sinds 1976 in de Biltstraat

Even langs bij Nieuw China, het oudste Chinees-Indisch restaurant van Utrecht: “Onze jongste kok loopt ook al tegen de zestig”

Woen Phoeng en Jessie Lai

Nieuw China in de Biltstraat is het oudste, nog bestaande Chinees-Indische restaurant in Utrecht. Waar het ene na het andere Chinees-Indische restaurant is verdwenen, denken ze bij Nieuw China nog niet aan stoppen. “We volgen een cyclus, ons soort restaurants was de eerste plek waar mensen buiten de deur gingen eten, daarna werd het afhalen en thuisbezorgen, maar nu komen mensen weer hier binnen eten”.

Met eigenaar Woen Phoeng (62) en Jessie Lai (51) al 32 jaar het stralende gezicht achter de afhaalbalie, spreek ik over hun levens en de geschiedenis van het restaurant. Woen Phoeng is geboren in het toenmalige Nederlands Nieuw-Guinea. ”Ik had nog net de Nederlandse nationaliteit voordat Nieuw-Guinea door Indonesië werd opgeëist. Mijn voorouders komen uit China, maar mijn ouders groeiden op in Marauke, een dorpje in Nieuw-Guinea waar een grote Chinese gemeenschap woonde. Toen Nieuw-Guinea bij Indonesië werd gevoegd hadden de Chinezen drie keuzes: terug naar China, blijven en de Indonesische nationaliteit aannemen of  vertrekken naar Nederland als asielzoeker. Mijn ouders gingen naar Hong-Kong, ze waren laagopgeleid, er was weinig werk en de levensstandaard was niet hoog. Veel van hun Chinese familie en kennissen waren naar Nederland vertrokken om hier een Chinees-Indisch restaurant te beginnen.”

“Uit eten was ronduit onbetaalbaar, je had weinig tot geen restaurants”

“Dit soort restaurant was in opkomst, ieder dorp had wel een ‘Chinees’. Uit eten was ronduit onbetaalbaar, je had weinig tot geen restaurants, behalve de dure restaurants en een enkele bistro. Bij ‘de Chinees’ was het eten goedkoop, goed en veel. In de Chinese restaurants was veel personeel nodig,  in de bediening of in de keuken. Een oom van mij was een restaurant in Amersfoort begonnen en vroeg mijn ouders om over te komen. In 1968 kwamen mijn ouders met mij naar Nederland en gingen bij mijn oom in de zaak werden. In 1976 namen ze dit reeds bestaande Chinees-Indische restaurant aan de Biltstraat over. We gingen boven de zaak wonen. Thuis  spraken we Chinees, maar na twee jaar sprak ik Nederlands, als kind leer je snel. Het was vanzelfsprekend dat ik meehielp in de zaak. Mijn moeder had in Indonesië gewoond en nam die keuken mee naar het restaurant. Zo werd het  Chinees-Indische, meer Indonesisch dan aanvankelijk was. De Chinees-Indische keuken tref je in geen enkel ander land. Een Chinees restaurant in het buitenland heeft nooit een Indische component. De restaurants werden gerund door Chinezen die nog nooit in Indonesië waren geweest. De Chinezen die in de jaren ’50 naar Nederland waren gekomen hebben de combinatie Chinees-Indisch meegenomen. De restaurants hebben zich aangepast aan de Nederlandse smaak en aan de ingrediënten die hier te verkrijgen waren. Het werd Nederlands-Indisch-Nederlands. Nu hebben we weer veel authentieke Chinese gerechten op de kaart staan, omdat er vraag naar is. Mensen reizen meer en zijn avontuurlijker geworden. Bovendien zijn de ingrediënten nu makkelijker te verkrijgen. Je past je nu eenmaal aan aan de vraag.”

“We volgen een cyclus”

“Het merendeel van de koks die in de Chinees-Indische restaurants koken zijn hier in de jaren ’60 of ‘70 gekomen, onze jongste kok loopt ook al tegen de zestig. Keukenpersoneel is sowieso lastig te vinden en er zijn weinig jonge koks die zich geroepen voelen om in een Chinees-Indisch restaurant te gaan werken. Maar gelukkig zitten wij nooit met een tekort aan koks. We konden tot vorig jaar wel koks uit China halen, maar die moesten onze specifieke keuken hier leren. Er is ook geen opleiding voor koks in onze restaurants, het is een keuken die je nergens anders aantreft. Dat is Chinees-Indonesisch en aangepast aan de Nederlandse smaak. Dus moet je het leren in de praktijk. Doordat de belangstelling voor de Chinees-Indische restaurants begon af te nemen zijn veel tweede of derde generatie Chinezen begonnen met sushi of noodles restaurants. Ook tref je veel Chinezen aan in de Nederlandse snackbar, een trend die zo’n dertig jaar geleden is begonnen, de oudere Chinees die voor zichzelf wilde beginnen. Dat is vrij simpel,  je hoeft geen goede kok te zijn om kant-en -klare producten te kunnen frituren. Zo’n veertig jaar geleden had je hier in Utrecht ruim veertig Chinees-Indische restaurants, maar nu is er nog een handjevol over. Wij kunnen in ons restaurant aan alle dieetwensen voldoen: Lactose en glutenvrij, maar natuurlijk ook vegetarisch en vegan. Mensen eten ook nog graag in ons restaurant. We volgen een cyclus, ons soort restaurants was de eerste plek waar mensen buiten de deur gingen eten, daarna werd het afhalen en thuisbezorgen, maar nu komen mensen weer hier binnen eten.”

“Mijn vader had gehoord over de watersnoodramp en vond Utrecht veilig”

Jessie Lai (51) is al 32 jaar het vrolijke gezicht achter de afhaalbalie van Nieuw China. Jessie, geboren in Maleisië, is van origine Chinees. Haar ouders zijn Chinees, maar in Maleisië geboren. “Mijn vader vertrok in 1973, mijn geboortejaar, naar Nederland. Hij ging alleen om te kijken of het zijn familie in dat verre land zou bevallen. Hij verbleef hier illegaal en werd weer teruggestuurd naar Maleisië. Maar bij uitzetting riep hij :”Ik kom terug!” Hij zag voor zijn gezin een betere toekomst in Nederland en via vrienden vond hij werk in een fabriek. In 1985 konden mijn moeder, mijn zus en ikzelf overkomen naar Nederland. Mijn vader had voor Utrecht gekozen, het lag centraal, wat makkelijk was wanneer je ergens naartoe wilde. Ik had liever gehad dat hij voor Amsterdam, Rotterdam of Den Haag had gekozen. Maar hij vond het hier veilig. Hij had gehoord over de Watersnoodramp en dat Utrecht bij die ramp droog was gebleven. Ik was 12 toen ik hier kwam wonen, het was erg wennen voor mij. Vooral wat het eten betreft, thuis aten we heel pittig en drie keer per dag warm. We aten nooit brood, maar ik was dol op brood met pindakaas en kon zo een half brood opeten. Ik kwam aan en dat zal mij nooit meer gebeuren. Ik doe nu zes dagen per week aan krachtsport training. Ik sprak Engels, Chinees en Maleis en kwam op de basisschool in de laatste klas. Het betekende veel bijles voor mijn zus van 14 en voor mij. Nederlands bleek een lastige taal, ik was te oud om het echt goed te leren spreken. Mijn geluk was dat ik goed Engels sprak, maar de spreekwoorden en de voltooide deelwoorden bleven een probleem. Ik ging naar de mavo en rondde die af zonder ooit te blijven zitten. Ik ging naar de MEAO richting commerciële economie en deed daarna de richting toerisme, ik wilde gaan reizen en heel graag reisleidster worden, maar in de jaren ‘90 was het niet makkelijk om een baan te vinden.”

” We vinden het nog altijd jammer dat Het Paradijs is gesloten”

“32 jaar geleden ben ik hier, parttime, op zaterdag begonnen. Ik kon steeds meer werken en dat was niet meer te combineren met mijn schoolwerk. Achteraf heb ik wel spijt dat ik die MEAO nooit heb afgemaakt. Omdat ik hier al 32 jaar werk, ken ik de mensen die bij Nieuw China komen goed. Ik zag ze opgroeien, leerde hun kinderen kennen en nu komen ze weer met hun kleinkinderen hier eten. Ik heb ook alle  trends meegemaakt. De opkomst van de Griekse en Italiaanse restaurants en het verdwijnen van het Chinees-Indische restaurant. Mijn moeder en ik eten nog het liefst echt Chinees, bij Full Moon in Amsterdam of Den Haag. We vinden het nog altijd jammer dat Het Paradijs is gesloten, daar gingen we graag naartoe voor de lunch, Dim Sum. Het was daar altijd bijzonder: het eten zo snel mogelijk op je bord en zo snel mogelijk  weer op straat.”

Laat uw reactie achter

Reactie

12 reacties

  • Harry van Dam schreef:

    Jessie is al vele jaren een vertrouwd en erg aardig gezicht bij het afhalen. Ze herkent je bij naam en weet je voorkeuren, ook als je maandenlang niet bent geweest. En het eten blijft van topkwaliteit! Ik hoop dat Nieuw China nog vele jaren blijft!

  • Koen schreef:

    Erg tof restaurant! En leuk interview

  • Cecile schreef:

    Heel leuk interview

  • Annemiek Janssen schreef:

    Ik kom al jaren bij dit restaurant; toen m’n moeder nog leefde kozen we de heerlijke Indonesische rijsttafel en nu haal ik regelmatig de lekkerste Soto ayam. Jessie is de liefste en vrolijkste en Woen staat daar altijd rustig naast. Leuke mensen!

  • René schreef:

    Heel fijn en bijzonder gastvrij restaurant. Kom er al vanaf 1977. Al mijn vrienden en familie komen er ook vaak. Jessie is altijd gezellig en goedlachs en altijd in voor een praatje. Met Woen ook altijd wel gezellig praatje. Chinees restaurant van hoge kwaliteit, hoop dat we er nog lang van kunnen genieten.

    René de machinist

  • Bram schreef:

    Als wij een paar weken in Frankrijk zijn geweest, en we rijden Utrecht binnen, zeggen we: ‘na al die weken stokbrood en pommes frites wordt het weer tijd voor lekker Hollands eten.’ En dan gaan we dus naar Nieuw China. Heerlijk thuiskomen!

  • Floor schreef:

    Een prima chinees om te bestellen, ze zijn stipt op tijd, de gerechten altijd zeer goed op temperatuur en vooral lekker.

  • John Noy schreef:

    Altijd vriendelijk daar en lekker!!

  • annemarie schreef:

    Wij komen hier ook al meer dan 25 jaar heerlijk eten en bij afhalen altijd gezellig met Jessie hoeft niet te zeggen wat ik wil eten zei weet het precies.

  • Sonja Huberts schreef:

    Je kan er heerlijk eten, of afhalen. Vriendelijke mensen heel gastvrij. En Jessie ach wat zal ik zeggen die lach van haar daar kan je niet om heen. Woen ik hoop dat jullie nog lang zullen blijven. Groetjes Sonja

  • Ilona Jorritsma schreef:

    Mijn Chinees van vroeger. Veel hebben wij er gehaald.
    Wij woonden in de Obrechtstraat er tegenover.

  • Joop Van Daalen schreef:

    Jammer dat er nog maar een handjevol Chinese restaurants overgebleven zijn. Ik kan het wel elke dag eten, heeeerlijk.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *