Donderdag spreekt de raad opnieuw over de toekomst van de Utrechtse standplaatshouders. Drie weken geleden spraken bijna alle fracties schande van de manier waarop er met de straatverkopers wordt omgesprongen. Morgen gaan we zien wat die woede heeft opgeleverd. Een beslissend debat.
Hoe zou het er straks op straat toch uit gaan zien als alle Utrechtse kramen die er nu staan worden vervangen door andere? Een doorgewinterde buurvrouw, van alle markten thuis, voor de hele wijk een voorbeeld van optimisme en levensmoed, stond zichzelf gisteren voor het eerst toe die vraag te stellen. Ze introduceerde de term standhouderslandschap. Dat mocht toch rekenen op enige bescherming, vond ze. Sociale infrastructuren kun je toch niet zomaar kapot maken, alsof dat geen uitgemaakte zaak was. En kan er misschien nog geluisterd worden door de politiek?
De inmiddels licht aangeslagen buurvrouw leverde niet meteen antwoorden. Dat hoeft ook niet, want voorlopig staan de kramen er nog. Over acht maanden zouden ze met z’n allen eigenlijk weg moeten zijn, maar nu reeds is duidelijk dat het zover niet gaat komen. Er is hoe dan ook meer tijd nodig. Het Utrechtse college van b en w was iets te gulzig geweest, zo graag als het de daad bij het woord wilde voegen en alle kramen al aan het afbreken was alsof het praktische bezwaren waren.
Nog even de feiten op een rijtje. Op 1 januari 2024 lopen alle vergunningen af van de 81 Utrechtse standplaatsen. Alle vergunninghouders weten dat of hadden dat kunnen weten, daar is geen discussie over. In november 2013 hebben de vergunninghouders een brief ontvangen waarin staat dat hun vergunning tien jaar geldig is. Er stond verder van alles in, ook dat de vergunning daarna niet automatisch zou worden verlengd maar beschikbaar zou komen voor gunning.
Daarna heeft niemand ooit meer iets gehoord. Tot november 2022, toen er een gemeentelijk briefje – een brief kon je het niet noemen – op de vlonders dwarrelde met de compacte mededeling dat volgend jaar de vergunning afliep en het niet mogelijk was die te verlengen. Niet alleen automatisch, nee helemaal niet. Hoe het verder zou gaan, wist de gemeente nog niet, dat zou in het voorjaar duidelijk worden. Dat u het alvast maar weet. Wordt vervolgd.

(Foto E.A. van Blitz en Zn/Het Utrechts Archief)
Het briefje was duidelijk verzonden als een bestuurlijk afmakertje, een laatste loodje van een lang, zorgvuldig doorlopen proces, een hamerstukje. Voor de ontvangers was het niets minder dan een mokerslag.
Nou nou. Hoezo? Ze wisten het toch? Nou niet dus. Niet alleen een paar halsstarrige wegkijkers wisten het niet. Niet alleen de kop-in-het-zandstekers, niet alleen de blije eikels onder de nootverkopers, niet alleen de houders van vermeende eeuwigdurende rechten niet. Helemaal niemand wist het.
Wie een of meer standplaatshouders in de afgelopen weken heeft gesproken, heeft kunnen zien dat die onwetendheid niet georganiseerd is, de wanhoop, het ongeloof, de boosheid en het verdriet niet gespeeld. Niemand, in de krantenkolommen noch in de raadszaal, had er iets tegenin te brengen. Wie dat niet heeft gezien is niet geschikt het hoofd buiten de deur te steken.
Dus wat is er aan de hand? Hoe kan het dat mensen niet weten wat ze weten? We betreden nu moeilijk begaanbaar terrein. Daar waar enig geduld en empathie is vereist, iets waar overheden de laatste tijd wel vaker op moeten worden gewezen. Hamvraag: is het normaal om in één brief, tien jaar van tevoren, één alinea op te nemen waarin wordt meegedeeld dat de vergunning tegen die tijd niet automatisch wordt verlengd? Is één alinea genoeg, zonder enige context, zonder enige verwijzing naar welke wet of Europese dienstenrichtlijn dan ook (die er toen nog niet eens was!), één alineaatje zonder uitleg over wat er aan zit te komen, zonder toelichting over wat dat inhoudt: niet automatisch verlengen.
Standplaatshouders zijn ook een beetje apart volk. Het zijn bijna allemaal eenlingen, zakelijke eenpitters, niet erg georganiseerd, niet de hoog opgeleide Utrechtse zij-instromers waar de huidige politieke beleidsmakers zich zo graag mee omringen. Standplaatshouders beschikken niet over goed bezette beleidsafdelingen, beleggen geen heidagen voor de middellange termijn. Ze werken zich op die stoeptegels drie slagen in de rondte en zijn blij als ze thuis zijn.
Er zijn op de puinhopen van het armzalige gemeentelijke gekluns, nu al drie weken juridische en politieke beraadslagingen gaande die veel van de standplaatshouders vragen. Ze moeten vechten voor hun leven, er is niets overdreven aan die formulering. De wethouder heeft toegegeven dat het proces beter had gemoeten, heeft voor enkele onderdelen zelfs haar excuus aangeboden. Wat is het eigenlijk waard, zo´n wethouderlijk excuus? Voorlopig laat ze het bij werkbezoeken aan standplaatshouders waar ze behalve vriendelijke woorden niets achterlaat.
De Utrechtse raad was collectief verontwaardigd over het collegeplan de nieuwe vergunningen uit te venten door te loten. Moord en brand. Wat is daar eigenlijk van over? Nog steeds is onduidelijk wat ze daarvoor in de plaats stelt. Criteria die in het voordeel zouden kunnen werken van bestaande vergunninghouders zijn en blijven verboden. Wordt de oplossing in die richting gezocht, dan zijn hun dagen geteld.
Wat voor een stad wil je zijn, dat is de vraag. Er zijn 81 standplaatshouders overvallen, de term is op zijn plaats. Dat inzien en er gevolg aan geven is het enige behoorlijke excuus dat het stadsbestuur kan maken. Niet op zoek gaan naar juridische beren op de weg, maar de standplaatshouders met een ruimhartige overgangstermijn een waardige kans bieden een alternatief te bedenken. Het kan en het mag. Het is al vaker aangedragen: met de participatiewet kan het ook. Laat zien wie je bent.
Mocht GroenLinks en D66 (zij maken de dienst uit) er anders over denken: see you in court. En later in het stembureau.
Goed stuk Bert. Het gaat over het befaamde (ambtelijke) top-down denken en het niet serieus nemen van de burgers van wie de stad feitelijk is. Het gemeentelijk bestuur weet heel goed hoe ze e.e.a. via een achterdeurtje (beetje fantasie, onsje slimmigheid en een bloemetje, wat nieuwe regeltjes etc.) kunnen regelen. Nou doe dat dan!
Geweldig verwoord!
GroenLinks en D66 vormen geen meerderheid. Let dus ook op de andere partijen.
Ze spraken er schande van. Dat zegt helaas niets over de afloop van dit debat. Schande spreken voor de bühne maar als het er op aankomt, steunt D66 gewoon de wethouder. Dat is in Utrecht al jaren het geval. Denk aan Lot van Hooijdonk en de uithoflijn.
Dit verhaal laat op zijn allerduidelijkst zien dat bij de overheid geen besef meer leeft dat zij er voor de mensen, de burgers, zijn en niet andersom. Juristerij in plaats van rechtvaardigheid. De afstand tussen de meerderheid in de gemeenteraad van Utrecht en de meerderheid van de bevolking is gigantisch. Helaas gaan velen van die meerderheid niet meer stemmen om een tegenwicht te bieden tegen Groen Links, student en Starter, Volt en D’66 die de voorbijgangers en niet de blijvers vertegenwoordigen in het Utrechtse.
Het college mag hopen dat er in Utrecht geen Caroline van der Plas op staat. Al jaren wordt deze stad bestuurd door lieden die geen binding met de inwoners hebben. Vanuit het stadskantoor reageert de arrogantie van de macht. Dat gaat een keer fout.
Een voorspelling. De wethouder betreurt nogmaals dat het proces niet goed is gelopen. Ze zal zeggen dat ze heeft geprobeerd een oplossing te vinden maar dat die er niet is. Daarbij verwijst ze naar het advies van de gemeenteadvocaat. De coalitiepartijen danken haar voor de inzet en betrokkenheid en laten vervolgens de ondernemers in de kou staan.
Sterkte vandaag aan de ondernemers. Ze horen bij de stad, ik had ze een ander college gegund.
Waar een wil is, is een weg. Helaas, de wil ontbreekt.
@Johan Le Fèvre, het klopt wat je schrijft… de opkomst bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen (landelijk) was weer lager dan de jaren daarvoor 50,9 %. Daarmee laat de helft van de Nederlanders zien dat zij geen geloof meer hebben in dit systeem. Ik ben er een van. Ik wil dat dit systeem ophoudt en dat we bottom-up gaan kijken wat er voor mensen toe doet en hoe we dat met elkaar het beste kunnen organiseren. Om het zover te laten komen moet het oude systeem in mekaar donderen en dat is wat we zien gebeuren. Precies zoals jij schrijft:
‘Dit verhaal laat op zijn allerduidelijkst zien dat bij de overheid geen besef meer leeft dat zij er voor de mensen, de burgers, zijn en niet andersom. Juristerij in plaats van rechtvaardigheid. De afstand tussen de meerderheid in de gemeenteraad van Utrecht en de meerderheid van de bevolking is gigantisch’.
Niet stemmen (gemeentelijk, provinciaal, landelijk) is een rigoreuze strategie, maar in dit geval heiligt wat mij betreft het doel het middel.
“Wat voor een stad wil je zijn?”
Een stad met gelijke kansen voor iedereen. Ook voor startende ondernemers die ook wel eens willen starten op een toplocatie, en daarom een vergunning voor een bepaalde tijd willen.
Alle vergunninghouders wisten dat hun vergunning zou verlopen en dat het geen vanzelfsprekendheid is dat deze verlengd zou worden. Hier rekening mee houden is onderdeel van goed ondernemerschap, dat verwacht mag worden, ook van standhouders. Ze kunnen een nieuw verzoek indienen, samen met eventuele nieuwe uitbaters.
Arrogant en incompetent, dat geldt al jaren voor de gemeente Utrecht. Van de vergeten vergunningsaanvragen (bijvoorbeeld voor kap) voor de plannen in het stationsgebied, geklooi met (metingen van) de luchtkwaliteit, het hilarische gepruts met een tramlijntje zonder politieke consequenties, reeksen voorbeelden van ambtelijk onvermogen bij contacten met projectontwikkelaars. Neem het stationsgebied en legio ‘betaalbare’ woningbouwprojecten. En talloze voorbeelden van doodlopende procedures tegen individuele burgers om futiliteiten. Dit college zet een mooie traditie voort, nou ja, behalve Lot dan. Want die zat er ongeveer altijd al.
Goed geschreven heer Van den Hoed!
Zo jammer dat bestuurders van buiten kunnen invliegen! Binding met de inwoners/ondernemers is zo belangrijk en dat heb je niet in een paar jaar!
Zouden de Utrechtse gemeenteraadsleden het spreekwoord
‘Het is beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald’ kennen?
En ik zie weer die antieke kunststalletjes in Parijs langs de Seine staan……..zo sfeervol! Die gaan daar echt niet weg hoor!!
Dit is al heel lang niet de stad die het zou moeten zijn. Met dank aan GroenLinks en D66.
Bravo Bert van den Hoed! Niet opgeven tot het is geregeld, hou vol!
Het gemeentelijk bestuur heeft kennelijk geen idee van wat het woord ‘gemeente’ betekent.
Het bestuur is, zoals de heer Le Fèvre in zijn reactie fraai samenvat, slechts geïnteresseerd in voorbijgangers en niet in blijvers. Het woord dynamiek is dan het afgekloven argument om te doen alsof men geweldig goed bezig is.
Ingrediënten als kleur, sfeer, gemak, oog voor de geschiedenis en respect, maken een stad tot wat zij is, is een zaak van burgers. Het huidige bestuur walst door, met oogkleppen en oordoppen, ontdaan van redelijkheid, fatsoen en empathie. Het zal ze aan hun reet roesten, in goed Utregs.
Het blind en doof walsen roept herinneringen op – bij wie oud genoeg is of wil leren van het verleden- aan het verkeersplan Feuchtinger, 1958. Zijn plan om van de Utrechtse singel en de grachten een kermis-racebaan te maken, haalde het niet omdat de burgers wakker waren en zich ervoor gooiden.
In een kort artikeltje in deze krant, ‘Stoken’, noteerde ik – tegen mijn gewoonte in om te sjagerijnen – een voorzet voor een mogelijke oplossing: maak de vergunning overdraagbaar als de activiteit of branche niet verandert. Een standhouder heeft het recht de vergunning over te dragen, maar niet om die te verkopen. Dit om te voorkomen dat een vergunning voor een bloemenkiosk overgaat naar een gelegenheidshandelaar die in lapjes, pannen, paraplu’s, afgekeurde fabriekspartijen of keukenmessen doet. De opvolger betaalt legeskosten aan de gemeente om te voorkomen dat taferelen als in de woonmarkt ontstaan. Wachtenden op een vergunning komen vanzelf een keer aan de beurt op natuurlijke wijze.
Wat is er verder nog over zeggen? Het moet niet moeilijk zijn om zo’n plan uit te werken.
Nog iets: lees ‘Nu is het aan ons’ van Eva Rovers. Glashelder in gewone burgertaal wordt daarin uitgelegd hoe een burgerberaad werkt en hoe succesvol het kan zijn. In de boekhandel verkrijgbaar voor € 15,00.
Vorm desnoods een groepje van 15 om de kosten te delen. Heb het er met elkaar over – dan is het eerste burgerberaad al een feit. En zeg het voort!
Laat de mensen gewoon staan met hun kraam.zoek een alternatief.voor nieuwe standhouders
goed verhaal, bert
toch nog een nuance: zou Nico van de Ven 2030 halen? Ik stel die vraag nadat ik de laatste aflevering van de Keuringsdienst van Waarde las over het veldboeket, wat je ook bij Nico kunt kopen.
Bert,ik zou die aflevering als je hem nog niet gezien op NPOstart terugkijken en dan bied ik je een kop koffie of een biertje aan in Binnen Best . Doen?
Helemaal eens met Rob H! er zijn ook andere bloemenverkopers die wel eens op de Kleine Singel willen staan, of ijsverkopers die graag hun kraam op de Oudegracht willen zetten. Waarom Broodje Ben wel, en Broodje Mario niet meer? Misschien wil Bigoli ook wel eens op die topplek staan.
Als Venezia graag op de gracht wil blijven, kunnen ze gewoon weer een pand huren – er staat genoeg te huur. Misschien hebben ze de oude inventaris nog wel.
Europese regels zijn er niets voor niets: gelijk speelveld voor iedereen!
Wat voor stad we willen zijn? Een eerlijke stad, zonder handjeklap, pikordes, en zogenaamde verworven “rechten”.
Ik snap je reactie niet zo goed @Jos Stelling. Jij bent zelf “slachtoffer” (geweest) van voortrekkerij door de gemeente van ’t Hoogt en het circus daar om heen.
Ik zou verwachten dat je voor een eerlijk speelveld zou zijn, waar iedereen een gelijke kans heeft, en niet de een uitgesloten wordt en de ander voorrechten geniet.
Vorige week sprak ik de bloemenverkoper in mijn buurt. Die baalt, wat die zou graag meedingen naar dat plekje voor je Hema. Waarom mag die verkoper daar staan, en mijn bloemenman niet?
Overigens heb ik niemand gehoord toen al die andere bloemenstallen tussen de Viebrug en Bakkerbrug weg moesten. Of toen Broodje Mario weg moest.
Maar kom vooral niet aan Venezia of Broodje Ben.
Wat is dat voor dubbele moraal??
@frits @robh
Als ik bezwaar maak tegen onbehouwen en onverschillige bestuurlijke omgangsvormen wil dat niet zeggen dat ik tegen gelijke kansen ben. Natuurlijk is dat goed! Alleen is het onacceptabel dat een stadsbestuur dat denkt te kunnen regelen met een eenmalig kattenbelletje om vervolgens negen jaar niks van zich te laten horen. Bijna de gehele gemeenteraad vindt dat ook. Daarom zou het volkomen normaal zijn als deze stad die miskleun op een behoorlijke manier oplost en niet na een beleefd excuusje tientallen – vaak kwetsbare – ondernemers alsnog onderuit schopt.