Het is meteen een goede binnenkomer wanneer Gert aan mij vraagt: ”Hoe oud denk je dat ik ben?” Ik antwoord dat ik daar niet aan begin. Hij zegt dat hij zestig is. “Had ik het nu maar gezegd want ik had je vijftig geschat.” De “Domtorentjes” die ik voor hem had meegenomen konden in de ijskast omdat de kleinkinderen van Gert een appeltaart voor mij hadden gebakken volgens het geheime recept van Sandra, de vrouw van Gert. Voor een “gelegenheidsvoetbalfan” zoals ik, fanatiek tijdens EK en WK, met eigenlijk nul verstand van het spelletje, is een ex prof voetballer interviewen een uitdaging. Gelukkig is mijn man een fanatiek FC Utrecht supporter en had ik wat voorinformatie over Gert Kruys en de rol van zijn zoon Rick bij de club.
Niet dat ik altijd blij ben met FC Utrecht, de wedstrijden bepalen vaak ons weekend: een wedstrijd om 9.00 uur op zaterdagavond wordt mij met enige schroom aangekondigd. Maar, zelf had ik de wedstrijd tegen Ajax toch op het puntje van mijn stoel meegekeken. Tijdens ons gesprek blijkt dat we dan niet het voetbal gemeen hebben maar wel een aantal andere zaken. Na het ongeluk van Gert, waarbij hij zijn enkel op drie plaatsen brak, was hij fantastisch geholpen door de orthopeed van de Diak, Hefting. Wijnand Hefting was ook onze buurman en goede vriend van mijn ouders. We praten over zijn middelbare schooltijd op het Thorbecke. “Ken jij Hatzmann, die getrouwd is met een Doornekamp?” “Van de banketbakker op de Straatweg? ”Daar kwam mijn moeder altijd! Hun hazelino’s waren de beste uit de stad!” We hebben het over Frans van Wieren die zijn beroemde pannenkoekjes bakt als het ontbijt van de spelers voor de wedstrijd. Hoe Gert restaurant “Chez Jacqueline” mist. Het werd een erg leuk gesprek dat natuurlijk ook over voetbal ging. Maar waar Sandra, als voormalig Europees Kampioen salsadansen, nog een paar pasjes danst. En als je dan vertrek bij een familie waar FC Utrecht in de genen zit, krijg je ook nog de jubileumsjaal mee voor het thuisfront.
“Ik wilde profvoetballer worden maar Cesar Zuiderwijk was mijn held”
Gert Kruys groeide op in de Schouwweteringstraat vlakbij het Noordse Park. “Dat voetballen in het park heeft mij gevormd. Nu begin je je carrière bij een amateurclub, maar ik ben gevormd door het park en de straat. Er speelden echte goede voetballers, zoals Ton de Kruijk en Ricky Testalamuta. We organiseerden toernooitjes van buurt tegen buurt, de Noorderparkers tegen tegen de Betonbruggers en tegen de Rode Bruggers. Ik had een droom en dat was profvoetballer worden. Maar ik had een ook een drumstel en Cesar Zuiderwijk was mijn held. Ik moest de keuze maken, wanneer ik drumles had en de jongens stonden te roepen of ik kwam voetballen, dan was de roep van de bal toch sterker. Van huis uit had ik de liefde voor DOS meegekregen. Voor de wedstrijden verzamelden de vrienden van mijn vader bij ons thuis waar mijn moeder een pan soep en broodjes klaar had staan. Voor de wedstrijd werd dan nog gedobbeld of gekaart waarna de vriendengroep in kolonne naar het stadion liep. Ik noem het altijd de voorlopers van de businessclubleden nu. De “Vrienden van DOS”, zij ondersteunden de club en zorgden er soms voor dat er een bedrag op en ook wel onder tafel kwam wanneer dat nodig was. Wanneer DOS verloren had dan was mijn vader daar zo ziek van dat hij niet at, maar wanneer ze gewonnen hadden aten we gele vla met zwarte pruimen en slagroom. Die traditie hebben we in ere gehouden: nu eten we yoghurt met aardbeien, de kleuren van de club zijn immers veranderd.”
“Mijn moeder speelde een dubbelrol die van vader en moeder tegelijk”
“Mijn vader was een man met humor maar hij had ook zijn duistere kanten. Na de oorlog had hij in Indonesië gevochten, was daar gewond geraakt en getraumatiseerd teruggekomen. Zijn stemmingswisselingen waren voor ons als gezin moeilijk te bevatten. Mijn moeder speelde een dubbelrol die van vader en moeder tegelijk. Mijn vader werd ziek en het leven was soms zo zwaar voor hem dat hij opgenomen werd in Oegstgeest waar professor Bastiaanse oorlogsslachtoffers met trauma’s probeerde te helpen. Vooral de weekenden dat hij thuiskwam, maar ook het afscheid op zondagavond hebben een diepe indruk op mij gemaakt. Ik ging naar het Atheneum op het Thorbecke, zat in de klas met Lubert-Jan Vonhoff de zoon van de burgemeester, we raakten goed bevriend en mijn vader vond dat als PvdA-er prachtig dat ik bij de VVD burgemeester kind aan huis was.”
“Mijn vier jaar oudere zus en ik zijn erg verwend thuis. Mijn moeder deed alles voor ons. Ze kookte twee keer per dag warm, tussen de middag voor mij omdat ik ‘s avonds moest trainen en dan nog een keer voor de rest. Ik kreeg toen ik zestien was, nog hartstikke jong, de uitnodiging om bij FC Utrecht te komen spelen, dat was natuurlijk geweldig. Ik speelde in het tweede elftal, maar we werden wel kampioen van Nederland. Er wordt wel eens gezegd dat we het beste middenveld van Nederland hadden met Jan Wouters, Frans Adelaar en ikzelf, allemaal Utrechtse jongens. Misschien wel een tikkeltje overdreven, want wordt het wel steeds beter naarmate je ouder wordt. Van het Atheneum ben ik naar de Havo gegaan omdat het voetbal veel van mijn tijd vroeg, ik deed eindexamen en ging toch weer naar Atheneum 5.”

“Ik had een mooiere wagen dan de directeur van de school”
“Inmiddels verdiende ik goed en kreeg een sportauto. Die auto zette ik pal voor de deur van de school, het was een mooiere wagen dan de directeur. Ik was achttien en toen ben ik maar niet meer naar school gegaan. Dan debuteer je in het eerste elftal, het publiek scandeert je naam, je kan de hele wereld aan en komt je droom uit. Ik speelde in jong Oranje en stond op de stand-by lijst voor het Nederlands elftal. Een gouden toekomst lonkte, maar aan die toekomst kwam abrupt een einde toen het noodlot toesloeg. In de winterperiode konden we niet trainen op het veld en we weken uit naar het kunstgras van Kampong toen Frans Adelaar een sliding op mij maakte. Mijn voet bleef staan en mijn been draaide weg. Mijn enkel bleek op drie plekken gebroken en het bot stak eruit. Ontzetting bij mijn ploeggenoten en ik was in shock, het bleek een horror blessure. In het Diaconessen Ziekenhuis werd ik geopereerd door Hefting en ook nog door Derks, maar ik ben nooit meer de oude geworden.”
“Op de taxi ben ik gehard en de vrienden die ik daar maakte bleken echte vrienden”
“Dan ben je zesentwintig en je valt in een zwart gat. “Als je wint heb je vrienden”, zingt Herman Brood en zo is het. Nu werd mijn naam niet meer gescandeerd maar werd er “wisselen” geroepen of “breek je andere been maar”, dat is ook de voetballerij. Ik werd afgekeurd voor betaald voetbal en was even depressief, maar zat niet bij de pakken neer. Van mijn zwager Harry, die een taxibedrijf had, kocht ik twee vergunningen en ben ik een tijdje op de taxi gaan rijden. “Welkom in de echte wereld”, als profvoetballer heb je aanzien, maar als je op de taxi rijdt ben je nog steeds dezelfde persoon maar zonder glamour. Ik ben daar gehard en de vrienden die ik daar maakte bleken echte vrienden. Ik ging studeren om professioneel coach te worden. Bij Holland, een roemruchte amateurclub, met allemaal ex-profs, werd ik trainer en we werden kampioen van Nederland bij de amateurs. Daarna full time trainer bij AGOVV in Apeldoorn. Ik haalde het hoogste trainersdiploma en kwam in 1998 bij Cambuur in de eredivisie, waar ik vier fantastische jaren beleefde. Daarna werd ik trainer bij FC den Bosch en na twee jaar werden we kampioen van de Keukendivisie. Vervolgens tekende ik bij de Graafschap, de super boeren.”
“Ik ben nog nooit zo trots geweest als toen Rick tegen de Graafschap scoorde”
“Het was het seizoen 2004-2005 en we speelden tegen Utrecht in de Galgenwaard. Mijn zoon Rick speelde in de selectie van Utrecht maar stond niet in de basis. Voor de wedstrijd werd mij gevraagd: ”Stel dat Rick het winnende doelpunt maakt?”. “Dan komt hij er niet meer in en gaat hij maar bij zijn meisjes slapen”, had ik voor de camera van Studio Sport geantwoord Ik weet niet wat het was maar ik had een raar voorgevoel dat er iets zou gaan gebeuren. Na de rust 0-0, hielden we stand, ik zie de jongens van Utrecht warm lopen en daar tussen zag ik ook de blonde krullenkop van mijn zoon. Hij komt in het veld en de eerste bal die hij krijgt schopt hij keihard in de kruising. Er bestaan beelden van mij in de dug-out, waar het ongeloof vanaf druipt. “Bij zijn meisje geslapen?”, ben je gek we hebben het thuis gevierd, ik ben nog nooit zo trots geweest. En trots ben ik gebleven, hij maakte een mooie carrière in het betaald voetbal en nu is hij assistent-trainer bij FC Utrecht. Mijn dochter Romy is getrouwd met voetballer Gianluca Nijholt en de kleinkinderen voetballen ook. Voetbal is niet uit ons leven weg te denken”.

Gert is nauw bij Utrecht betrokken gebleven. Hij werd door Frans van Seumeren gevraagd om als ambassadeur commerciële zaken iets voor de club te gaan doen. Dat combineert hij met analyses van de wedstrijden, live op de radio voor RTV Utrecht, uit en thuis. Tot voor kort runden Sandra en hij een voetbalschool de Gert Kruys Academy, maar dat is nu The Experience geworden onder de vlag van FC Utrecht. Vanaf juli 2022 gaat hij Montfoort SV19 trainen. “Ik doe allemaal dingen die ik leuk vind en waar ik energie van krijg. Gelukkig heb ik ook een voetbalvrouw die net zoals mijn moeder, als het nodig is, twee keer per dag warm kookt. Als ik mijn ogen dicht doe en ik proef het draadjesvlees van Sandra, dan denk ik dat mijn moeder heeft gekookt”.
De keuzes van Gert
Trainer
“Han Berger en Louis van Gaal, ex aequo. Als speler bij Utrecht had ik Han Berger al leren kennen en toen ik trainer werd bij Cambuur was Han Berger daar technisch directeur. We hadden een fantastische tijd maar Han kreeg een aanbieding van de KNVB en ging weg. Han heef als speler maar ook als trainer veel invloed op mij gehad. Hij heeft het DNA van Utrecht door de aderen stromen. Spelen met bravoure, lef, passie en altijd op het randje. Wel vreemd dat hij nooit trainer is geworden bij een topclub, ik had hem wel eens willen zien bij PSV. Louis van Gaal heb ik leren kennen toen ik een buitenlandse stage moest lopen, dat hoorde bij het diploma hoofdtrainer. Jan Wouters, Frans Adelaar, Jan Olde Riekerink en ik gingen met z’n vieren een week naar Barcelona, waar van Gaal trainer was. Gerard van der Lem, mijn oud-ploeggenoot was daar assistent-trainer. Van Louis en Gerard mochten we overal bij zijn. Een paar jaar later werd ik ontslagen bij De Graafschap, ik pakte de telefoon en mocht ik een paar maanden een kijkje in de keuken nemen toen Louis coach was bij AZ, hij heeft mij enorm geïnspireerd. Mensen denken weleens: “van Gaal wat een vervelende man”, maar ik heb hem op een andere manier leren kennen en ik vind hem echt een toptrainer.”

Commentator
“Leo Driessen en Jeroen Grueter, Sierd de Vos en mijn maat de René van den Berg waar ik nu al dertien jaar mee samen werk bij RTV Utrecht. Alle vier commentatoren op Champions League- niveau. Leo en Sierd hebben een briljant soort humor, Jeroen heeft ongelofelijk veel kennis en bij René spat het enthousiasme ervan af. Dat zou Frank Snoeks ook wel kunnen gebruiken, hij is vaak zo negatief, vooral bij het Nederlands elftal. Hij weet precies te vertellen wat de spelers denken op het veld, hoe kan dat nou?”

Speler
“Johan Cruyff en Willem van Hanegem. Met Willem heb ik nog samen gespeeld in zijn nadagen. We hebben nog steeds contact en van de week had ik nog een appje van hem. Ik vind hem een wereldman, echt heel bijzonder. Nu zou ik Frenkie de Jong noemen, hij lijdt onder de perikelen bij Barcelona, maar straks speelt weer hij in het Nederlands elftal en dan gaat hij excelleren”.

Film
“Een film die mij heeft geraakt was The Deer Hunter met Robert de Niro. Dat heeft te maken met hetgeen er met mijn vader is gebeurd. In de film wordt een groep vrienden uitgezonden naar Vietnam. Een van hen komt zwaargewond terug en dat deed mij dan weer denken aan mijn eigen blessure. Maar ook het andere aspect van de film : het teambuilden, de groep vrienden die iets voor elkaar over heeft. De muziek die gespeeld wordt vlak voor hun vertrek: You’re just too good to be true, alles in die film heeft een diepe indruk op mij gemaakt. Ik ben door de film gaan begrijpen wat mijn vader door heeft moeten maken in de oorlog in Indonesië en hoe hij daar uit is gekomen na wat er met hem is gebeurd. Dan nog One flew over the Cuckoo’s nest. Door die film kon ik mij voorstellen hoe het voor mijn vader in Oegstgeest bij professor Bastiaanse geweest moest zijn. Ik mocht hem daar wel eens bezoeken. Dat was vreselijk, hij was weer helemaal terug in de oorlog”.

Boek
“Ik lees heel veel, ik heb een e-reader en kan uren liggen lezen als ik de tijd heb: Dan Brown, Balduci, Stieg Larsson. Maar Turks Fruit van Jan Wolkers raakte mij. Hoe hij schrijft over de jonge vrouw die ziek wordt en komt te overlijden. Geweldig. Ik heb meer van hem gelezen “Terug naar Oegstgeest” bijvoorbeeld. Alleen de titel al, deed mij denken aan de zondagen waarop mijn vader weer terug moest naar Oegstgeest. Hij kwam dan in de weekenden thuis en dan moesten we hem op zondag weer terugbrengen, als klein jochie maakt dat een diepe indruk op je”.

Muziek
“Ik groeide op met Charles Aznavour, “The old fashioned way”, dat was het lied van mijn moeder. Mijn vader was van Frank Sinatra. Maar zelf alles van George Michael en Coldplay en dan de drumsolo’s in Radar Love en aan het eind van “Moving up” van Curtis Mayfield. En natuurlijk Phil Collins” Terwijl hij dat zegt drumt Gert feilloos the solo van “In the Air Tonight” op tafel.

Drank
“Bruine rum, in een cocktail die “Dark and Stormy” heet. Rum, Ginger Ale en limoen. Sinds kort maken we zelf limoncello en dat met een beetje prosecco. Als wijn drink ik graag een chardonnay”.

Restaurant
“t Spiehuis, maar daar ben ik niet uniek in. Wat een heerlijk restaurant is dat. Tournedos, zeetong en heerlijke wijn. Laatst aten we daar en werd ons gevraagd of we nog een flaconnetje wilden. Later keek ik op de rekening en wat daar stond was niet de prijs van een flaconnetje maar van een heel vat. We aten daar met René van den Berg en die hebben we het restaurant uit moet rollen, hij at overal een driedubbele portie van. Waar we ook graag komen is Will’s in Nieuwegein, ooit begonnen als eetcafé aan de Oude Gracht, en nu een fantastisch restaurant met gastheer William Kaay. Wesley Sneijder is daar ook kind aan huis”.

Vakantie
“Ik had het nooit bedacht maar twee jaar geleden zijn we op Kreta geweest. Het klimaat en de vriendelijkheid van de mensen, dat is ons heel goed bevallen. Zo werden we zelfs uitgenodigd voor een bruiloft. Zaten we aan tafels met wel duizend Grieken te eten en te drinken, onvergetelijk”.

Stad
“Wat denk je zelf van een echt Utrechts jochie? Vaak lopen we even door de stad een rondje van Hoog Catharijne, even over de grachten, Broodje carpaccio bij Broodje Ben, bloemetje kopen bij Hogervorstjes, op de Bakkersbrug. Iets drinken bij café “De Binnenstad” en langs Hendriks in de Zadelstraat. Even relaxen. Wat een stad!”.

Utrechter
“Wesley Sneijder, een hartstikke lieve jongen. Wat hij voor de mensen doet in Ondiep is bijna aandoenlijk. De voedselbank en de kerstpakketten, waar absoluut een echte goede rollade in moet zitten. Hij is dicht bij zichzelf gebleven. Hij eet hier vaak mee: eerst een baco en dan lekker aanschuiven. En dan heb ik ook nog Henk Westbroek. Ik was groot fan van “Het Goede Doel” en zij waren fan van ons. Begin jaren tachtig, daar bestaan nog foto’s van, dat zij in voetbalkleding stonden en ik achter het drumstel zat. Ik hou van de humor van Henk en hij heeft in een heleboel zaken gelijk”.

Als jij burgemeester van Utrecht zou zijn?
“Na de “tramaanslag”, verzamelden alle partijen zich. Iedereen was met elkaar verbonden en dat zou ik een hele week willen hebben. Een week aandacht voor elkaar, voor de Utrechtse ondernemers, de artiesten, de horeca. De Utrechtse Week, met alle gebouwen rood-wit verlicht en rood-wit als verplichte dresscode. We laten zien dat we trots zijn op ons stadsie. Een concert voor iedereen in Galgenwaard met Kensington, een reünie van het Goede Doel en zangers zoals Danny Temming. Een topwedstrijd van FC Utrecht tegen Barcelona, spelletjes in het Wilhelminapark en Frans van Wieren die kookt met Utrechtse producten”.

Wat n gaaf verhaal gert. En extra bijzonder wanneer ik aan het einde lees dat Yontie Helders het verhaal heeft geschreven!! Kennen we ook goed!
Mooi verhaal over een geweldige voetballer. Jammer dat zijn carrière een vroegtijdig einde kende maar hij is ijzersterk teruggekomen.
Leo Driessen een geweldige commentator? Als hij een wedstrijd van de FC verslaat, heb ik de neiging de tv onmiddellijk uit te zeten.
Goeie gozert!
Gert, prachtig verhaal, enige dingen meegemaakt ook met je vader en moeder, hypotheken geregeld voor jullie!