Literatuur

Wát een inzicht

Fenna is te snel onder de indruk van andermans inzichten, bijvoorbeeld over hoe een goed boek hoort te eindigen.

Een slecht boek loopt goed af, zegt de mooie jongen. Hij vraagt hoe mijn boek afloopt. Slecht, zeg ik.

Ik weet helemaal nog niet hoe mijn debuutroman zal eindigen. Ik antwoordde zonder nadenken – niet in de laatste plaats omdat het zo’n mooie jongen is. Een van mijn beste vrienden bedacht dat ik een eigen mooiemannenpaleis zou moeten hebben. Daar ben ik het mee eens. Ik zie dat voor me als een huis met een achtertuin aan het water en een groepje mooie jongens dat met bungelende benen op de steiger zit. Maar dat terzijde.

Ik krijg nu concreet advies. ‘Minstens één dode.’

‘En achtenzeventig doden?’ vraag ik.

Ik heb wat weg van een pleaser, maar ik zeg dingen niet omdat mensen ze willen horen. Ik zeg ze omdat ik mensen te serieus neem. Wanneer een zwerver beweert dat het niet zijn schuld is dat hij op straat leeft, schieten de tranen me in de ogen. Wanneer een mooie jongen zegt dat een slecht boek goed afloopt, denk ik: wát een inzicht – ik ga de eindes van mijn favoriete boeken na, concludeer dat er doden vallen en neem me voor: dood en verderf zal ik zaaien! Ik verzin tien mogelijke eindes voor mijn verhaal, het ene nog erger dan de andere. Ik weet zeker: dat wordt een topdebuut.

Nog dezelfde avond krijg ik een ander inzicht. Zo gaat het altijd (die zwerver moet zelf ook verantwoordelijkheid nemen!). Mijn favoriete boeken eindigen weliswaar met de dood, maar lopen niet echt slecht af. Om te zeggen dat Humbert Humbert goed wegkomt gaat te ver, ook dat de zelfmoord van Jude een feestelijke aangelegenheid was, of de abortus van Nina. Maar Humbert Humbert is tevreden over de opoffering die hij heeft gedaan, Jude is na al die jaren eindelijk verlost van zijn demonen, en Nina kan haar droom waarmaken. De romans eindigen met een getroffen maar onverslagen hoofdpersonage en een positief vooruitzicht, of anders wel een positief achteruitzicht.

Haruki Murakami schrijft in zijn boek Romanschrijver van beroep dat hij heeft geleerd dat wat je ook schrijft, er altijd kritiek op komt. ‘Schrijf dan maar gewoon wat je zelf leuk vindt.’ Geen mooie jongen, Murakami, wel een wijze. Op een dag leest mijn mooie jongen het einde van mijn boek. Hij schudt zijn hoofd: ‘Mij te positief.´ Dan mag-ie nog steeds in mijn mooiemannenpaleis.

Auteur Fenna Riethof
Auteur

Fenna Riethof

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *