Sweet memories

Carrière (10): In ‘t water gevallen

Zoals gebruikelijk, had Carlo de kaartjes geregeld voor de wedstrijden van het Europees Kampioenschap. Hij bleef zelf liever achter in Utrecht om op de afdeling te passen en op zijn voluptueuze vriendin van de polisafdeling. Hij had veel meer op met haar dan met voetbal.
Met z’n achten vertrok het gezelschap naar Joegoslavië. Naast Louis, Johan, Rolf en ik, waren de meisjes van de partij. Meisjes die, qua schoonheid, het hoogtepunt in hun aardse verblijf hadden bereikt. Ze zagen er werkelijk ravissant uit. Niet in de laatste plaats mijn eigen levensgezellin.
In en op weg naar Joegoslavië sloegen we een heel goed figuur met de meisjes.
Door de vele uren zonnebaden aan de kust van Joegoslavië, waren ze aan het einde van de reis donkerbruin gekleurd en zagen ze er nog fraaier uit.

De trip begon in Zagreb. Volgens insiders zou Oranje daar wel even Europees kampioen worden.
In het Intercontinental Hotel in het centrum van de stad had ieder stel een soort “presidentiële suite” tot zijn beschikking. Het was nog in de communistische dagen van Tito. De kamers waren heel pompeus en ouderwets ingericht.
Op de dag van de eerste wedstrijd van Oranje regende het onafgebroken pijpenstelen. ’s Avonds, gedurende de wedstrijd, plensde het zelfs nog harder. De meegevoerde grote Nederlandse vlag was in no time als een dweil. Er viel niet meer mee te zwaaien.

Slechts 4 teams deden mee aan de eindronde. De openingswedstrijd tegen Tsjecho-Slowakije was dus gelijk al een halve finale.
De strijd tegen de Tsjechen verliep werkelijk rampzalig. Vooral de hautaine Engelse scheids was daar debet aan. De man presteerde het om in no time twee van onze coryfeeën een rode kaart te presenteren. Johan Neeskens en Willem van Hanegem konden daarom ruim voor tijd het kleedlokaal gaan opzoeken. In de verlenging verloor Oranje met 3-1.
De kaartjes voor de finale in Belgrado waren nu op slag waardeloos geworden.
Zeiknat en volledig gedesillusioneerd keerde het gezelschap terug in het hotel. Aldaar werd besloten de volgende dag direct af te reizen naar zonniger oorden aan de kust van Kroatië.
De Nederlandse vlag hing ‘s nachts te drogen in de presidentiële badkamer. De volgende morgen werd het vaandel diep opgeborgen in een van de koffers.
De zonnige bestemming Opatija lag aan de Adriatische Zee en maakte deel uit van de Joegoslavische Riviera.
Daar aangekomen, was het zonovergoten en werkelijk bloedheet. De ellende van de vorige dag was dan ook snel vergeten.

De andere halve finale werd beslist in het voordeel van onze aartsrivaal. De Duitsers versloegen gastland Joegoslavië met 4-2. Eveneens na verlenging.
Het hotel in Opatija was werkelijk vergeven van de Duitsers.
Dat dit deel van Joegoslavië zo populair was bij de oosterburen, kwam waarschijnlijk doordat Kroatië tijdens de oorlog nogal vriendelijke betrekkingen onderhield met Duitsland. Ze werden hier daarom niet gezien als oude vijanden.
Hetzelfde geldt eigenlijk ook in Ierland. Duitsers zijn hier zelfs tamelijk populair. Dat komt omdat de Duitsers in de tweede wereldoorlog tegen de Engelsen vochten. De Britten waren toen, en nog lang daarna, de aartsvijanden van de Ieren. (Wordt vervolgd)

Website van Bert, zijn facebookpagina.  

Mailen kan naar: albertplomp@gmail.com.

Auteur Bert Plomp
Auteur

Bert Plomp

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *