Vrouwen die een jaartje ouder worden maar zich jong blijven voelen. Hoe doen ze dat? En is oud worden een straf of een zegen? Carla Somer:”“Ik vind het heerlijk, ik word steeds jonger en voel mij opnieuw twintig. Er is zoveel van mij af gevallen, ik ben rustiger geworden en ben veel van mijn angsten kwijt. Ik durf mij nu te geven in een relatie.”
Carla Somer geboren in Jutphaas groeide op als de oudste van drie meisjes, binnen twee en een half jaar geboren. Carla werd geboren met een ernstige hartafwijking en was het zorgenkind van de familie. Vader was straatmuzikant en clown in het circus en kon de kinderen het plezier in het leven meegeven. Moeder daarentegen kon het plezier wel zien, maar zeker zelf niet maken. Ze was depressief en verbleef vaak de wintermaanden in de Psychiatrisch Neurologische Kliniek in de Nicolaas Beetsstraat. Na de geboorte van Carla verruilde vader zijn zwervend bestaan voor een baan in de bouw. Hij voelde zich verantwoordelijk voor vrouw en kind. “Mijn ouders kwamen allebei uit grote gezinnen van twaalf en tien kinderen en iedereen was in de buurt van Jutphaas blijven wonen. Er was altijd wel iets te vieren: verjaardagen, bruiloften of jubilea en mijn vader hield dan een voordracht of zong liedjes. Mijn moeder was, juist door haar kwetsbaarheid, geliefd in beide families en als zij in goede doen was had zij oor en oog voor iedereen. Mijn vader hield van organiseren. Hij tikte een hele grote oude tent op de kop, laste missende stokken en moeder naaide het doek weer aan elkaar. In de lente zette hij de tent op het grasveldje voor onze flat. Als oudste kind organiseerde ik van alles voor de kleintjes: schilderen, tekenen en toneelstukjes. Die tent heeft een grote rol gespeeld in mijn leven, ik merkte dat het organiseren mij goed af ging. Ik zat op de lagere school en zal tien jaar geweest zijn toen er een juffrouw op school kwam die vroeg of er meisjes waren die belangstelling hadden voor ballet. Ik zie haar nog binnenkomen: Rinie Verzuu, een gracieuze en ook pittige vrouw. “Zo’n moeder zou ik willen hebben”, dacht ik toen ik haar zag. Ze zou zo’n belangrijke rol in mijn leven gaan spelen. Ik wilde bij haar op les, maar ballet was iets voor mensen uit een ander milieu, iets uit de stad. Het was buiten de comfortzone van mijn vader en bovendien veel te duur. Het lesgeld voor een maand ballet was net zoveel als de contributie voor een jaar van de gymnastiekvereniging. Ik spaarde iedere cent die ik kreeg, deed klusjes en betaalde zo mijn eigen balletles. Maar toen mijn vader zag hoe ik floreerde was hij om. Door Rinie werd ik uit de wereld van zorgen getrokken. Ik had de zorg voor mijn zusjes, ik kookte en als we uit school kwamen ging ik altijd als eerste binnen om te kijken hoe het met moeder was. Maar op woensdagmiddag kon ik dat allemaal vergeten: we dansten sprookjes en verhalen en we maakten met elkaar iets moois. Al snel werd ik de assistente van Rinie in de groepen voor de allerkleinsten: zij heeft mij het dansen gegeven en de innerlijke beleving en nog lang bleef ik bij haar dansen.
“Achter mijn kamerdeur bleef het overzichtelijk en weg van chaos”
Toen ik zes was werd ik geopereerd aan mijn hart een voor die tijd riskante operatie. Van een altijd blauw kind werd ik weer een gezond meisje. Ik ging naar de huishoudschool in het dorp en vond het er heerlijk. We hadden handvaardigheid, toneel en muziek. Hoewel de directeur vond dat ik tegen de begrenzing aanschopte, liet hij mij de vrijheid om van alles te organiseren en bracht ik leven in de school. Ik bedacht dat het onderwijs iets voor mij zou zijn en ging ik naar het VHBO, die school ontsloot voor mij de weg tot de lerarenopleiding. Weg uit het dorp, naar Utrecht. Ik kende de stad van twee maal per jaar nieuwe schoenen of een jas kopen. Het was even spannend maar door de stad en de opleiding maakte ik een versnelling door in mijn ontwikkeling. Op de lerarenopleiding, de SOL, koos ik de richting Handvaardigheid en Textiele Werkvormen. Het docententeam was jong en ik kreeg dramadocente Margreet Biesheuvel die mij leerde dat je bij drama iets diep kunt voelen. Dat het normaal was, zonder erin weg te glijden zoals mijn moeder, maar dat je er ook weer uit kon komen. Van Atze Haytzma, docent plastische vormgeving en fotografie leerde ik hoe mooi het menselijk lichaam is en het vertrouwen om je bloot te geven, letterlijk. Ik werd zijn model, poseerde naakt, met alle littekens van mijn operaties zonder dat het ook maar een moment ongemakkelijk was. Tijdens het poseren kon ik dromen en bevond ik mij in twee werelden: die in mijzelf en die van mijn buitenkant. Ik deed mode vormgeving op de modeacademie, dat mocht ook nog van mijn ouders. Zij lieten mij, enigszins met lede ogen, al vanaf de middelbare school mijn gang gaan. Zelf hadden ze zich niet kunnen ontwikkelen en snapten dat voor mij werelden open gingen. Voordat ik naar de modeacademie ging was ik al model in de afstudeerprojecten van vrienden op die academie geweest. Met hen ging ik mee naar de studentenhuizen waar zij woonden. Maar dat was niets voor mij. Zoveel lelijkheid, zo smerig en zoveel geschreeuw, daar vond ik geen aansluiting. Ik kreeg een gedeeld appartement in de Amerhof en achter mijn kamerdeur bleef het overzichtelijk en weg van chaos. Ik vond na een stageperiode een baan op het Anna van Rijncollege in Nieuwegein en mocht daar de afdeling techniek opzetten. Dit vak was nieuw in het curriculum in de basisvorming. Ik had mijn eigen mentorgroepje en met kinderen die meer aandacht nodig hadden. Ik leerde ze om naar elkaar te luisteren en hun zwakheden om te zetten in hun sterke punten en met elkaar iets te maken. Nooit vergeet ik het Tanzania-project waarin we in een jaar vijftigduizend gulden ophaalden en ook nog eens hetzelfde bedrag aan spullen om een schooltje op te richten in het dorpje Mafinga. Ik mocht mee naar Tanzania met drie collega’s en wilde een waterpomp in de buurt weer aan de praat krijgen. Vrouwen moesten iedere dag een uur berg af en weer op om water te halen. We namen alle onderdelen voor een pomp mee en ik kreeg hem weer aan de praat. Toen ik na vijf dagen terugkwam zag ik overal kapotte plastic sandaaltjes liggen. Wat bleek een handelaar had aan de vrouwen waterschoentjes uitgedeeld, die na een paar dagen al stuk waren, in ruil voor de onderdelen van de pomp. Ik was hevig onthutst en enorm teleurgesteld, maar realiseerde mij later dat ik weer een levensles had geleerd: het is prima zolang je leeft in het moment en ik moet niet iets willen veranderen voor mensen die tevreden zijn in dat moment.
“Ik wil dit been niet meer”, zei ik tegen de neuroloog.
Ik was negenentwintig toen ik een baan kreeg op de Wim Sonneveldschool, een school voor moeilijk lerende kinderen. Ik gaf daar Beeldende Vorming, Drama en Dans en probeerde de kinderen fijne dingen te laten beleven op de dag. We bedachten projecten en we deden het met elkaar en we leerden van elkaar. Als ik na school naar huis fietste realiseerde ik mij dat mijn leerlingen vaak weer terug moesten naar moeilijke thuissituaties of naar een thuis waar ze zich niet veilig voelden. En hoopte dat ik op de schooldag het verschil kon maken. De dans bleef als een rode draad door mijn leven lopen en zou mij ook weer helpen toen ik eenzijdig verlamd raakte en helse pijnen leed. Het bleek dat ik een gebroken tussenwervel had en moest geopereerd worden. “Ik wil dit been niet meer”, zei ik tegen de neuroloog. “misschien wil dit been jou niet meer”, antwoordde hij. Ik had roofbouw op mijzelf gepleegd. Door het zorgen voor mijn zusjes, mijn moeder, later mijn leerlingen was ik vergeten om voor mijzelf te zorgen. Langzaam wist ik te herstellen door in mijn bed proberen te dansen en te bewegen. Ik ging vooruit en smeekte mijn lijf: ”lief lijf kom weer bij mij terug”. Ik was zevenendertig en besloot naar de Dans Academie in Tilburg te gaan: ik mocht weer leerling zijn. Op een stralende zomerdag zag ik op het Janskerkhof een demonstratie van de Argentijnse tango. De tango waar de man leidt, de vrouw volgt. En waar je samen vormgeeft aan de dans, je veilig voelt en je verbindt, dat had ik altijd te spannend gevonden. Ik nam een proeflesje en was verkocht. Ik leerde Oliver Kruze kennen, tangodocent uit Duitsland die werk zocht. We begonnen in de Catharijnesteeg een tangoschool waar we van twee oefengroepjes in een jaar uitgroeiden naar driehonderdvijftig cursisten. Samen met mijn toenmalige partner stond ik plots aan het hoofd van een groot bedrijf met personeel op verschillende locaties. Dag en nacht was ik met de school bezig inclusief tango-vakantieweken en weekenden. Na twaalf jaar begaf mijn andere been het. “Ga zo door en je zit binnen het jaar in een rolstoel”, zei mijn neuroloog ditmaal. Ik droeg mijn school over aan Annelies Gietelink met behoud van nog drie lesgroepkejes. In het jaar van loslaten knapte ik op maar ook kwamen mijn partner en ik tot de conclusie dat er zonder ons kind “de dansschool”, er niet veel meer was dat ons bond. Ik nam in een maand afscheid van veertien jaar dansschool, een relatie van twaalf jaar en achttien jaar Arthur van Schendelstraat. Ik verhuisde en had een grote woonkamer waar ik nog les kon geven, op kleine schaal, aan cursisten die ik al jaren kenden. Naast de tangolessen aan huis geef ik nu de ook de maandelijkse blote-voeten-dans-avonden in theater de Berenkuil, leerde Jordis Jakubczick en haar Somatic Dance kennen en kwam yoga op mijn pad. Op mijn verlanglijstje stond nog een partner, het liefst met oudere kinderen. Ik kwam Paul tegen en samen hebben wij iets wat ik nooit heb gekend: kletsen, eten en gewoon lopen om het lopen zonder ergens naar toe te moeten. Ik had nog één wens “oma” te worden en dat ben ik nu ook: sinds een jaar is kleine Hugo in ons leven. We zorgen een dag per week voor hem en ditmaal zorg ik zonder zorgen.
Hoe is het om ouder te worden?
“Ik vind het heerlijk, ik word steeds jonger en voel mij opnieuw twintig. Er is zoveel van mij af gevallen, ik ben rustiger geworden en ben veel van mijn angsten kwijt. Ik durf mij nu te geven in een relatie. Ik kan ook rustiger zijn over mijn moeder: zij is nu zwaar dement en in het verzorgingshuis waar zij verblijft is iedereen dol op haar. Zij is haar sombere kant kwijt en de lieve en zachte kant van haar is overgebleven. Ze hoeft nu alleen nog maar te stralen. Ik kan terugkijken op zoveel bijzondere ontmoetingen die allemaal een beslissende rol in mijn leven hebben gespeeld.”
Wat is je geheim?
“Ik heb een blij hart: wat er ook gebeurt, de zon schijnt. Dat heb ik van mijn vader, hem koos ik als mijn rolmodel in mijn pubertijd en dat bleek een goede keuze. Ik ben vaak omringd door jonge mensen: de kinderen van Paul en de jongeren op de danslessen. Bij mij is ooit ADHD geconstateerd en dat heeft wel als voordeel dat ik nog steeds heel actief ben.”
Yoga, bridge of tennis?
“Yoga, tango, blote voeten dans, lopen en fietsen. Paul en ik komen net terug van een fietsvakantie van zes weken. We komen dan op campings terecht waar we echtparen op twee stoeltjes voor de caravan zien zitten. Aarzelend wordt er dan aan ons gevraagd hoe oud wij zijn met onze fietsen en een tentje achterop. We blijken dan even oud te zijn.”
Is je stijl veranderd?
“Nee, ik heb nog jurkjes en rokjes van dertig jaar geleden en die draag ik nog steeds. En vestjes ik ben nu eenmaal een koukleum. Ik restyle ook wel huizen voor mensen en dan draag ik graag een overall.”
Wat vind je van de Utrechtse vrouw?
“Ik zie zoveel vrouwen, ik geef les aan verschillende vrouwen, zie toeristen en studenten. Voor mij bestaat de Utrechtse vrouw niet.”
Aan wie geef jij het stokje door?
“ Aan Annelies Gietelink, zij is een vrouw met lef en een tomeloos enthousiasme.”
Wat een heerlijk doorleefd mens bij je lieve Carla. Wat voelt mijn persoontje als troubadour zich ineens dicht bij jou. Jouw vader straatmuzikant… Geweldig!
Je bent een prachtige vrouw met een geweldig verhaal waar ik graag naar kijk als ik mijn concert terug zie, want daar zie in het nummer Vuur van tederheid in een flits precies wat en wie je bent. Vuur en tederheid. Dikke knuffel uit Wijk bij Duurstede.
Mooi verhaal Carla! ?
Carla, als jij tango danst, moet ik blijven kijken…zo mooi is het!
Wat een prachtig verhaal Carla!!
Ha carla,
wat leuk om hier nader met je kennis te maken. Ik ken je slechts van een paar heerlijke dansen op een zwoele zomeravond achter het stadhuis! Lieve groet,
Wat fijn dat we jou als prachtig mens hebben leren kennen. Wat heb je mooie dingen gedaan en doe je nog altijd!. “Volg je hart, dat klopt altijd”.
Lieve groet van Kees en Trudy
Wow Carla wat een levensverhaal!! Grote bewondering en respect voor hoe jij in het leven staat en je overal door heen hebt geslagen. Ik ben blij dat ik bij jou mijn eerste kennismaking met workshop, proefles, gevolgd door lesjaar op jouw school en een jaar bij jouw thuislessen met vrienden uit dit eerste jaar heb gevolgd. Jouw passie, humor, enthousiasme, gratie en je stijl van kleden maakte mij altijd blij en enthousiast en trok mij in de verslavende tango die nu al 8 jaar een belangrijk onderdeel is van mijn leven. Ik ben blij dat je gelukkig bent, je verdient alles wat je hart begeert.
Ha lieve Carla,
wat fijn dat je nu in jezelf woont! En dat je je oma-gevoelens kan delen!
Een circusvader, dat wist ik nog niet! Heel bijzonder, dat bloed stroomt door jou!
Liefs en warme groet,
Llewellyn
Prachtig jou levensverhaal!!! Lieve Carla jij bent een heerlijk mens!!!
Liefs en warme dans groet
Jannette
Mijn naam genoot wat prachtig, ook de tango deel ik met. Jou dans is betoverend en heb het van je geleerd, samen met Olivier wat een tijd?Je verhaal jou leven, chapeau. ?
Wat fijn om dit eens zo uitgebreid te mogen lezen, nu snap ik jouw drive en levenslust nog meer.
En heel leuk om te lezen dat je nergens meer naar toe hoeft.
Nog heel veel fijne jaren lieve Carla.
John Houtepen