Vrouwen die een jaartje ouder worden maar zich jong blijven voelen. Hoe doen ze dat? En is oud worden een straf of een zegen? Hester van Doorn (53): “Ik ben nu bij de meest fantastische kleuren aangeland. Het leven sprankelt en ik sta mijzelf toe om in mijn kracht te geloven.”
Na bijna drie maanden “mijn” mooiste meisjes gebeld te hebben hoe hun levens waren veranderd ten tijde van Corona, durfden Hester en ik een interview aan de keukentafel op gepaste afstand wel weer aan. Ik meldde mij in haar winkel, atelier en woonhuis aan de Oudegracht. Zo vaak was ik al langs de etalage gefietst waar sardines gemaakt van blik hingen. Geïntrigeerd, maar nooit afgestapt, was nu het moment om naar binnen te gaan. Drie uur later stond ik weer buiten, met een mooi, bij tijd en wijle ontroerend, maar vooral inspirerend verhaal. Hester van Doorn groeide op in Bilthoven met een oudere broer. Vader was meteoroloog bij het KNMI en vaak weken van huis als hij op het weerschip Cumulus verbleef. “We waren dan thuis met moeder die soms werkte als hostess op beurzen maar als vrouw van een ambtenaar eigenlijk geen betaalde baan mocht hebben. Moeder was van de gezelligheid en het organiseren van feestjes. Ook feestjes waar wij als kinderen niet bij mochten zijn. We verzonnen vaak een smoesje om toch even naar de volwassenen te kunnen kijken. Zij gedroegen zich dan ineens zo anders. Vader was een stille man, ik heb altijd het gevoel gehad dat er meer in hem schuilde dan hij liet zien. Hij was wel creatief en wanneer hij bezig was in het schuurtje kon ik als klein kind ademloos naar hem kijken. Ik was ook stil, heel gevoelig en verlegen. Ik observeerde en ving veel op. Ik weet nog dat ik heel klein was en mij bewust werd van het gevoel van de wind en de geur van bloemen.`
“Ik leefde een beetje “undercover”, dacht dat dingen die ik maakte er niet toe deden”
“Ik barstte van de ideeën, maar durfde dat niet te laten zien. Uitspraken als “Doe dat nou maar niet, zou je dat nou wel doen?” legden mij snel lam. Ik leefde een beetje “undercover”, dacht dat dingen die ik maakte er niet toe deden en men thuis niet open stond voor een dialoog zonder oordeel. Dat gemis heeft mij ertoe gebracht later juist wel mijn ideeën naar buiten te brengen. Omdat ik thuis niet om de materialen om mee te werken durfde te vragen maakte ik dingen van wat er maar voor handen was. Dat minirokje dat ik maakte uit een bruine plastic vuilniszak, dat zelfs bij de “Burberry” meisjes op mijn kakschool een succes werd. Ik probeerde om bij de meisjes te horen die in Bilthoven-Noord woonden, die hun populariteit ontleenden aan de status van hun vader. Ik wilde zo graag een bepaald merk regenpak en toen ik dat aan mijn moeder vroeg antwoordde ze: ”Veel te duur, dat krijg je niet, je hebt toch een regenpak.” Toen realiseerde ik mij dat mijn moeder gelijk had en dat het eigenlijk allemaal onzin is. Toen ik elf jaar was gingen mijn ouders uit elkaar. Vanaf mijn veertiende woonde ik samen met mijn broer bij mijn vader. Wanneer hij ging varen hadden we het rijk alleen. Veel gefeest, we joegen in een week ons huishoudgeld erdoorheen aan wijn en Franse kaasjes. Ik ontwikkelde een eigen kledingstijl, van vintage bloesjes maakte ik weer iets anders en ik verfde mijn haar met henna oranje. Niet altijd even succesvol maar ik vond het tof. Het maakte mij niets meer uit wat anderen van mij vonden, ik kwam voor mijzelf op en voor anderen die in een hoek gedrukt werden.”
“Ik nam met mijn vijftien jaar iedere maand de Magic Bus naar Parijs, bleef daar of ging achterop de motor mee naar Normandië”
“Ik was bezig te ontdekken en te zijn wie ik was. Ik wist wel waar mijn grenzen lagen en liet mij niet meesleuren in drugs. Ik had Franse jongens leren kennen, nam met mijn vijftien jaar iedere maand de Magic Bus naar Parijs, bleef daar of ging achterop de motor mee naar Normandië. Op maandag zat ik weer keurig in de bank op school. Ik sprak vloeiend Frans, maar volgens mijn docent wel met een accent. Toen mijn vader naar Hilversum verhuisde en een vriendin van hem met haar twee kinderen bij mij kwam wonen was het uit met mijn vrije leventje. Ik werd weer beteugeld, moest om twaalf uur thuis zijn en, hoewel goed bedoeld, deel uitmaken van een gezinsleven dat ik sinds mijn elfde niet meer had gekend. Ik vond dat ik het met zeventien jaar wel alleen kon. Maar ik leerde een tien jaar oudere jongen kennen en voor ik het wist woonde ik met hem samen. Na het VWO wilde ik eigenlijk naar de fotoacademie. Volgens mijn ouders was daar geen droog brood mee te verdienen. Nu denk ik: is dat zo erg dan? Ik koos toen maar voor Franse Taal- en Letterkunde. Tijdens die studie heb ik niet de gebaande paden gevolgd, nam deel aan modules die niet voor de hand lagen. Ik voelde en handelde naar wat bij mij hoorde zonder dat ik wist waar het pad mij zou brengen. Met mijn vriend kocht ik een stuk grond in Groenekan en terwijl wij daar een kast van een huis lieten bouwen woonden we in een stacaravan. Ik vond het heerlijk: de konijnen huppelden bij ons naar binnen en ik leerde alles over appel-en perenbomen.”
“Ik realiseerde mij dat ik naar buiten moest, mensen op gaan zoeken en het zelf moest doen”
“Ik vond de geborgenheid die ik nodig had maar we leefden volgens het patroon van zijn ouders. Om half negen het tweede kopje koffie, daar paste ik niet tussen. Ik kreeg weer dat gevoel dat ik nog steeds niet mocht zijn wie ik was: ik leefde weer ”undercover”. Het huis was vier weken af en toen ben ik vertrokken. Ik vond een kamertje in Utrecht, maar had mijn sociale leven niet op orde. Ik was mijn eigen vrienden kwijtgeraakt. Op Koninginnedag zat ik op mijn kamertje en niemand wist dat ik daar alleen zat. Mijn vriend en ik hadden jaren alles samen gedaan en ik was daar aan gewend geraakt. Ik realiseerde mij dat ik naar buiten moest, mensen op gaan zoeken en het zelf moest doen. Ik had in de krant een advertentie gezien van iemand die voor muziektheater ondersteuning zocht. Het bleek Hans Visser van Flairck, met wie ik vanaf toen vijf jaar lang heb samengewerkt. Ik vond een bus voor zijn nieuwe muziekgezelschap , ontwierp de kleding, scharrelde de decorstukken bij elkaar en organiseerde uiteindelijk grote events met andere artiesten. Het leek wel alsof alles wat op mijn pad kwam altijd lukte en klopte. Zes dagen per week, vaak on tour en altijd de nacht afsluiten in ’t Pandje met een gehaktbal van Ome Cor. Ik had inmiddels een nieuwe liefde en raakte zwanger. Ik weet nog dat ik door de Nachtegaalstraat fietste en mijzelf in de ruiten van de etalages zag in mijn zwart wit gestreepte legging: fantastisch wat ontzettend gaaf, dit leven in mijn lijf. Ik beleefde een heel moeilijke zwangerschap met veel lichamelijke toestanden. Mijn zoontje werd dood geboren, ik kwam thuis met platte buik en met lege handen. Drie jaar later werd ik opnieuw moeder, ik voelde me zo rijk. We verhuisden naar de Minstraat, de buurt waar toen je banden nog lek werden gestoken wanneer je van “buiten” kwam. Ik leerde een andere kant van het leven kennen, de kant van “niet zo gezegend” zijn. Ik lag met mijn zoon op de grond omdat de kogels door de straat vlogen. Maar ik had daar een waanzinnige tijd met mijn typisch Utrechtse buurvrouw, die een echte vriendin werd. Zij “pendelde” en voorspelde mij vijf kinderen. Ik vroeg of zij gek geworden was.”
“Na verliefd zijn komt houden van en dan wordt een gezin ook een bedrijf dat je moet runnen.”
“Ik raakte weer zwanger, maar onze relatie had het zwaar, je hebt samen zoiets heftigs meegemaakt, we waren elkaar daarin verloren. Ik vroeg me af of ik het alleen zou kunnen, maar was in de war omdat ik inmiddels verliefd was geworden op iemand anders. Ik heb mij twee dagen opgesloten, alle zwarte gedachten toegelaten en voelde toen: of deze nieuwe man nu aansluit of niet, dit kind mag er zijn. Hij sloot aan. En er kwamen in totaal inderdaad vijf kinderen, ik had altijd het gevoel dat ik nog zoveel liefde over had. Steeds genoeg voor nog meer kinderen. Hoewel mijn zwangerschappen niet altijd even eenvoudig verliepen, ik meerdere malen in een rolstoel belandde, vond ik het heerlijk. In totaal heb ik acht en een half jaar borstvoeding gegeven. Na verliefd zijn komt houden van en dan wordt een gezin ook een bedrijf dat je moet runnen. Ik deed vrijwel alles alleen omdat mijn man altijd werkte. We kochten dit pand op de Oudegracht, een bouwval. We leefden wisselend op de bovenverdieping of in de werfkelder terwijl we het opknapten. In die tijd werkte ik als zzp’er in de online marketing. Het verdiende goed maar ik werd er niet blij van. Gelukkig had ik intussen ook de fotografie weer opgepakt. Ik had de geboortekaartjes van de kinderen zelf ontworpen en mensen vroegen mij om dat voor hen ook te doen. Overdag was ik moeder en ‘s nachts werkte ik, vaak met een kind aan de borst, aan mijn kaartjes. Mijn laatste kind kreeg ik toen ik bijna vijfenveertig was. Soms dacht ik “wanneer stopt die wens om steeds weer moeder te worden”, maar toen zij gezond in mijn armen lag wist ik “nu is het goed”. Onze relatie was mooi en tegelijkertijd zwaar. Ik creëerde het leven dat ik dacht niet in mijn eentje te kunnen leiden, maar wilde weer net zo blij en onafhankelijk worden als in mijn theaterperiode.”
“Het leek alsof mijn handen uit zichzelf bewogen en ik knipte uit het bierblikje een visje: een sardientje”
“Toen had ik ook niemand om mij aan op te trekken, niemand waar je je identiteit aan ontleent. Een heftige scheiding volgde, waarna ik weer dingen ging maken, om mijzelf in kwijt te kunnen. Ik zat op een vriendin te wachten met een blikje bier in mijn hand. Ze bleef langer weg dan ik had gedacht en ik zag ineens hoe mooi dat blikje was. Ik goot het leeg, rommelde in mijn tas en vond een schaartje. Het leek alsof mijn handen uit zichzelf bewogen en ik knipte uit het bierblikje een visje: een sardientje. Alles viel op zijn plek: sardines uit lege drankblikjes. Elk exemplaar zo prachtig en uniek. Ik richtte mijn trash art label FAV*ELA op, waarbij de sardines staan voor de kleurrijke individuen die we allemaal zijn. We bewegen onze eigen vinnen, dragen ieder onze eigen naam en mogen zijn wie we zijn. Als we dat durven staan we in onze kracht, kunnen we geven zonder terug te hoeven ontvangen. Dan kunnen we ook samenwerken en komen we echt vooruit, als sardines die samen zwemmen in een school. Ik maak de sardines met anderen, tijdens workshops op scholen en bij bedrijven. Vaak ontstaat er een prachtige dialoog tussen de makers: “The power of connection”. In mijn winkeltje zijn de sardines te koop. Ik noem het een adoptie, je moet er goed voor zorgen net als een kind dat je adopteert. Ik ben weer terug bij mijn jeugd: ik maak van alles uit het materiaal dat voorhanden is, van iets dat weggegooid is. Net als toen, omdat er op dat moment niets anders was. Ik leef ik er nu zelfs van. Met mijn huidige trash art project ‘Layers’ daag ik mensen uit de dialoog aan te gaan: “wie ben ik, waar sta ik, wat laat ik van mezelf aan de wereld zien”. Deze zomer begeleid ik kunstwandelingen langs de locaties in de binnenstad waar dit werk geëxposeerd wordt. Het bestaat uit afgedankte spiegels en diverse lagen pre-corona affiches uit het Utrechtse uitgaansleven. Hoeveel lagen waren we verwijderd van degene die we altijd aan de buitenwereld lieten zien, wie zagen we op het moment dat dat leven wegviel, toen we ons noodgedwongen naar binnen richtten. Die confrontatie, in alle openheid en zonder oordeel.”
Hoe is het om ouder te worden?
“Mijn leven is als een toverbal, ieder laagje verrast me. Ik ben nu bij de meest fantastische kleuren aangeland. Het leven sprankelt en ik sta mijzelf toe om in mijn kracht te geloven. Ik ben nooit bang om een onbekend pad in te slaan, want mocht het niet het goede pad blijken heb ik een keuze, ik kan terug, of sla een zijpaadje in dat mij toch brengt waar ik moet zijn.
Wat is je geheim?
“Dicht bij je gevoel blijven en vertrouwen hebben. Voelen wat je nodig hebt, maar vooral kijken naar wat je al hebt en niet visualiseren waar je naar toe wilt gaan. Ik geloof in synchroniciteit, als je iets wil hebben of iets echt nodig hebt, laat de gedachte eraan dan los. Het komt altijd op je pad, soms in een andere vorm, maar altijd zoals het moet zijn, omdat je zelf de keuze hebt er wel of niet iets mee te doen. Ik heb er vertrouwen in dat er dingen naar mij toe blijven komen waar ik gelukkig van word.”
Is je stijl veranderd?
“Ik geloof het niet. Ik ben net op tijd niet meegegaan met de massa. In je pubertijd heb je de keuze en ik heb mij toen niet geconformeerd. Soms vond ik iets erg mooi en dan kocht ik het, tekende het na en bracht het vervolgens weer terug. In de jaren tachtig waren schoudervullingen in de mode, ik naaide er niet één maar wel vijf op elkaar. Ik ben altijd mijn eigen smaak blijven volgen, soms met een knipoog naar de geldende norm”.
Tennis. Bridge of Yoga?
“Yoga lijkt mij wel mooi, maar ik mediteer terwijl ik allerlei dingen doe. De mooiste sport lijkt mij het beroep van vuilnisvrouw. Ik heb sterke armen door het sjouwen van al mijn kinderen en het is een goede beweging voor je benen. Vuilnisvrouw, één dag per week. Ik kijk nu eenmaal altijd op straat of ik dingen zie die ik kan gebruiken, zie van alles in alles. Op de vuilniswagen kom je zoveel dingen tegen die mensen weggooien en hoewel je die dan zelf niet mee mag nemen, bedenk ik wel een list of verstop ze ergens”.
Wat vind je van de Utrechtse vrouw?
“Hier in de buurt wonen zoveel veerkrachtige en ondernemende vrouwen en ze zijn allemaal mijn vriendinnen. Zonder woorden verstaan en steunen we elkaar. Of met een eindeloos gesprek en een drankje voor de deur. Maar soms is één blik al genoeg.”
Aan wie geef je het stokje door?
Ubiracy Carneiro de Santana. Zij is een sterke, inspirerende Braziliaanse vrouw.
”
Even bladeren door het fotoalbum.
Jullie zouden Anna de Rijk eens centraal kunnen zetten
Heerlijk dat deze serie weer begonnen is! Ook dit is weer zo´n bijzonder verhaal.
Wat ’n prachtige sterke vrouw! Ik word helemaal blij van haar positieve levensinstelling.
Inspirerend verhaal. Wat fijn dat het mooiste meisje van de stad weer terug is.
Top ‘eerste’ interview, chapeau!
Dank Yontie wat heb je er weer een mooi verhaal van gemaakt, van deze krachtige vrouw het interview verteld positiviteit, doorzettingsvermogen en veel liefde xxxx liefs Rita
Met heel veel genoegen het levensverhaal van Hester gelezen. Heb haar toen haar ouders nog bij elkaar waren meerdere malen meegemaakt. Via haar moeder geregeld bijgepraat, maar in dit stuk een nog beter beeld gekregen. Ze is niet alleen mooi van buiten doch zeker ook van binnen en erg creatief, op veler gebied. Trots op haar als ver familielidll!
Leuk verhaal, maar ik ben wel benieuwd hoe deze dame een miljoenen pand op de Oudegracht kan bewonen? Ik neem aan dat het knippen in blikjes niet voldoende is voor de hypotheek.