Het verleden van Utrecht

Vertel mij Utrecht: De Synagoge aan de Springweg

Tot 1773 kwamen de Doopsgezinden bijeen in de schuilkerk aan de Springweg 162 (toen Jufferstraat). 

Omdat er een grotere ruimte nodig was, kochten zij bierbrouwerij ‘de Witte Leeuw’,  

Oudegracht 170; deze werd tot kerk verbouwd.  

Het front, de neoklassieke gevel, aan de Oudegracht toont anders dan dat je bij een kerk verwacht.  

Het protestantisme (later de Nederlands Hervormde kerk) was in ‘de lage landen’ de door de overheid enige officieel erkende religie. 

In de 18e eeuw nam de tolerantie naar andersdenkenden wel toe maar hun kerkgebouw diende nog onopvallend te zijn. 

De leeg gekomen schuilkerk aan de Springweg werd door de Joodse gemeenschap gekocht en aangepast voor synagogaal gebruik.  

De joden kregen – na vanaf 1444 uit Utrecht verbannen te zijn geweest – in 1788 toestemming om zich weer in de stad te vestigen. Tot die tijd vestigden zij zich buiten Utrecht, zoals in Maarssen. 

Zij waren slachtoffer van Godsdienstige onverdraagzaamheid. Zij werden ook als oorzaak van de pestepidemie gezien. Wel mochten ze tijdens verbanning overdag naar de stad komen om handel te drijven. 

 

De Duitse kunstenaar Gunter Demnig plaatst vanaf1993 Stolpersteine/Struikelstenen voor woningen van joodse slachtoffers van het nationaalsocialisme. Dit is een monument ter nagedachtenis dat over heel Europa verspreid is. 

Ook in Utrecht zijn op verschillende plaatsen Stolpersteine aangebracht.  

Zoals niet ver van de synagoge, voor de deur van Springweg 138 B, in de stoep voor het huis waar 2 zusters woonden:  

 

Therasia van Gelderen                                                  Sara Elisabeth van Gelderen   

geboren 1897, vermoord 11-6-43 in Sobibor.               geboren 1898, vermoord 11-6-43 in Sobibor. 

 

VREDE 

Kom vanavond met verhalen 

hoe de oorlog is verdwenen, 

en herhaal ze honderd malen: 

alle malen zal ik wenen. 

Fragment uit een gedicht van Leo Vroman (1915 – 2014) 

 

Leo Vroman was van joodse afkomst en studeerde van 1932 – 1940 biologie in Utrecht. 

Na het uitbreken van WO II vluchtte hij; in 1947 vestigde hij zich in de USA waar hij tot zijn dood met zijn vrouw Tineke woonde. 

Toen de joods orthodoxe gemeente te klein werd, verkochten zij de synagoge aan een meubelhandelaar. 

De naam ‘Broodhuis’, die nu op het toegangshek van de voormalige synagoge staat, werd gegeven door de stichting Zending & Opwekking die de synagoge in 1983 van deze handelaar kocht.  

Het interieur was niet meer compleet. 

Met grote inzet van betrokkenen kocht de stichting zoveel mogelijk terug. 

Architect Harry Elte ontwierp dit interieur in art deco stijl in 1926. 

Het exterieur bleef hierbij onveranderd, binnen de muren van de oude synagoge vond de verbouwing plaats.  

Dit bijzondere interieur is een van de mooiste zo niet het mooiste van Utrecht in deze stijl. 

 

Op 14/9-2019 open monumentendag is de voormalige synagoge opengesteld voor bezichtiging. 

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *