Onze columnisten

Utrecht in andere ogen in tijden van multicrisis

Sharon Dijksma

Er zijn beslist meer dan drie mensen van buiten Utrecht die iets moois kunnen vertellen over de stad. Het is een ander perspectief dan waar burgemeester Sharon Dijksma haar burgers toe uitdaagde in haar Nieuwjaarstoespraak: optreden als ambassadeurs van de stad. Ik dacht: draai het eens om. Vooral omdat je de ouderwetse Utrechter niet moet vertellen om een beetje te gaan opscheppen over Utrecht in Meppel, of Malaga. Sharon raakte iets aan wat een voorbije interne Utrechtse identiteitskwestie is, dat van een onaanzienlijke stad. Mensen van buiten weten wel beter, echt wel. 

Ik moest denken aan Clare Lennart. Sinds kort ligt er een QR-steen voor het huis in de Zuilenstraat waar de schrijfster meer dan dertig jaar woonde. In 1962 schreef ze daar haar boek Utrecht. Stad en provincie. Het was nog in de bedompte tijd dat Utrechters vooral klaagden over de saaiheid van hun stad. Clare Lennart schreef dat bezoekers van buiten de stad juist zo mooi vonden, met frisse blik zagen ze waar Utrechters blind voor waren geworden en ze beleefden het in een andere sfeer dan er te wonen. 

Het is inmiddels zestig jaar later. Clare Lennart zou de Zuilenstraat nog wel als de hare herkennen, want het erfgoed aan gevels is mooi behouden. Voor de rest zou ze stomverbaasd staan over de metamorfose van de stad. En verheugd over al die mensen van buiten die er blij mee zijn. Ze zou ingenomen zijn met latere, jongere collega’s als Ronald Giphart, een jochie uit Dordrecht die Utrecht graag ten tonele voert naast literaire uitstapjes op IJsland en in Zweden. 

Ik herinner me Philippe Brunel, verslaggever van de Franse sportkrant L’Équipe die ik vlak voor de Tourstart van 2015 door de binnenstad gidste. Als Parijzenaar was hij opgetogen over de Oudegracht: ‘Ah, un canal! Parfait!’ Brunel was ook opgetogen over de snuisterijen winkels langs de gracht die ik al lang niet meer zag als ik er als Utrechter langs fietste.  

Utrecht, een eyeopener voor mensen van buiten. Zoals Brunel waren er destijds meer journalisten ver van buiten de stad. Geen ambassadeurs, wel goeie vertellers. Ze prikkelen lezers, toeristen, potentiële stadsambassadeurs. 

Ik denk aan wat een buurman me op oudejaarsavond zei in het gehucht in Zeeuws-Vlaanderen waar we een huissie hebben. Hij was twintig jaar geleden met zijn vrouw uit Maartensdijk richting het zuiden verhuisd en had al die tijd Utrecht niet meer gezien. Pas geleden kwam hij voor het eerst weer terug. Vol verbazing: ‘Ik wist niet wat ik zag. TivoliVredenburg,, wow! Het viel me ook op hoe schoon de stad was. Dat was vroeger wel anders.’ 

Ik citeer een kop uit AD/UN: Utrecht groeit, populair bij Nederlanders, minder bij immigranten. Hij  stond boven een artikel van 2 januari 2019. Verslaggever Thijs Bentvelzen citeerde onderzoeker Dick ter Steege van het CBS: ‘Utrecht is een jonge stad. Uit eerder onderzoek wisten we al dat er relatief veel jonge vrouwen wonen. En veel vrouwen betekent ook veel nieuwe kinderen. Daarnaast is de woningnood in andere steden vaak hoger. Het is niet makkelijk om een woning te vinden in Utrecht, maar nog altijd gemakkelijker dan in Amsterdam.’  

Jan van Zanen was toen nog burgemeester, pal voor zijn stad. Ik begrijp zijn opvolger wel. Sharon is een nieuwkomer, pept haar people graag vol power. Dat is nodig, want ze ziet grote opgaven, heeft het over een ‘multicrisis’: complexe puzzels rond energie, leefbaarheid, veiligheid en vooral de impact van klimaatverandering.  

Dat is niet louter Utrechtse problematiek, de andere Nederlandse steden uit de G4 hebben met hetzelfde te maken. Hier liggen uitdagingen, voor Sharon ten eerste in Utrecht: ‘Een fijne stad waar we de menselijke maat koesteren. Maar tegelijk zijn we ook een volwaardige G4-stad, met alle uitdagingen en rauwe randjes die daarbij horen.’ 

Die menselijke maat is de kern. Volgens nieuwe prognoses groeit Amsterdam naar een miljoen inwoners in 2030. Twee jaar eerder heeft Utrecht het aantal van 400.000 mensen gepasseerd. Het is goed om je te realiseren. Dan kan je wel optreden als ambassadeur van Utrecht, maar er zijn grenzen. Ook de Domstad is duur, maar voor nieuwkomers toch een maatje menselijker.       

Laat uw reactie achter

Reactie

2 reacties

  • M. Coopmans schreef:

    Eindelijk eens iemand die de grenzen aan de groei van Utrecht ter discussie durft te stellen. Het gaat daarbij niet alleen om de vraag waar al die mensen gaan wonen. Je kunt immers heel veel bewoners kwijt in hoge woontorens. Het gaat dan vooral om de bewegingsruimte in de stad. Al die mensen willen bewegen, winkelen, een theater of bioscoop bezoeken. Je kunt nu al niet zonder stress oversteken met al die fietsers, auto’s ect. En in de Binnenstad kun je in het weekend beter niet vertonen, want overvol. Wie is de volgende om de groei van de stad aan de orde te stellen?

  • Felix schreef:

    Mooie overpeinzingen, Jeroen!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *