Van Piekeren met ‘Ik Kom Uit Utereg’ de nieuwe Berkien?

Het verbaasde Jan van Piekeren al jaren. Na Herman Berkiens ‘Utereg mn stadsjie’ en Rijk de Gooyers ‘As ik boven op de Dom sta/kom’ was er nooit meer een echt Uteregs lied geschreven. Sowieso zijn er weinig liedjes over zijn geliefde stad. En luister dan eens naar al die liedjes over Amsterdam, Rotterdam en Den Haag… Dat dacht Jan.  

Uiteindelijk kwam er een coronacrisis aan te pas die zanger Van Piekeren tot een tekst bracht. Johan Fransen zorgde voor de muziek. Nu ligt er ‘Ik Kom Uit Utereg’, een meezinger van formaat die Domstads chauvinisme paart aan het denken van een wereldburger. 

Drie minuten met een blues-achtige intro, een verrassende tekst met poëtische zinnen die in de ziel raken.  

‘18 maart bij 24 oktober hoort’, is zo’n zin. Jan: ‘Ik liep na de tramaanslag mee in de stille tocht. Ik ervaarde een enorme trots op mijn stad.’ 

Van Piekeren noemt zich een man van ‘de verbinding’: ‘We moeten met elkaar verder. Dát idealistische kantje zit ook in dit lied. Daarnaast is het chauvinistisch, de kern van een echt volksliedje over onze geweldige stad.’ 

‘We moeten met elkaar verder. Dát idealistische kantje zit ook in dit lied´

Van Piekeren muzikale man is Johan Fransen. Johan vertelt hoe in het kleine gezelschap muziekmakers de geest van corona toesloeg. ‘De creativiteit ebde al maar verder weg. Nieuw elan was nodig. We wisten dat er na Herman Berkiens toppers lang geen lied was geschreven over onze stad. Alleen Henk Westbroek deed een mooie poging met ‘Utrecht is leven en laten’, vele jaren terug. Zo ontstond de drang tot een nieuw lied. Jan zorgde voor de tekst, ik voor de muziek.’ 

Het lied werd, voor de tweede golf, enkele keren ten gehore gebracht op de Utrechticana-avonden in de Kargadoor aan de Oudegracht. Daar bleek het een meezinger te zijn. ‘Zeker als je het refrein snel en meeslepend speelt en zingt, grijpt het je’, zegt Johan.  

‘Ik ben een wereldburger, een Europeaan, 

Maar als ze me vragen: waar kom jij vandaan 

Dak dan altijd zeg, ik kom uit Uterèg.’ 

Van Piekerens band, genoemd naar zanger Jan, vond zijn basis rond de Voorstraat. Vijf jaar geleden maakte Van Piekeren de titelsong voor de VPRO-docuserie over de Voorstraat.  

‘Utrecht mijn stad 

De Voorstraat mijn dorp 

Hier ben ik thuis.’ 

Het blijkt achteraf een proefliedje voor wat er nu ligt. 

Drum, tuba, bas, accordeon, toetsen. Naast Jan en Johan spelen Bruno Rombouts, Wouter Kronenberg en Johan van Drunen. En dan is er die doorleefde en doorblowde stem van Jan. Het zijn mannen die van zichzelf zeggen dat ze gelukkig worden van het spelen. Dat gelukkige brengen ze over op luisteraar en meezinger.  

´Wie wil nou niet een eeuwig liedje over zijn eigen stad maken? ’ 

Jan, geboren in Enschede, opgegroeid in Duitsland en IJsselstein: ‘Ik hou van Utereg in al zijn facetten. We spelen nu overal in het land, maar ik zie wat we hier hebben. Álles wat je nodig hebt, is in de buurt. En wie wil nou niet een eeuwig liedje over zijn eigen stad maken? ’ 

Dat je in een tekst over die stad ook grauwe, minder tot de verbeelding sprekende plekken kunt meenemen, in plaats van het Domplein en Oudegracht, bewijst van Piekeren in dit lied: 

‘Want tussen auto- en meubelboulevard 

Leven duizend bubbels dwars door elkaar.’ 

Bingo FM heeft het lied ‘bingoschijf’ verklaard. Dat betekent deze week tien keer per dag gedraaid worden. Op Spotify is het nummer aanklikbaar. 

De droom van Van Piekeren? Na de tweede corona-golf ‘Ik Kom Uit Utereg’ met z’n allen zingen. In een volgepakt Galgenwaard, voor een wedstrijd of in de rust. Met de band Van Piekeren op de middenstip. Of op de Stadhuisbrug. Wellicht zingen in het post-coronatijdperk ook zíj mee: 

‘Toeristen, die gisteren 

Nog niet wisten 

Hoe bijzonder je bent.’  

Hieronder de clip van het nummer.