Vorige week verscheen het Advies Cultuur nota 2021-2024. Hierin worden de subsidieaanvragen van veel Utrechtse culturele instellingen beoordeeld. Een dag des oordeels waar veel (niet alle) instellingen met angst en beven naar uit hebben gekeken.
Want het advies beslist over hun voortbestaan de komende vier jaar. Onder voorzitterschap van Ernestine Comvalius (directeur van het Amsterdamse Bijlmerpark Theater) werd onderzoek gedaan naar haalbaarheid en toegevoegde waarde van de aanvragen. Het rapport kreeg de naam “Nieuwe kleuren op een rijk palet.”
‘We kunnen ons verheugen op initiatieven die de stad de komende vier jaar gaan inkleuren, met voldoende ruimte voor verfspatten buiten de lijntjes die de stad een eigen karakter geven. Met deze instellingen bieden we Utrecht een rijk geschakeerd palet aan kunst en cultuur van hoogwaardige kwaliteit,’ aldus Ernestine Comvalius. Mooi.
Voor sommige instellingen is het advies een mokerslag ( Geen subsidie voor de Metaal Kathedraal), anderen krijgen een tik op de vingers. Want het Literatuurhuis is te veel gefocust op het boek (?) en als organisatie te weinig inclusief (0 punten). Het Literatuur huis moet dus oppassen, want inclusiviteit staat hoog op de meetlat.
TivoliVredenburg, het Centraal Museum en de Stadsschouwburg Utrecht zijn niet opgenomen omdat zij buiten het budgettaire kader vallen waarin moest worden geadviseerd. HIT in de Machinerie heeft in tegenstelling tot vier jaar geleden geen subsidie voor de cultuurnota aangevraagd. Deze instelling doorloopt een andere procedure, zo lezen we in het rapport. HIT staat voor Hoogt in Transitie, dus zeg maar de voormalige bioscoop ’t Hoogt. Vier jaar geleden was ’t Hoogt net als alle andere instellingen nog een gewone subsidieaanvrager die moest voldoen aan de voorwaarden van de adviescommissie. Nu geen toets over inclusiviteit, bedrijfsvoering en toegevoegde waarde voor de stad.
Waarom deze uitzonderingspositie? Het antwoord vinden we in de miljoenensubsidie die de gemeenteraad vorig jaar heeft toegekend aan de Machinerie, het beoogde centrum voor beeldcultuur aan de Cartesiusweg. In dat bedrag is toen 460.000 euro versleuteld voor HIT. Met een nieuwe naam en meelfiftend op de Machinerie had ’t Hoogt het geld vorig jaar de subsidie al op zak. Niet de 410.000 van vier jaar geleden, maar een jaarlijkse subsidie van 460.000. Op basis van het advies van een gemeentelijke commissie die vorig jaar sprak over een onmisbare vertoner van de artistieke kwetsbare film voor een inclusief publiek in Utrecht. Onmisbaar, het blijft al die jaren een fascinerende kwalificatie.
Stel dat het allemaal anders was gegaan en ’t Hoogt nu ook onderdeel was van de cultuurnota. Hoe zou het oordeel luiden? Vier jaar geleden was de commissie van mening dat ’t Hoogt onmisbaar was “omdat zonder het filmhuis een groot aantal films niet op een groot scherm toegankelijk zou zijn voor het Utrechtse publiek.” Over de toekomst van ’t Hoogt (duidelijk was dat de bioscoop het pand aan de Slachtstraat op korte termijn moest verlaten) maakt de commissie zich geen zorgen. “De commissie gaat ervan uit dat ’t Hoogt in dit kader werkt aan diverse scenario’s voor de toekomst van de organisatie.”
In de jaren die na dit advies volgden heeft ’t Hoogt een zwervend bestaan geleid, nauwelijks films vertoond en jaarlijks 410.000 subsidiegeld geïncasseerd. De zo essentieel geachte kwetsbare films worden door andere theaters gebracht of zijn via streamingdiensten te zien. Waar de jaarlijkse subsidie van 410.000 euro voor is gebruikt, is mij onduidelijk. Lijkt me een vraag voor een wakker gemeenteraadslid.
En dat zelfde gemeenteraadslid mag zich dan ook buigen over de vraag hoe je de aparte status van ’t Hoogt kan verkopen aan de culturele instellingen die in de cultuurnota veel waardering maar geen cent kregen.
Een wakker gemeenteraadslid. Waar zou je die in Utrecht moeten vinden?
Hiervoor hoef je bij de gemeenteraad niet aan te kloppen. Die heeft vorig jaar op een slinkse manier ingestemd met de subsidie. Wat er met dat geld gebeurt heeft ze nooit geïnteresseerd.
In al die jaren van onmisbaarheid heb ik ’t Hoogt eigenlijk nooit gemist.
“Cosa Nostra” (In Nederland noemen we dat een dichtgetimmerd netwerk). Schandalig!
Ondernemers in coronatijd zullen jaloers zijn op zo’n regeling.
De gemeenteraad moet de ogen uit zijn kop schamen. 460.000 euro voor het totale niets.
Niets nieuws onder de zon. ’t Hoogt leeft al jaren dankzij een lobby van ambtenaren en linkse politici. De VVD had daar in het vorige college wat aan kunnen doen. Maar vanwege de goede vrede is dat niet gebeurd.
Misschien is de foto van de nieuwe bioscoop in de Slachtstraat wel het meeste wrange aan dit verhaal. Waar ’t Hoogt de zaak op dezelfde plek naar de afgrond heeft gewerkt, komt een ongesubsidieerd filmtheater waar Utrecht volop van gaat genieten. Zien ze bij de gemeenteraad nou echt niet dat door dit initiatief ’t Hoogt volkomen overbodig is geworden?
Rianne Brouwers zoekt nu een medewerker marketing en communicatie om Hoogt on Tour op de kaart te zetten… Zal tijd worden zou je zeggen. Je verwacht het ook niet van een gemeentelijk gelieerde organisatie…. Hoogt mag de filmzaal van de bieb gaan vullen. Vestzakje, borstzakje zoiets. Moet ik als lid van de bibliotheek ook nog gewoon voor gaan betalen.
Blij dat Springhaver en Hartlooper weer open zijn en ik kan niet wachten op Slachtstraat!