Vrouwen die ouder worden maar zich jong blijven voelen. Hoe doen ze dat? En is oud worden een straf of een zegen? Coby van Ouwerkerk: “Ik blijf actief en midden in de maatschappij staan. Nog steeds kan ik geen nee zeggen.”
“Overal waar we komen, veroorzaken we reuring”, concludeert Coby van Ouwerkerk aan het einde van het interview. Maatschappelijke betrokkenheid en politiek activisme zijn de sleutelwoorden in haar leven. Op bezoek in haar woning in de Hoogravense Saffierlaan vallen de SP-stickers op de ijskast op. Dat ze tijdens het gesprek een Rode Tribune (orgaan van de Communistische Eenheidsbeweging) met een actiefoto van haar op de voorkant laat zien, verbaast me niet. Een gesprek met een vrouw die altijd klaarstaat voor ‘de goede zaak’. Ook nu nog, als ze zich inzet voor De Klanksteen, een muziektent in Hoograven.
Coby van Ouwerkerk, geboren in Jutphaas, groeide op in een groot gezin met zeven kinderen. Haar vader verloor zijn eerste vrouw aan TBC en bleef achter met drie kleine kinderen. Samen met zijn tweede vrouw, de moeder van Coby, kreeg hij nog vier kinderen. Hij was een hard werkende aannemer maar er was altijd tijd voor ontspanning. Zo laadde hij iedere zomer de hele familie in zijn Opel Consul en vertrok naar Pietra Ligure aan de Italiaanse Bloemenrivièra. “Ik zie ons nog gaan over de Brennerpas of over de Route Napoléon, geen snelwegen naar het Zuiden,” lacht Coby.
Boekhouding en SMDK
“Laten we het over mijn schooltijd maar niet hebben, dat was niet de meest succesvolle periode in mijn leven. Ik wilde gaan werken: werd kassière bij de Autorama, mocht al snel de kas tellen en kwam op kantoor terecht. Ik miste toch wel de nodige boekhoudkundige kennis dus deed ik in de avonduren een opleiding tot boekhouder. Via uitzendbureaus vond ik steeds leuke baantjes, ik leerde veel mensen kennen en ook moest ik mij steeds aanpassen aan nieuwe werkomgevingen. Totdat ik terecht kwam bij de Medische Instrumenten Fabriek van Martin Looth. Daar heb ik werkelijk alle kneepjes van het boekhoud-vak geleerd van juffrouw Braak. Via Parnassos kwam ik terecht op de afdeling neurologie van het UMC, waar professor Jan van Gijn mijn baas was: één van de liefste mensen die ik ken.
Ondertussen was ik getrouwd met Hans, mijn jeugdliefde. Wij hadden op twaalfjarige leeftijd voor het eerst gezoend bij de kerstbomenverbranding in Hoograven en we zijn nu nog steeds samen. Wij konden, in onderhuur, een huisje krijgen in Zuilen in de Bessemerlaan. Het huis was vuil, alles bedekt met een dun laagje zwarte stof. Het bleek geen gewoon stof maar fijne metaaldeeltjes afkomstig van de SMDK (de voormalige Demka, red.). De bewoners hadden veel last van stank- en geluidsoverlast. Ook astma en bronchitis bleken veel voor te komen in de wijk. We besloten in actie te komen en gesteund door de actiegroep MAN en met de gedachte dat de vervuiler moest betalen trokken we ten strijde. We hebben gewonnen en SMDK moest sluiten.
Australië
Het was de tijd van de Club van Rome, de Vietnamdemonstraties en de demonstratie tegen de kernwapens. Onze oudste zoon was net geboren en we wilden weg uit het vervuilende Nederland. Australië trok ons en Hans zou daar als techneut een baan kunnen krijgen. We kwamen terecht in het Westen in Perth. Hans vond werk in de haven en we lieten een huis bouwen met uitzicht op zee. Het eerste jaar was alles nieuw en moesten we veel nog ontdekken. De inwoners van Perth bleken erg nationalistisch, met een Aussie flagpole in iedere tuin. Wij bleven de emigranten. Nieuwe mensen leren kennen was ook niet eenvoudig, iedereen zat binnen bij de airco. Dit was in 1981, toen er nog geen sprake was van massatoerisme en backpackers.
We ontmoetten Nederlanders die eigenlijk altijd terug hadden gewild naar Nederland. ‘Met het ene been hier en het andere daar’, vertelden zij ons. En zo voelden wij ons ook. Onze tweede zoon werd geboren en onze oudste moest naar school. We wilden voor hem Montessori onderwijs, maar dat onderwijs werd alleen maar aangeboden op peperdure private schools. We wogen voors en tegens tegen elkaar af en besloten terug te gaan naar Nederland. Hier laat je wat en daar vind je wat.
Het was geen welkom terug in Nederland! Bij wet was het geregeld dat je alleen maar terug mocht naar de gemeente waar je uit vertrokken was. In Utrecht was het bijna ondoenlijk om een huis te vinden, maar via via konden we iets vinden in de Hartingstraat. Daar moest nieuwbouw komen op het voormalige AZU-terrein en voor het heien moest er grondwater aan de bodem onttrokken worden. Dit zou betekenen dat het behouden AZU-gebouw zou verzakken en de woonhuizen er omheen. Om een lang verhaal kort te maken: we bemoeiden ons er weer mee en kwamen in actie. Boren en niet heien, en een minimum aan grondwater aan de bodem onttrekken. We wonnen: onze eisen werden ingewilligd en zelfs kregen de gierzwaluwen speciale dakpannen op de nieuwbouw.
Muziektent
Wat ons wel opviel, na drie jaar Australië, dat Utrecht zo was veranderd. Het was een grote bouwput geworden, en dat is het eigenlijk nog steeds. Toen wij jaren later nog een keer op vakantie gingen naar Pietra Ligure, bleek dat er helemaal niets veranderd was: heel rustgevend. In 1998 vertrokken we naar de nieuwbouw in de Saffierlaan in Hoograven. In die tijd werden er veel subsidies gegeven voor achterstandswijken. In het kader van ‘Hoograven in de Lift’ kwam er een inspraakavond in de Pastoefabriek, de bewoners mochten plannen indienen. Hans en ik hadden zitten filosoferen over wat we misten. We woonden aan een park met een reusachtig grasveld en daar miste een muziektent: muziek verbindt immers mensen. Dat idee hebben we toen geopperd en ons plan werd goedgekeurd.
Ik wist niet wat ik mij op de hals had gehaald: overleg met overheidsinstanties, bijeenko msten, overleg met het wijkbureau en handtekeningen uit de buurt. Voor zo’n tent moet aan alles worden gedacht: hufterproof, weer en windbestendig. En, ook belangrijk, hoe moest hij eruit zien. We kozen voor De Stijl als thema, Rietveld heeft immers in Hoograven veel invloeden achtergelaten. De muziektent biedt nu onderdak aan De Klanksteen. In deze wijk dragen alle straten de naam van stenen en zo vonden we de fonoliet, de klanksteen, de eerste steen waarmee onze voorouders muziek maakten.
Iedere laatste zondag van de maand van mei tot en met september vinden optredens plaats in de muziektent. Menig beginnend bandje is hier zijn carrière begonnen. De organisatie drijft volledig op vrijwilligers, maar dat verbindt ook. De huisarts en de mensen uit een begeleid wonen project werken even hard mee. Op Koningsdag vindt altijd de opening van het seizoen plaats. We willen het wel kleinschalig houden en absoluut geen park Lepelenburg worden met foodtrucks. Hans en ik zeggen wel eens tegen elkaar: ‘Overal waar wij wonen veroorzaken we reuring en dat maakt het nooit saai!'”
Hoe is het om ouder te worden?
“Het gaat vanzelf, het is een onomkeerbaar proces en je hoopt dat je redelijk gezond blijft. Ik merk wel dat ik na een logeerpartijtje van onze kleinkinderen even bij moet komen. Ik blijf actief en midden in de maatschappij staan. Nog steeds kan ik geen nee zeggen, nu heb ik bijvoorbeeld weer de Mobiele Keuken erbij gekregen. Een idee dat destijds ook is geboren, tijdens de bijeenkomst in de Pastoefabriek. Je kunt alles tegen de betaling van een borg lenen voor een avondje buiten eten. De keuken, de oven, het bestek en de borden. Want niet alleen muziek maar ook eten verbindt. Ook wil ZIMIHC nu iedere tweede zondag iets organiseren en dat moet ook weer geregeld worden.”
Wat is je geheim?
“Actief blijven en midden in de maatschappij blijven staan. Wanneer we na afloop van een Klanksteen-zondag met alle vrijwilligers bij elkaar zitten, dan kan ik zo genieten wanneer iedereen zijn verhalen vertelt.”
Tennis, golf of yoga?
“Wanneer ik de muziektent weer heb schoongemaakt of vijfduizend flyers heb rondgebracht dan heb ik er wel een rondje fitness opzitten. Verder doe ik alles op de fiets.”
Is je stijl veranderd?
“Nee, ik loop altijd in een broek en draag sinds we in Australië hebben gewoond altijd slippers in huis.”
Wat vind je van de Utrechtse vrouw?
“Ik let eigenlijk niet goed op. Ik heb zoveel bewondering voor vrouwen die werken, kinderen opvoeden en het huishouden doen. Ze moeten zelf maar weten wat ze aantrekken.”
Aan wie geef jij het stokje door?”
“Aan Paulette Janssen, als zij iets voor je kan doen dan doet ze dat.”
Helemaal Coby!
Goed interview en mijn bewondering voor haar groeit nog steeds. Altijd actief en vol zorg voor ‘haar’ Klanksteen, met haar man Hans en de ‘çlub’ enthousiastelingen om haar heen.
Ze blijft haar best doen en strijdbaar om onrecht te lijf te gaan tot in de hoogste instantie.
Ze verdient een lintje!
Ik heb veel bewondering gekregen voor Coby (en Hans) toen ik waarnemend wijkmanager Zuid was. Ze had niet alleen goede ideeën, maar ze zorgde ook dat die ideeën gerealiseerd werden. Petje af!
Respect