In deze rubriek vragen we Utrechters keuzes te maken in hun vakgebied. Maar ook daarbuiten. Vandaag Fermin Miranda Caceres, een man wiens leven voor een groot deel werd bepaald door toevallige ontmoetingen.
Fermin Miranda Caceres, muzikant, landbouwkundig ingenieur en voormalig eigenaar van Ele-Tapas, strikte ik voor de rubriek De Keuzes van… Zoals gebruikelijk stuur ik hem mijn vragen, zodat hij er even over na kan denken. De meeste Utrechters die ik mijn vragen voorleg hebben de tijd nodig. Wat is het favoriete boek, film, muziek? L’embarras du choix, zoveel keuzes, zoveel herinneringen. Maar niet bij Fermin, hij was zo klaar vertelt hij mij.
Dat schiet lekker op denk ik nog, maar niets blijkt minder waar. Voor zijn levensverhaal hebben we alleen al twee uur nodig. Na het ene verhaal volgt de volgende anekdote. Die ene ontmoeting die weer zou leiden tot een volgende ommekeer in zijn leven. Maar de meeste toevallige ontmoetingen eindigen wel altijd met een glas champagne. Een paar dagen later maken we zijn verhaal af. Ditmaal heeft hij zijn gitaar erbij gepakt en onthaalt mij met een lied van Mercedes Sosa ‘Los Hermanos’.”Yo tengo tantos hermanos, que no los puedo contar.”(Ik heb zoveel broers dat ik ze niet kan tellen). Fermin schiet vol:” Dit lied is het lied van mijn jeugd. Met de tekst van Violeta Parra.”
Fermin Miranda Caceres (66) geboren in Asunción, in Paraguay, groeide op in een groot gezin “Ik heb zoveel broers en zusters, dat ik ze niet kan tellen”. Nog altijd gaat hij met Nieuwjaar naar Brazilië, waar zijn familie woont. Daar is het weerzien één groot feest, aan het strand in Brazilië, waar twee koeien koppen in de nog hete as worden begraven en na twee dagen opgegraven en gegeten worden. ”Dat is traditie”, vertelt Karin Elich, zijn partner. Karin kan nog griezelen bij het beeld van de vrouw van de Franse ambassadeur die meteen aanviel op de ogen van de koeien om ze vervolgens met smaak te verorberen.
Fermin zat in de gevangenis, werd door zijn vader en moeder ontvoerd en over de grens met Brazilië gezet
Fermin groeide op met een strenge vader en een moeder die een “heilige” was. Zij kon geen straatventer voorbij lopen zonder zijn koopwaar te kopen. Fermin ging bij de nonnen op school en daarna volgde de middelbare school bij de Jezuïeten, strenge scholen. Maar toch leerde hij bij de Jezuïeten hoe je de beste tomaten kon telen. De paters legden de basis voor zijn vervolgopleiding: de Universidade Federal do Paraná, in Brazilië, waar hij de richting van Ingeniero Agronomo koos. Hij ging weg uit Paraguay, nadat hij gevangen had gezeten vanwege vermeende communistische sympathieën. Zijn vader, een militair, had hem zelf aangegeven. Fermin zat in de gevangenis, werd door zijn vader en moeder ontvoerd en over de grens met Brazilië gezet. Hij werkte bij de Indianen in de Amazone en deed projecten in India. Vervolgens studeerde hij aan de universiteit in Madrid. Zijn vader wilde niets meer met hem te maken hebben en betaalde niet voor zijn studie. Fermin sliep in de metro waar hij gitaar speelde om in zijn levensonderhoud te voorzien. De Spaanse minister van Landbouw nodigde hem uit om een vervolgstudie bij te wonen die georganiseerd werd om landbouwkundige ingenieurs uit de wereld samen te brengen. Ze trokken een jaar lang met elkaar heel Spanje door, werden overal ontvangen met het beste eten, de mooiste wijnen en natuurlijk champagne. Bij terugkeer werd Fermin gevraagd wat hij verder wilde gaan doen. “De hele trip nog een keer overdoen”, lacht Fermin, “ik had zo genoten.”
“Jij bent een boom die ik rechtop ga zetten”
“Ik speelde nog steeds in de metro en er stapte een vrouw op mij af die mij een briefje in de hand stopte met de mededeling dat ik me moest melden bij het conservatorium in Madrid. Zij vond mij “fantastico”, hoorde mij zingen toen ze de metro uitstapte en hoorde mij tweehonderd meter verder op straat nog. Ik meldde mij bij het conservatorium en zij regelde een pianist die mij moest begeleiden. “Jij bent een boom die ik rechtop ga zetten.” Dat sprak mij als irrigatiedeskundige wel aan. Ik liep het gebouw uit en vroeg de portier wie die vrouw was. Zij bleek de zangcoach van Placido Domingo, José Carreras en Pavarotti te zijn. Ik gooide haar kaartje weg en riep: ”Dit wil ik niet, ik ben ingenieur.” Ik werd gevraagd om op te treden op een festival van de communistische partij. Daar moest ik optreden na een professionele muziekgroep, zong drie liedjes en riep naar de zaal: ”Ik kan niet zingen, dus nu jullie.” Het werd één groot feest, dat uren doorging. Mijn collega-ingenieurs zaten mij met open mond aan te kijken. Na Madrid ging ik naar Barcelona om daar mijn studie tot eco-ingenieur aan de Escuela de Ingenieros de Cataluña te voltooien. Ik had nooit geld, maar er was altijd wel iemand die mij onderdak bood of anders sliep ik in een kartonnen doos op het strand. Ik werd uitgenodigd om een afvalverbrandingsfabriek te bezoeken. Trots leidde de directeur ons rond, maar ik had opmerkingen over het vervuilde koelwater dat zo weer in een nabijgelegen kanaal werd afgevoerd naar Barcelona.”
“Ik was de eerste eco-ingenieur in Zuid-Amerika, maar een roepende in de woestijn”
“Dat werd niet gewaardeerd en ik werd door de politie opgepakt en in de gevangenis gegooid, waar ik staand moest slapen, zo vol was het daar. Men beweerde dat ik mijn paspoort had vervalst, maar op de universiteit wisten ze te vertellen dat ik toch echt Ingenieur Miranda uit Paraguay was. Ik ging naar Parijs, werd uitgenodigd aan de Sorbonne, woonde naast de Dôme des Invalides en werkte voor de UNESCO, maar al snel werd de directeur opgepakt wegens fraude en ging mijn werk niet door. Ik was de eerste eco-ingenieur in Zuid-Amerika, maar een roepende in de woestijn. Het milieu was nog niet belangrijk, er werd nauwelijks geluisterd naar de Club van Rome. De eigenaar van club Borriquito in Parijs zocht een muzikant die daar op kon treden en vroeg mij. Ik schrok toen ik twee microfoons op het podium zag staan, maar toch wist ik mij daar te redden als grote entertainer. De directeur was verrukt, noemde mij maestro, ik kan er nog om lachen. Ik kwam in Nederland terecht in de Efteling en bij minister Pronk van Ontwikkelingssamenwerking, daar speelde ik op de verjaardag van zijn zoon. Ik trad ook drie jaar op in de musical Barcelona Showbizz City. De show werd geproduceerd door Joop van den Ende en bij de laatste voorstelling mocht ik de belangrijkste Spaanse zanger vervangen. Joop van den de Ende, was zo gelukkig met mij dat hij mij uitnodigde. Ik vroeg Nicolas de la Haya mee. Er reed een auto voor die ons naar een onbekend adres zou brengen. We stapten in en kwamen aan bij een geweldig huis waar de poort voor ons open zwaaide. We werden naar de tuin gebracht, gasten hadden zich rond het zwembad verzameld. Het bleek de verjaardag van Janine van den Ende te zijn. Ik speelde en het bleek dat Janine de Sevillanas kon dansen. Ze wilde niet op de tafel dansen maar danste wel de hele avond.”
“De directeur van de Tour kwam iedere avond met zijn familie in Ele eten”
“Ik kwam in Utrecht terecht, speelde op Hoog Catharijne en werd uitgenodigd om te spelen op een festival voor straatmuzikanten in Spijkenisse. Ik kwam te laat en kreeg de rottigste plek toegewezen aan het einde van een tunneltje. Maar de auto’s stopten en gooiden geld in mijn gitaarkist. Het bleek dat ik gewonnen had. Die eer deed mij niets, ik wilde daar blijven zitten. Zoveel geld had ik nog nooit opgehaald, het geld had ik bestemd voor de kinderen in de Amazone. In Utrecht leerde ik Casa Sanchez kennen, een Spaans huiskamerrestaurant aan de Springweg, het werd mijn thuis. Toen Sanchez failliet ging en de Flamenco school in Utrecht ook dicht ging, kon ik met een lening van de gemeente mijn eigen restaurant beginnen. Het werd een podium voor mijn muziek: EleTapas. Ele betekent de kracht van de ziel, we hebben daar alle feesten van het leven gevierd. Toen de Tour de France hier in Utrecht werd gereden, was de directeur van de Tour iedere avond met zijn familie bij ons in Ele te vinden. Hij vond het fantastisch en gaf mij vier kaartjes voor de aankomst van de Tour. We gingen daar naartoe en toen stond ik daar met een glas van de mooiste champagne naast onze koning. Het bleken vier super-vip kaartjes te zijn. Nu, twaalf jaar geleden, heb ik Karin Elich ontmoet. We kenden elkaar al uit Ele en zij vroeg mij te spelen voor het Catharijne Convent. Zij had daar plannen voor een dansmanifestatie. Karin: ”Ik had geen gitarist die de Spaanse muziek kon spelen en Fermin was bereid dat te doen. Alles klopte, het dansen, Fermin die speelde voor de kerk waar ik op uitkijk. We zijn als een blok voor elkaar gevallen en hij is nooit meer opgehouden voor mij te spelen.“
Fermin: “Ik heb Ele verkocht, het werd om financiële redenen een zwarte bladzijde in mijn leven. Ik had dan wel geen geld maar ik was vrij. Vrij om naar Brazilië te gaan waar ik aan het strand een hotel met een meditatiecentrum aan zee wil beginnen met mijn zus. Mijn prachtige zus met de mooiste naam: Libertad. Vrijheid is wat ik nu wil ervaren. Fermin zingt nog de laatste regels uit het lied van Atahualpa Yupanqui “Y una Hermana muy hermosa, que se llama libertad’’. (En een hele mooie zuster, die Vrijheid heet).
De keuzes van Fermin
Boek
“Het Theologisch-politiek traktaat van Baruch de Spinoza. In een vrij staatsbestel is het een ieder toegestaan te denken wat hij wil en te zeggen wat hij denkt. Toen ik dit las was ik in de ban van het boek, ik herkende mijzelf. Spinoza spreekt voor mij in de realiteit: Ik ben ik en zo ben ik. Ik begreep hetgeen hij schreef en wat hij bedoelde. Dit werk van Spinoza is één van de oudste pleidooien voor de vrijheid van meningsuiting en daardoor zo belangrijk. “Gedachten hangen niet af van macht en de mening van anderen, maar denk zelf na.”
Muziek
“Mercedes Sosa zingt veelal de teksten van Violeta Parra, een Chileense zangeres en dichteres. Zij wist het dagelijks leven in poëzie te vatten. Zij schreef haar teksten ten tijde van de Chileense dictatuur en werd de stem van de sociaal-politieke beweging in Chili. Zij vertelt ook mijn verhaal: “Gracias a la Vida, que me ha dado tanto”. (Bedankt voor het leven, dat mij zoveel heeft gegeven). “Zo mooi, zo poëtisch, mijn land, mijn hart.”
Film
“Toen ik, na de gevangenis in Paraguay, naar Brazilië was gegaan, kwam ik terecht in Curitiba. Daar zag ik, als jongen van twintig, in een kleine bioscoop de film ‘De Illusionist’. Het verhaal schommelt tussen fictie en werkelijkheid, tussen droom en illusie. De film maakte een onuitwisbare indruk op mij, opende mijn ziel. Later woonde ik in Utrecht en zat in het café van bioscoop Springhaver. Daar raakte ik in gesprek met een jonge man en hij bleek de zoon van Jos Stelling te zijn. Dé Jos Stelling, de maker van mijn film ‘De Illusionist’! Hij vertelde dat Jos vaak in de zaak te vinden was. Ik wachtte iedere dag op Jos en toen ik hem eindelijk zag, ben ik op mijn knieën gevallen, heb ik mijn armen uitgestrekt en heel hard geroepen: “Jos Stelling, ik hou van jou”. Later vertelde ik Jos over de eerste keer dat ik zijn film had gezien en hij deed mij de poster en de DVD cadeau.”
Stad
“Mijn Utrechtje, deze stad is een reis in de tijd: in het verleden maar ook in de toekomst. Ik kan terug in de tijd, maar ook naar de toekomst en toch in het heden leven in deze stad. Oud en nieuw bij elkaar, ik heb hier zoveel mooie dingen meegemaakt. Voor mij ruikt de stad naar blije dingen, die je bijna kan ruiken zoals de geur van de mooiste bloem.”
Kunstwerk
“Het kerkje van Auvers van Van Gogh. Ik zag het schilderij en kon niet stoppen met ernaar te kijken. Het werkte hypnotiserend voor mij, het blauw van de lucht en door de ramen. En Gustave Klimt. Zijn werk is zo kleurrijk, dat het wel poëzie lijkt. Prachtig in het geheel maar ook in de details. Zo mooi dat ik een overhemd heb gekocht met de afbeelding van het schilderij ‘Judith’, van Klimt.”
Restaurant
“Ik eet niet vaak in een restaurant omdat ik wat Karin kookt het allerlekkerste vind. Maar als we buiten de deur eten, dan ga ik naar Taj Mahal in de Zadelstraat. Buiten dat de eigenaar een fantastisch persoon is, wordt er heel bijzonder gekookt. Het is precies wat ik lekker vind, qua kleur, smaak en kruiden, alles klopt. Dan eet ik ook nog wel eens bij Chilzz, de zaak die nu zit op de plek waar Ele was. Voor mij kookt de kok daar altijd goed. Ook eet ik graag de harira-soep, in het café van Springhaver.”
Drank
“In Ele, dronk ik wijn om daarna over te gaan op Bacardi-Cola. Maar ik ga nu graag naar Café België, waar ik een Ests biertje heb ontdekt ‘Pühaste’. Een bier dat smaakt naar chocolade met alcohol van 11,2%. Na één biertje ben ik helemaal gelukkig en na twee biertjes helemaal dronken.”
Utrechter
“José Sanchez Carmona, hij was de eigenaar van Casa Sanchez en is een ongelofelijk fijn mens. Toen ik pas in Utrecht woonde, bood hij mij een tweede thuis. Hij nodigde mij uit om te komen eten in zijn restaurant en ik vroeg of ik mijn gitaar mee kon nemen. Ik begon ’s avonds om 9 uur te spelen om de volgende ochtend om 9 uur te stoppen. Het begon met een enkel glas wijn en het werd een avond met de mooiste ham en de lekkerste wijnen.”
Wat zou jij doen als je burgemeester van Utrecht was?
“Ik zou de middenberm van de Vleutenseweg opvrolijken met bloembakken en verlichte waterpartijen met fonteinen. Die fonteinen en de lampen werken natuurlijk op zonne-energie. Ik ben niet voor niets “eco-ingenieur.”
Hey wat leuk! Voor mij de gitarist van Casa Sanchez. Goeie herinneringen aan. Nooit geweten wat er voor een verhalen achter Fermin schuilden.
Ik heb overigens de cd nog met de muziek van Casa Sanchez, waar volgens mij Fermin ook nog op zingt en speelt.
Veel plezier in Brazilië Fermin!
Wat een mooi en bewogen verhaal, Fermin heeft ook een paar keer mijn verjaardag meer dan opgeleukt, we begonnen bij mijn dochters in de galerie op de Oudegracht 185 om daarna achter de muziek aan naar het Grachtenatelier op 207 te lopen. Zo bijzonder, dank Fermin
Fantastisch, bezield, vrolijk en warmhartig. Veel meer over jouw leven gelezen hier dan ik wist. Veel geluk in Brazilië.
Buen viaje mi querido vecino en Paraguay, una gran persona, amable alegre con un corazón inmenso. Saludos a la familia ?
Marravilloso‼️
Hoi Fermin veel goede herinneringen aan jou, onze muziek en de vele nachten die we daarmee gevuld hebben, Ernesto Pandeiro
Mooi getroffen, prachtig portret van een… exuberant type, Yonti!