100 jaar Rietveld Schröderhuis

Kuijer Rietveld: Ontmoeting van Utrechtse sculpturen

Ruud Kuijer bij de expositie in het Centraal Museum

Het Centraal Museum houdt als andere gerenommeerde musea van combinaties van grootheden. Onvergetelijk, de tentoonstelling van laat 2018 met de werken van Caravaggio en de Utrechtse schilders die zwaar onder zijn invloed raakten: meesters als Gerard van Honthorst, Hendrick ter Brugghen en Joachim Wtewael. Vrijdagmiddag opende een ontmoeting van twee puur Utrechtse fenomenen: Gerrit Rietveld en Ruud Kuijer. Een treffen van ontstoelde stoelen en sculpturen zonder zitvlak. 

Ruud Kuijer (1959) kreeg grote bekendheid met zijn Waterwerken, zeven reuzensculpturen van beton aan het Amsterdam Rijnkanaal bij Lage Weide. Van geheel andere schaal en ander materiaal zijn de werken die hij graag wilde paren aan de gevarieerde stoelvormen van Rietveld. Het idee dateert van drie jaar geleden. In het Centraal Museum vonden ze het een goede gedachte om de viering van 100 jaar Rietveld Schröderhuis te koppelen aan de expositie Kuijer Rietveld in de zaal Utrecht Lokaal. De opening was een groot succes met ruim 120 bezoekers. Artistiek directeur Bart Rutten hield hen voor: ‘Door te kijken naar Ruud zie je weer nieuwe dingen van Rietveld en vice versa.’ 

Kuijer is geïnspireerd door een artikel van de in Amerika woonachtige Engelse beeldend kunstenaar William Tucker (1935) die specifiek onderzoek heeft gedaan naar Rietvelds vroege stoelen in de context van moderne beeldhouwkunst. In 1974 schreef Tucker: ‘Er is geen twijfel dat hier eerder een kunstenaar aan het werk was, dan een architect, ontwerper, of ambachtsman.’ 

Als er sprake is van een dialoog, wat vertelde Rietveld met zijn werk dan specifiek aan Kuijer? 

De Utrechter legt het graag uit, breed gebarend naar de koppelkunst: ‘Het gaat om de gedachte dat een sculptuur een goede sculptuur kan zijn, zonder dat het een figuur is. Dat heeft mij de hele tijd bezig gehouden. Op de academie wilde ik al geen traditionele figuratieve beeldhouwer worden met werk in marmer en brons. Die traditie gaat terug tot de oudheid daarna de renaissance en de negentiende eeuw. In de twintigste eeuw brak een totaal ander tijdperk aan. De industrialisatie vroeg om een andere manier van denken. Rietveld heeft in de voorhoede gezeten, maar zijn ontwerpen waren altijd stoelen. Tucker ziet de grote variëteit ervan. Zijn tekstje over Rietveld is retescherp. Over de lattenleunstoel van Rietveld werd ook gezegd: “het is een rank ruimtedier”.’ 

Rietveld vertelde hem meer, zoals met zijn kratstoel. Kuijer: ‘Dat is hout dat Rietveld gezien heeft. Hij zag een antieke kast verpakt in palletachtig hout dat werd weggegooid. Daar heeft hij een hele serie kratmeubelen mee gemaakt. Het is ruimtelijk zo interessant, met een plankje hier en een plankje daar. Door dit te doen werd de zitting breder en de rugleuning smaller. Zijn ruimtelijke intelligentie is logisch, efficiënt en toch verrassend.’ 

Wat was vervolgens zijn eigen antwoord op Rietveld? ‘Dat is dat ik de meubelkunst van Rietveld, met Tucker in mijn hoofd, bekijk op de kwaliteit die door die door beslissing in het maken bepaald wordt, en niet dat het een stoel is.’ 

En dus kreeg de kratstoel met zijn parallelle planken gezelschap van Kuijers sculptuur met dikke balken en kratten, zijn Crate Sculpture, voor het internationale bezoek.  

Kuijer kon kiezen uit 300 Rietveldwerken uit de collectie van het Centraal Museum, met 470 sculpturen van eigen hand. Het heeft passende, bijna speelse combinaties opgeleverd, in hoekige, maar ook golvende vormen, met gebruik van verschillende materialen, tot stoeptegels toe. Het is goed om kalm langs de acht geëxposeerde combinaties te gaan.   

Gelet op de grote hoeveelheid werken van Rietveld en Kuijer maakt het in Utrecht Lokaal wel een wat petieterige indruk. Dat spreekt Kuijer graag tegen: ‘Dat is er juist mooi aan. De mensen denken ook altijd dat ik met die grote dingen loop te slepen. Dit geeft meer mogelijkheden om te denken over wat beeld is en wat het zou kunnen zijn. De tentoonstelling gaat niet over de Stijl, of over de rood-wit-blauwe stoel. De tentoonstelling gaat over Rietveld als maker van innovatieve constructies. Met de kleine maat ben je enorm wendbaar. Hoe groter, hoe meer planning. Groot is niet een criterium op zichzelf. Op Lage Weide zouden deze werken wegzinken in het landschap. In een museum zijn deze maten van toepassing. Meer hoeven er niet te staan, nee. Deze acht combinaties vertellen het verhaal van Tucker, over de sculpturale Rietveld. Twee zou te weinig zijn, acht is voldoende. Twintig zou kunnen, maar heeft geen meerwaarde.’ 

Vier van de geëxposeerde combinaties

Laat uw reactie achter

Reactie

1 reactie

  • Heleen Schuttevaêr schreef:

    Dank voor dit artikel Jeroen en NUK. Deze combinatie maakt nieuwsgierig, ik ga de tentoonstelling in het Centraal Museum bekijken. Mooi dat 100 jaar Rietveld Schröderhuis hier wordt gevierd. Misschien leuk om ook te vermelden dat zondag 2 juni in Podium Oost (Oudwij kerdwarsstraat) het Rietveld Schröder Festival plaatsvindt met lezingen, workshops en muziek uit de Roaring Twenties door ondergetekende.
    Voor info http://www.podiumoostutrecht.nl/rietveld-schroderhuis-icoon-van-oost/

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *