Vrouwen die een jaartje ouder worden maar zich jong blijven voelen. Hoe doen ze dat? En is oud worden een straf of een zegen? Radia Elgarbi:“Je stelt je prioriteiten bij en je hoeft geen tijd en energie meer te stoppen in mensen die je niet zo belangrijk vindt”.
Radia Elgarbi, werd geboren in Ksar-el-Kebir, een klein stadje in Noord-Marokko aan de voet van het Rifgebergte en dichtbij de Atlantische Oceaan. Ze groeide als oudste dochter op in een gezin met vier kinderen. Haar vader werkte als kleermaker en moeder had een naaiatelier aan huis. In 1965, vlak na de geboorte van Radia, besloot haar vader naar Nederland te gaan om een nieuw leven op te bouwen. “Mijn vader noemde mij zijn “gelukskind” omdat ik geboren ben in het jaar dat hij besloot naar Nederland te vertrekken, een keuze waar hij nooit spijt van heeft gehad. Hij kende, behalve een neef, niemand in dat verre land. In de trein van Zuid-Spanje naar Nederland noteerde hij ieder station waar hij langs kwam zodat hij later de weg terug zou kunnen vinden mocht hij weer naar huis willen.” Vader vond werk als lasser bij de Scheepswerf De Liesbosch en woonde in een pension met alleen maar mannen in de Vogelenbuurt. In 1972 kwam het hele gezin over en kon gaan wonen in een huisje op het bedrijfsterrein van De Liesbosch. “Alle collega’s van mijn vader hielpen mee om van het huisje een zo prettig mogelijk thuis te maken. ”Ik moest erg wennen aan de stilte, we kwamen uit de oude medina met kleine straatjes en steegjes, waar altijd reuring was. Ineens was het doodstil om ons heen en ik vroeg aan mijn moeder waarom er hier geen mensen waren die ruzie maakten en waar de ezels waren? Het Nederlandse eten was ik ook niet gewend: geen grote ronde broden maar sneetjes die op velletjes papier leken. De Kanaalstraat was er ook nog niet en van cous-cous en Ras-el-Hanout had nog nooit iemand gehoord. Ook op de lagere school in Hoograven was alles anders dan op mijn Koran-schooltje in Marokko. Daar zaten we half buiten en in de zon in groepjes bijeen en nu binnen, keurig in rijtjes aan tafeltjes.
“Ik was het enige Marokkaanse meisje en kwam in een andere wereld”
Ik was daar zo ongelukkig dat mijn ouders zich afvroegen of ik ooit zou kunnen wennen. Ze besloten om mijn opa over te laten komen zodat ik met hem terug naar Marokko zou kunnen gaan. Het duurde een half jaar voordat hij hier was maar toen was ik inmiddels gewend. Mijn grootvader heeft de weken van zijn leven gehad, hij had nog nooit zo’n mooi groen en opgeruimd land gezien. En de roltrappen niet te vergeten, daar raakte hij niet over uitverteld. Ik had inmiddels op het terrein een schuurtje gevonden dat mijn domein werd. Daar kon ik tekenen en schilderen en maakte ik van kartonnen dozen huisjes die ik inrichtte voor mijn Barbie’s waar ik zelf de kleren voor naaide. Op het terrein woonde ook mijn vriendinnetje Josje en met haar en haar familie ging ik vaak naar de film of naar musea. Mijn ouders moedigde het contact aan omdat zij het ook belangrijk vonden dat ik de Nederlandse cultuur zou leren kennen. Ik ging naar de Ivo-Mavo op het Smaragdplein en vond het daar heerlijk; leuke docenten en veel creatieve vakken. Een Nederlandse vriend van mij ouders vertelde over een vervolgopleiding waar je kon leren schilderen, tekenen en mode ontwerpen. Wij hadden nog nooit van zoiets gehoord. Ik ging er vanuit dat ik na school op een kantoor terecht zou komen. Ik melde mij aan bij de HKU, richting modevormgeving, maar ik was te jong en had te weinig werk om te laten zien. Ik sloot mij een jaar op om aan mijn portfolio te werken en werd aangenomen. Ik was het enige Marokkaanse meisje en kwam in een andere wereld. Ik leerde met andere ogen naar de wereld kijken, die opleiding heeft mij, naast mijn man, heel veel gebracht. Ik zag dat twee culturen je leven kunnen verrijken, dat ik ben wie ik ben en dat ik door nieuwsgierig en open te zijn twee culturen kon samenbrengen.
“We ontwerpen om mensen te verbinden”
Ik ging op kamers wonen op de Oude Gracht in de Martinuskerk en later op Rotsoord in een groot huis met een tuin. Ik mocht daar komen wonen als ik de tuin zou onderhouden. Ik wist niets van tuinieren maar ik wilde daar wonen. Na de opleiding verhuisde ik naar Uden waar ik ontwerpster werd bij Pastunette, een mode en lingerie merk. In Noord-Brabant kwam ik weer in een andere cultuur terecht. Een cultuur van de prikklok en een soms onverstaanbaar dialect. Maar ik merkte dat door mij aan te passen er ook weer leuke kanten aan konden zitten. Voor mij is het belangrijk om te weten voor wie je iets ontwerpt en toen Pastunette hun badkleding in massa productie nam was het voor mij tijd om op te stappen. In 1991 ging ik terug naar Utrecht, ik vond een baan in restaurant Toque Toque, even iets heel anders maar toch met mijn handen bezig. Intussen werkte ik ook al als freelance-ontwerpster en langzaam kwamen de opdrachten binnen. Ik herinner mij de samenwerking met Claudy Jongstra, die wol op ambachtelijke wijze vervilt. In 1994 trouwde ik met Henk, die ik al op de HKU had leren kennen en een jaar later werd onze dochter Aschra geboren. Henk had na zijn opleiding aan de HKU de Academie voor Bouwkunst in Amsterdam gedaan en in 2000 startten we Remake, een architectenbureau. Maar alleen een architectenbureau zijn we niet, we ontwerpen en geven vorm door samen met onze opdrachtgevers te ontdekken wat zij belangrijk vinden. We ontwerpen om mensen te verbinden, voor groepen van diverse samenstelling, van huisvesting voor ouderen tot het clubhuis voor de Utrechtse Rugby Club. We gaan in gesprek en begeleiden het proces zo tot de ideale woon-en/of werkomgeving voor de gebruikers te komen. We werken niet alleen in Utrecht maar gaan ook de grens over. Zo bouwden we in Andalusië een horecagebouw dat opgaat in het Spaanse landschap. Verbinden is het woord dat alles bepaalt wat ik doe.
“Verschil werd iets positiefs waar plezier aan beleefd kon worden”
Zo begeleidde ik, voor mode atelier Kanaleneiland MA-KE, een project waarin we tassen maakten van oude geveldoeken van de Stadsschouwburg. We werkten samen met allerlei vrouwen: jong, oud, Turks en Marokkaans. Mode en mensen met elkaar verbinden door daadwerkelijk iets met elkaar te maken. We kregen mensen hun huis uit en ontwierpen tassen waarbij ook de oude Turkse en Marokkaanse handwerkkunst gebruikt kon worden. Verschil werd iets positiefs waar plezier aan beleefd kon worden. Nu werk ik als coördinator voor een project van de HKU en de bibliotheek Utrecht: “Maker in de bibliotheek”. De bibliotheek speelt een veranderende rol in de samenleving, er vinden steeds meer sociale en culturele activiteiten plaats. Op de verschillende locaties in de stad kunnen we alle Utrechters de mogelijkheden bieden om in contact te komen met kunst en de jonge kunstenaars van de HKU. Studenten betrekken het publiek bij hun werk, zo tekenden studenten de portretten van de bezoekers van de bieb en maakten ze een remix van de typische geluiden van Zuilen. In Hoograven kon men de bestaande kunst in de wijk ontdekken tijdens een rondleiding met de bibliotheek als startpunt. Mijn doel is mensen verbinden en twee werelden bij elkaar brengen. Je kunt zoveel mooie dingen van de ene wereld aan de andere laten zien. Je kunt altijd van elkaar leren en misschien is het wel het allerbelangrijkste dat je elkaar een beetje leert kennen”.
Hoe is het om ouder te worden?
“Eigenlijk heel fijn, op sommige lichamelijke ongemakken na. Alles krijgt zijn plek en je kunt beter bij jezelf blijven. Je stelt je prioriteiten bij en je hoeft geen tijd en energie meer te stoppen in mensen die je niet zo belangrijk vindt. Je maakt meer keuzes en bepaalt wat je belangrijk vindt en daar ga je dan ook voor. Minder leuk is dat je meer meemaakt, er worden mensen ziek en mensen overlijden en daar moet je mee leren omgaan. Waren ziekte en dood een abstract begrip en wist je niet wat het in kon houden, als je het nu meemaakt weet je wat het echt betekent”.
Wat is je geheim?
“Proberen om de schoonheid van dingen te blijven zien. Je hoeft niet ver weg om mooie dingen te zien. Wandelen door de stad en oog hebben voor een mooie boom in een park of voor een nieuw gebouw. Naar een museum gaan en kijken wat anderen maken. Kijken naar schoonheid en deze dan ook ondergaan. Vriendschappen en familiebanden onderhouden en aandacht voor mensen om je heen. Aandacht voor jezelf en dingen doen waar je je goed bij voelt”.
Yoga, tennis of bridge?
“Haha, nee ik ga naar de sportschool en ik wandel en kijk”.
Is je stijl veranderd?
“Ik wil er niet uitzien en de kleding dragen van iemand van twintig. Naarmate je ouder wordt weet je wat bij je past. Ik ben altijd met kleding bezig, let op kwaliteit en afwerking. Ik koopt ook graag mooie vintage mode. Ik heb nog zoveel mooie stoffen liggen waar ik ooit nog iets van wil maken. Ik ben dol op sieraden en ga de deur niet uit zonder gelakte nagels en gestifte lippen”.
Wat vind je van de Utrechtse vrouw?
“Ik vind de vrouwen die ik ken heel no nonsens. Ze kleden zich stoer, heel eigen maar op een warme manier”.
Aan wie geef jij het stokje door?
“Aan Karin Sorbi, ik vind haar een warme vrouw die heel bewust leeft”.
Radia is voor mij HET VOORBEELD van onze diverse samenleving. Bij haar en haar gezin BEN je in 2 culturen en mag ik ZIJN wie ik ben. Mooi mens, mooie vrouw. Liefs voor jou lieve Radia.
Radia is meer dan wat er beschreven is. Mooi mens. Een naam die de geschiedenis van creatieve personen in mag. Love you.
Raddia is zichzelf en van daaruit nieuwsgierig naar anderen en hoe anderen de wereld beleven. Dat maakt dat bij haar in de buurt zijn automatisch goed en ongedwongen voelt. Je bent een authentiek, mooi, warm en creatief mens. Tot veel in staat. Topper !!!
Mooi om te lezen Radia!
Wat een leuk artikel! Ik ken Radia van de lagere school en vond haar altijd zo’n lief meisje toen ze net op school was. Ze had iets droevigs en mysterieus. En ze rook altijd zo lekker, naar een andere cultuur. Toen ik van school was zag ik haar af en toe nog bij onze buren, fam Hoogerwerf. Haar naam is me tot nu toe altijd bij gebleven. Een bijzonder meisje is uitgegroeid tot een prachtige vrouw! Mooi om te zien en te lezen!