In de nabije toekomst zal in de polders Rijnenburg en Reijerscop wellicht duurzame energie worden opgewekt. Omwonenden verzetten zich. Is het een not in my backyard-verhaal of drukt de gemeente onterecht haar plannen door? Het verhaal belicht vanuit verschillende perspectieven. Deze keer: verantwoordelijk wethouder Lot van Hooijdonk.
Het conceptvoorstel omtrent energielandschap Rijnenburg en Reijerscop, dat door het college van burgemeester en wethouders na een traject van drie jaar is opgesteld, stuit op veel weerstand. Omwonenden willen geen windmolens in de polder en ook in de landelijke politiek is weerstand. Verantwoordelijk wethouder Lot van Hooijdonk ziet de weerstand, maar is desondanks positief over de plannen en over het proces. “Ik denk dat het in de compleetheid en ook in de aandacht voor het landschap en de natuur een heel mooi integraal plan is.” Ook benadrukt ze dat er wel degelijk naar omwonenden geluisterd is. “Dat betekent niet dat er geen windenergie komt, dat is voor sommige mensen ingewikkeld”, aldus Van Hooijdonk.
Opdracht
Van Hooijdonk begint het gesprek met het schetsen van de context van de plannen. Dat we naar een heel ander energiesysteem moeten, omdat we toch allemaal stroom uit ons stopcontact willen. “In het Klimaatakkoord zit een grote opgave. We moeten in Nederland, net als in de rest van de wereld, in de bebouwde omgeving naar ongeveer nul klimaatemissies in 2050. Dat klinkt lang en ver weg, maar is snel als je nog veel moet doen”, aldus Van Hooijdonk. “Alle regio’s van Nederland is gevraagd om een plan te maken van wat ze kunnen produceren. Onze gemeenteraad is zich al heel lang bewust van de verantwoordelijkheid. In 2011 werd al een motie aangenomen gericht op windenergie in de polder, dat was voor mijn tijd. In 2016 heeft de raad dat nog eens bevestigd en het college en mij als portefeuillehouder de opdracht gegeven om grootschalige energieproductie te gaan organiseren in de polder Rijnenburg. Dat was de opdracht, en aan mij was de schone taak om die opdracht uit te voeren.”
Belangen
De raad vroeg het college om een aantal scenario’s te maken voor het energielandschap en daarbij alle belangen te wegen. Van Hooijdonk: “Dan gaat het natuurlijk over het belang van energieproductie, want daar was het mee begonnen, maar ook om het belang van het landschap, de natuur, van de hinder en het belang dat omwonenden mee kunnen doen en er iets aan over kunnen houden.” Er zijn scenario’s opgesteld, daar is met allerlei mensen over gesproken, er zijn grote sessies gehouden, kleine sessies, er is met initiatiefnemers gesproken, met grondeigenaren.
“En toen we dat allemaal gehoord hadden en een hele stapel hadden met rapporten en scenario’s, hebben we daar als college uit gedestilleerd wat wij de beste weging van die belangen vonden. Daar hebben we een conceptvoorstel van gemaakt, dat we momenteel bespreken. Als we het echt zeker weten, kunnen we een definitief voorstel aan de raad doen. Daarna worden plannen beoordeeld en geselecteerd, de raad neemt vervolgens een beslissing over het voorgestelde plan waarin specifieke afspraken over bijvoorbeeld de locatie, de financiële verdeling en landschap, natuur en recreatie worden vastgelegd.”
Balans
Van Hooijdonk gelooft dat niet per se is gekozen voor het scenario met de meeste energieopbrengst, maar dat in het conceptvoorstel alle belangen worden gewogen, dat naar een balans is gezocht. “Bij windenergie maken mensen zich vooral zorgen over geluid en slagschaduw. We hebben gezegd: dan proberen we die belangen nog beter te waarborgen dan de wet van ons vraagt. We hebben bijvoorbeeld de afstand tot de woonwijken groter gemaakt dan van de wet moet. Wat we ook gaan doen is het voorschrijven van geluidsarme molens. Bovendien zoeken we naar manieren om omwonenden invloed te geven om afspraken te maken met de eigenaren van de molens. We zijn in gesprek over een omwonendenvergoeding, over sociale grondvergoedingen en over financiële participatie van mensen in omliggende woonwijken.”
Wettelijke regelingen
Waar omwonenden vinden dat windmolens te dichtbij komen te staan, benadrukt Van Hooijdonk dat iedereen door de wet wordt beschermd. “We zorgen er voor dat mensen nog iets beter beschermd zijn dan de wet eigenlijk al doet.” Ook over planschade hoeven omwonenden zich geen zorgen te maken volgens de wethouder. “Daar zijn wettelijke regelingen voor. Wij willen voorschrijven dat initiatiefnemers uit zichzelf al een goede regeling aanbieden, zodat mensen niet meer die juridische procedure hoeven af te lopen om planschade aan te vragen. Het is een soort ontzorging die voldoende ruimhartig moet zijn zodat mensen zich goed bediend voelen.”
Onduidelijkheid
Van Hooijdonk vindt het plan succesvol, maar dat betekent niet dat het dat ook daadwerkelijk is. Er is veel onduidelijkheid en ontevredenheid geweest onder omwonenden. Zouden de verschillende scenario’s hebben doen lijken dat er een keuze was? “Je zou die scenario’s kunnen zien als de hoeken van het speelveld”, legt Van Hooijdonk uit. “We hebben geprobeerd om de variant te zoeken met de meeste energieproductie tegen de minste hinder. We hebben geprobeerd te leren.” De wethouder geeft aan dat het ‘zeker niet het geval’ is dat mensen niet gehoord zijn. “We hebben het juist stap voor stap opgezet en alle input ligt straks op tafel. We hebben alle scenario’s van commentaar voorzien en van voor- en nadelen”, aldus Van Hooijdonk.
Ze geeft toe dat het vroege tijdstip waarop mensen mee zijn gaan praten lastig was. “Normaal gesproken beginnen mensen pas mee te praten als er al een plan ligt. Hier moest het plan nog gemaakt worden. Het is voor mensen lastig dat niet de of-vraag, maar de hoe-vraag moest worden beantwoord.” Daarnaast vergde het proces veel tijd, ook van betrokkenen die ook gewoon werk en een gezin hebben. Toch heeft Van Hooijdonk geen spijt van de lange duur van het project, en ook niet van de ruim miljoen euro aan kosten die zijn gemaakt. “De input van anderen heeft het plan veel beter gemaakt. Ik weet dat collega’s van mij in de regio geïnteresseerd meekijken omdat ze dingen van ons kunnen leren. In die zin heeft het proces ook veel opgeleverd.”
Landschap van de toekomst
De wethouder noemt nogmaals het belang van de duurzame energie. Met het voorstel dat er nu ligt, zou ongeveer een vijfde van de gestreefde energieproductie tot 2030 voor deze regio kunnen worden opgebracht. Dat is goed voor ongeveer tien procent van de energie die de stad nodig heeft. “Uiteindelijk wil iedereen stroom uit z’n stopcontact. Dus alles wat we niet in deze polder kunnen opwekken, zullen we ergens anders vandaan moeten halen. Kan het niet in Rijnenburg, dan moet het misschien wel in Lopik of in Woerden, of in Houten of Nieuwegein”, aldus Van Hooijdonk. “Ik snap heel goed dat mensen het ingewikkeld vinden. Het is vooral moeilijk als het dichtbij komt. Maar wij moeten ook onze rol gaan spelen in de energietransitie.” Nederland gaat veranderen: een consequentie van de energietransitie is dat je weer gaat zien waar energie wordt opgewekt. Het landschap van de toekomst moet worden ontworpen. “Dat hebben wij op een heel klein stukje land al proberen te doen”, aldus Van Hooijdonk.
Bestemmingsplan
Het huidige bestemmingsplan is hoofdzakelijk agrarisch en biedt op dit moment noch ruimte voor energie, noch voor woningen. De gemeente wil voor het energielandschap het bestemmingsplan wijzigen. De landelijke VVD en CDA vinden dat er woningbouw moet komen op de polders Reijerscop en Rijnenburg. Het gebied is echter tot 2030 door zowel provincie als gemeente Utrecht uitgeroepen tot pauzelandschap, dus voor die tijd wordt hier niet gebouwd. De gemeente verduidelijkt: “Of we dit gebied daarna nodig hebben voor woningbouw, bepalen we volgend jaar in de actualisering van de Ruimtelijke Strategie Utrecht voor de stad en het Ruimtelijke Economisch Programma voor de regio.” Overigens moet in Rijnenburg eerst gezorgd worden voor goed openbaar vervoer en goede fietsverbindingen voordat er gebouwd gaat worden. Het gebied is nu volgens de gemeente wat betreft de infrastructuur nog niet klaar voor veel woningen met veel inwoners.
Het ergste is dat ze het allemaal nog gelooft ook.
God wikt, lot beschikt
O jee Lot in de bocht. Alleen al bij haar opmerking “We hebben GEPROBEERD om de variant te zoeken met de meeste energieproductie tegen de minste hinder. We hebben GEPROBEERD TE LEREN.” gaan mijn haren overeind staan. Toen het gigantisch misging bij de aanleg van de Uithoflijn merkte ze laconiek op ‘we hebben ervan geleerd’. Ze blijft dus doorleren ten koste van miljoenen van de belastingbetaler.
Ons land is heel erg dichtbevolkt, we zijn geloof ik, zelfs het dichtsbevolkte land op deze wereld. Wees dan ook zuinig met de weinige stukjes landbouwgroen die wij in Nederland nog hebben. En bezint eer gij begint met het nemen van dit soort belangrijke besluiten om windmolens in zo’n stukje groene landschap in het groene hart neer te zetten. En met de woorden: ‘het plaatsen van die windmolens is maar een tijdelijke besluit’ moet je oppassen! Want niets is zo definitief als een tijdelijke vergunning!!!
Leg eerst maar op alle platte daken van de gebouwen op bedrijventerreinen zonnecollectoren. Ben benieuwd of er op het dak van het nieuwe supergrote gele distributiestation van de Jumbo bij Laagraven zonnepanelen liggen? Zorg dat er in vergunningen een ‘Verplichting’ voor zonnepanelen op de nieuw te bouwen gebouwen/woningen komt. En niet iets vrijblijvends, dat werkt ook vrijblijvend. En wijk voor die windmolens uit naar zee. Laat burgers eerst zien wat de overheid allemaal wel niet doet met haar overheidsgebouwen en wijzigingen in Bouwbesluiten etc, dan krijg je ze op een gegeven moment ook de burgers mee. Met drammen en wat plantjes op een abri alleen red je het niet.
Eindelijk gaat Utrecht ook windenergie opwekken en een fatsoenlijke bijdrage leveren aan de verduurzaming van Nederland. We hebben er lang op moeten wachten.