De vakantiebeurs is deze week weer in de Jaarbeurs Utrecht, dus tijd om even een kijkje te nemen als journalist.
De beurs bestaat sinds de jaren ‘70 en dat is meteen de gemiddelde leeftijd van de bezoekers. Grijze boomers schuifelen rustig langs de kraampjes op zoek naar gratis hapjes, drankjes en prullaria.
De beurs is opgedeeld in landen en heeft daarnaast grote paviljoenen van reisorganisaties. Je moet als bezoeker best pro actief zijn, wil je wat informatie krijgen bij de standjes. En dan nog weten ze vaak maar bar weinig van hun eigen regio. De vertegenwoordiger van de Costa del Sol kent één van de grootste kinderparken in Fuengirola niet en kan ook geen verdere tips geven voor vermaak. De vertegenwoordigers van Griekenland kunnen geen echte snorkelhotspots geven, maar zeggen liever ‘het is overal wel mooi’ en bij TUI weten ze niet waar de zon schijnt op dit moment in Europa. De enige stand waar goede informatie lag, was die van Malta. Hier hebben ze foldertjes, plattegronden en goede informatie van Nederlandstalige mensen die het eiland zelf kennen.
Ach ja, ik mis een oud groezelig reisbureau in een aftands winkelcentrum. Dat ze een map erbij pakten met wat plaatjes en een schema hadden van de lijndiensten en dus precies wisten op welke dag, je waar naartoe kon vliegen. Ik mis gezelligheid.
Gezelligheid is er wel hoor, maar dan voor het type ‘carnaval is het beste feest van het jaar.’ Jammer dat Duitsland zoals altijd met een soort Oktoberfest-paviljoen staat. Bier, worsten en vrouwen in dirndl-jurken moeten de Nederlander overhalen om bij ons buurland op vakantie te gaan. Dat terwijl de Moezel toch perfecte wijn heeft en een stuk chiquer overkomt met haar riviercruises en klassieke dorpjes. Ook kiezen veel Nederlanders voor het prachtige Eifelgebied met haar uitgebluste vulkanen. Jonge kerels, die gaan naar Duitsland vanwege de grote pullen bier. Maar Nederlandse ANWB-koppeltjes, getrouwde koppels met kinderen en de jonge vegan generatie zoomers zul je eerder zien in de natuur, dan in een donkere kroeg ’s avonds laat. Nou ok, ze komen er vast wel even, maar de hele vakantie zal er niet om draaien en op de vakantiebeurs draait heel Duitsland wel om die ene kroeg met houten banken en slechte muziek. Dus hup, naar het volgende land.
Frankrijk, dat klinkt chique. Maar deze campingparel is nauwelijks te vinden. Ergens verscholen achter een megapaviljoen van Griekenland staat vakantieland nr. 1 voor Nederlanders een beetje verlegen met wat foldertjes. De reden dat Frankrijk zo weinig stands heeft dit jaar, is niet helemaal duidelijk. Mogelijk zien ze meer heil in het internet, want net als in Nederland gaat het boeken van een vakantie tegenwoordig vooral via een grote boekingssite. Het kan ook zijn dat de Fransen een ander publiek willen. Liever geen Nederlanders meer die zelf pindakaas meenemen, maar een wat rijkere klant uit bijvoorbeeld Engeland of Zwitserland die ook geregeld naar een restaurant gaat.
Authentiek
De oudjes lijken het op deze beurs wel prima naar hun zin te hebben. Ze boeken nog even een cruise om de wereldzeeën extra te bevuilen, pappen aan met meisjes in traditionele kleding uit Afrika “Oh Fred, kijk hoe authentiek” of geven zich op bij één van de vele loterijen die aanwezig zijn (serieus, wat doen die verkooplui hier). Voor millenials die zelf online kunnen boeken en wereldwijs zijn, heeft de beurs nauwelijks iets te bieden.
Of wacht, voor ouders met kleine kinderen is het wel ideaal door de vele activiteiten.
Niet alleen kunnen de kinderen (gezekerd) palmboom klimmen, op een rodeo-bull schudden en een rondje schaatsen, ook is er een echte kinderclub waar het kroost vermaakt wordt, terwijl de ouders nog een rondje lopen over de beurs en zich afvragen wat ze hier in vredesnaam doen.
Ik zou niet weten hoe je een beurs wat spannender en informatiever maakt, maar er moet wel wat gaan veranderen, wil je jonger publiek aantrekken.
Zelf loop ik nog even langs de kraam van Utrecht, want ook onze eigen stad wordt hier gepromoot. Ik krijg een plattegrondje mee, wat info over de Romeinen en zie dat we in het centrum van Nederland zijn en daardoor vanuit Utrecht juist andere leuke(re) plekken te bezoeken zijn.
Leukere plekken, daar wil ik na twee uurtjes Vakantiebeurs wel naartoe. Weg van deze verouderde beurs.
Conclusie: Drie van de vijf sterren.
De Vakantiebeurs is niet meer wat het ooit was, en dat komt ook doordat de doelgroep van vroeger nu – inderdaad – op andere wijze zijn vakantieinformatie bij elkaar zoekt.
Maar zijn consumentenbeurzen niet sowieso een beetje voorbij, vraag ik me af.
Voor wat betreft het bier-worst-dirndl paviljoen – die gaat al heel wat jaren mee op de Vakantiebeurs, maar Duitsland is of was vroeger ook goed vertegenwoordigd met allerlei – zij het kleine – stands van steden en bondslanden.
Mooie scherpe observatie Tessa. Het hele beursconcept van de Vakantiebeurs is zeker verouderd. Grote reismerken zoals TUI en Corendon hebben er nog wel veel baat bij want er werd volop geboekt. Het ligt helemaal aan je doelgroep. De reizende 50plussers is nu eenmaal een hele grote doelgroep en gaat de komende tien jaar nog groter worden. Ben zelf ook op de Vakantiebeurs geweest en vond het ook erg gedateerd. Een loketje met foldertjes uitdelen? Wat heeft dat voor nut? Toerisme diensten zijn overheidsinstellingen en die nemen het keer op keer ieder jaar op in hun activiteiten ‘beursdeelname’ maar zouden de belastingcentjes heel wat effectiever kunnen besteden door gerichte pr campagnes op te zetten en online aanwezigheid. Lastig hoor om zo’n beurs weer helemaal salonfähig te maken voor millenials.
De vakantiebeurs, tot en met afgelopen jaar ben ik er geweest. Jaren geleden al zorgde ik dat ik ’s ochtends tegen tienen bij de ingang stond te wachten tot de deuren open gingen en pas ver in de middag – zeg drie uur, half vier – weer weg ging. Rugtas vol met info, die ik gevraagd en ongevraagd mee kreeg. De tijd ook dat Frankrijk, Griekenland, Italië en Spanje met gigantische stands vertegenwoordigd waren en er ook een heerlijk terras uitgestald hadden om er ’s ochtends je eerste bakkie koffie van die dag achterover te slaan om alvast in de sfeer te komen. En die sfeer wás er! Prachtige gesprekken bij de infobalies met mensen die wisten waar ze het over hadden.
De laatste jaren kon je toch wel merken dat de Vakantiebeurs langzamerhand steeds verder afgleed: halletje minder, dagje minder (vier dagen in plaats van vijf). In 2023 ben ik er na twee coronajaren – voor het laatst geweest. Verschillende landen waren er al niet eens meer (waaronder het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland en Tsjechië en nog enkele andere). De eerder genoemde landen Frankrijk, Griekenland, Italië en Spanje waren inmiddels gedegradeerd tot landen met een armetierig hoekje. Denemarken had slechts een standje waar alleen het zuiden van Jutland werd vertegenwoordigd. Ook deze laatste keer was ik om tien uur binnen; mijn verblijf heb ik met moeite weten te rekken tot het middaguur, om vervolgens bij ik meen de stand van Oostenrijk even een hapje te eten en vervolgens weer huiswaarts te keren. Mijn rugtas was slechts gevuld met een paar velletjes papier.
De Vakantiebeurs…. het is inderdaad niet meer wat het ooit was. Dit jaar, 2024, ben ik er niet meer geweest; blijkbaar heb ik niets gemist. Ik verneem het vast wel wanneer het interessant is om te gaan.