van Max Ernst. Ik kende zijn werk niet maar het raakte me direct. Vooral zijn surrealistische werk maakte iets in mij los. Ik ben er heel lang blijven staan en zal het altijd blijven onthouden.”
Stad
“Parijs, daar begin ik mee. Ik ging vroeger vaak met mijn vader mee naar Parijs en dan verbleven we altijd in hetzelfde hotelletje in de Rue des Petits Hôtels in het tiende arrondissement. We gingen dan naar Costes, waar mijn vader mij leerde over Art Deco en de granito bar liet zien. De Parijse invloed die hij graag ook in zijn zaken terug wil zien. Met Sidney Rubens en Eric Derksen ga ik ieder jaar naar een andere stad om daar lekker te eten, zoals San Sebastian en Gerona. Heerlijke steden maar Utrecht zal ik nooit verlaten. Het is een groot dorp, zeker voor de mensen die echt uit Utrecht komen. Je weet wat je aan een Utrechter hebt. Ik vind Hoog Catharijne zoals het nu geworden is ook geweldig . Vooral als je weet hoe het was. Wie had dat ooit kunnen bedenken? Ik ben er trots op dat ik Utrechter mag zijn.”
Restaurant
“Chez Jacqueline. Daar at ik het eten dat ik lekker vind. Ik haat het menu van de chef en wijnarrangementen. Ik wil weten wat ik ga eten en dat eten wil ik zelf uitkiezen. Dan ga ik nu voor Madeleine, je blijft er komen. Het eten is goed en het voelt echt als een avond uitgaan. Alleen mogen ze wel iets aan de akoestiek doen. Voor de gasten is de herrie niet te doen en voor het personeel lijkt het mij ook erg vermoeiend.”
Drank
“Albariño, een Spaanse witte wijn. Die drink ik op Ibiza maar ook hier in Nederland. Het is een frisse wijn en niet te prijzig. Ik drink hem altijd als ik sta te koken. Tom, de hoofdpersoon uit mijn favoriete serie Succession, zegt dat voor hem het ergste van naar de gevangenis gaan is, dat hij geen glas witte wijn meer op zijn nuchtere maag kan drinken. Dat voelt voor mij ook zo, al klinkt het als een opmerking van een alcoholist.”
Utrechter
“Dick Bruna, ik heb hem goed gekend. Hij zat hier altijd in de ochtend een kopje koffie te drinken. Een bescheiden man en altijd heel erg lief voor het personeel. Hij heeft Utrecht voor goed wereldwijd op de kaart gezet.”
Wat zou jij doen als je burgemeester van Utrecht was?
“Ik zou iets doen aan de vijf leegstaande panden in de Burgemeester Reigerstraat. Het is Jarenlange leegstand in een tijd van woningnood. Zet je ergens overheen gemeente en eigenaar van de panden. Aan deze verloedering van een straat moet je toch iets kunnen doen? Ook wordt er teveel met geld gesmeten bij de gemeente. Zo ging een delegatie naar pleinen in Italië kijken om inspiratie op te doen voor de herinrichting van de Neude. Nou, daar hebben ze dan goed opgelet. Ze hadden net zo goed naar Urk kunnen gaan.”
Super leuk interview van een fijn mens
Leuk interview!
Ook wij komen graag bij Madeleine, begrijp de opmerking over de akoestiek heel goed!
Ga zo door Martijn. Orloff wordt breed gewaardeerd in de stad en goed te horen dat je geen zin had om naar Amsterdam te gaan…! Als je nog eens met een verre kolonie wil beginnen, dan moet het maar Orloff Almere worden.
Orloff was en blijft een fijne plek om te komen. Vanaf de opening vele keren afgesproken.
Geweldig dat het in de familie is gebleven, zodat de authentieke sfeer voelbaar blijft. Ik kwam er toen Bouke Boomstra kookte vaak met medestudenten en tevens horeca bijverdieners, ik werkte in het Hoogt, eten na onze studie. Nostalgisch en hedendaags!
Leuk stuk Martijn
Feldwebel is een correcte omschrijving van de docent Ton Faas. Ik heb een fijne tijd gehad op de Werkplaats maar de uren Duits trek ik daar van af. Als je niet links was of je was een meisje, dan ging je sidderend het klaslokaal in. Meisjes zijn dom, was het standpunt van deze docent.
Super leuk interview van een horecatijger pur sang !
Mooi interview Martijn! Leuk geschreven en interessant, die achtergrond van jullie. Super familie bedrijf om trots op te zijn.
Leuk interview Martijn??!
Cafe Orloff aan het wed is een begrip dat bij Utrecht hoort, of je nou vroeg in de ochtend komt of in de avond, altijd leeft het.
Bert en Marijn weten de goede sfeer te creëren, en Utrecht mag trots zijn op deze horeca, wat de stad Utrecht alleen maar goed doet en sfeer geeft!
Joh Tijn ,dit stuk schrijven had ik nog niet gelezen ,INDRUKWEEKEND‼️
💋Mama.