Tips

Utrecht door de ogen van Française Véronique Crepy: charmant en menselijke schaal

Véronique komt graag bij Aleph op de Vismarkt om te neuzen of om een concert te bezoeken - Foto's: Jantine Albers

Met een “goedemorgen” doet Véronique Crepy de deur voor mij open. Deze begroeting zal het enige Nederlandse woord zijn dat die ochtend gesproken wordt. Véronique, een goedlachse blonde Française, werd geboren in het Zuid-Franse Nîmes en groeide op in Antibes. Ze trouwde haar schoolliefde Vincent en samen woonden ze op verschillende plekken in Frankrijk, Europa en Amerika. 

Nu wonen ze sinds twee jaar in Utrecht. “Voor ons verblijf in Brussel hoefde ik geen andere taal dan Frans te spreken, maar toen we naar Londen verhuisden moest ik aan de bak: ‘Mother is in the kitchen en father has an umbrella’, waren de eerste Engelse zinnetjes, herinnert Véronique zich. Toen we naar Barcelona vertrokken moest ik Spaans leren en toen we naar de VS vertrokken kwam mijn Engels weer goed van pas. We hebben twee kinderen en we hebben altijd afgesproken dat we thuis Frans spraken en buitenshuis de taal van het land waar we woonden.”

“Hier in Nederland komt het er niet van om Nederlands te leren omdat iedereen Engels of Frans spreekt. Vrienden zeiden ook tegen ons: ‘Nergens voor nodig Nederlands, wie spreekt dat nou eigenlijk?’ Toch vind ik dat wel jammer en ik probeer dan ook steeds een paar woorden op te pikken.”

Toen de baan van Vincent hen naar Nederland bracht, kozen ze voor Utrecht. “We hadden eigenlijk geen idee. Amsterdam lag dicht bij Schiphol, maar Eersel, waar Vincent veel moet zijn, was vanuit Amsterdam moeilijk te bereiken. Utrecht lag lekker centraal en was een stad zoals wij ons een Nederlandse stad voorstelden: pleintjes, winkeltjes, grachten en oude huizen. Buiten het centrum is fantastische moderne architectuur, zoals de gebouwen in het stationsgebied. We bleken een geweldige buurvrouw te hebben die mij een beetje onder haar vleugels nam: zij vertelde mij waar ik boodschappen moest doen, waar ik de hond kon uitlaten en zij stelde mij voor aan haar kennissen. Beetje bij beetje leerde ik de stad kennen, ik vond de mensen erg open en aardig en iedereen deed zijn best om mij het naar de zin te maken.”

“De mensen gaan opvallend goed gekleed, na negen jaar in de States was dat wat mij opviel. In Amerika vroegen mensen vaak aan mij of ik uitging omdat ik mij voor de standaard daar te netjes kleedde. Ik vind de mensen hier er ook gezond uitzien, en forme, met een moeilijk te schatten leeftijd,  ze glimlachen en ogen sportief.”

“Ik ontdekte hier de fiets, de afgelopen jaren had ik mij uitsluitend in mijn auto verplaatst, in mijn persoonlijke bubbel. Maar op de fiets werd ik mij bewust van de wereld om mij heen: hoe het rook, de geluiden en stemmen om mij heen. Ik werd lid van de Alliance Française, ging zingen in hun koor ‘Les moulins de mon âme’, waar we Franse liedjes zingen die ik uit volle borst meezing. Alleen bij ‘Het Vlakke Land’ van Brel playback ik. Ik nam weer vioolles en richtte mijn atelier in, zodat ik weer kon schilderen.”

“Langzaam werd Utrecht, de charmante, kleine stad waar nog veel een ‘menselijke schaal’ heeft, mijn thuis. Ik kom van het platteland en hou niet zo van steden, van de herrie en het verkeer. Ik woon nu wel in de stad, maar in een stad die iets te vertellen heeft. Zij vertelt de geschiedenis van de mensen van de stad.”

 

De tips van Véronique

-Ik ontdekte het Louis Hartlooper Complex, waar de goede films draaien in het Engels of het Frans. Soms vergissen we ons, zoals laatst een film in de Zweeds met Nederlandse ondertitels, maar dan hebben we altijd de beelden nog. Springhaver is mijn favoriet: de sfeer en de kleine zaaltjes dat bedoel in nou precies met l’échelle humaine. Ik ben ook in Kinépolis geweest maar dat vind ik dus vreselijk.

-TivoliVredenburg, een mooie plek waar altijd iets te doen is. Het leeft: families met kinderen, studenten, mensen die achter hun laptop zitten in het Gegeven Paard maar ook ouderen. Voor elk wat wils.

-Het Spoorwegmuseum, van Speelklok tot Pierement, Het Centraal Museum, de Oude Hortus en het Catharijne Convent, deze musea weerspiegelen de diversiteit van de stad.

-We gaan ook vaak op woensdagavond naar de Winkel van Sinkel, daar is dan Swing class en daarna dansen met optredens van een groep of een DJ.

-Of naar Ele aan de Oudegracht , waar de eigenaar op zaterdag zijn gitaar pakt en zingt.

-Een keer per maand is er een concert in boekhandel Aleph op de Vismarkt. De kasten met boeken worden aan de kant geschoven en er kunnen ongeveer 15 mensen naar binnen. Het is uniek om tussen de boeken te luisteren naar muziek. Ik loop er ook graag zomaar naar binnen want ze hebben fijne tweedehands Franse en Engelse boeken.

-Als we ergens een hapje willen gaan eten dan gaan we graag naar River Kwai aan de Oude Gracht: een Thais restaurant met goede Thaise gerechten een vlotte bediening en niet duur. Sympa!

-Humphrey’s ook aan de Oude Gracht, even snel iets eten voor een schappelijke prijs, we zijn er nooit teleurgesteld. Vooral het interieur spreekt mij aan, het doet me een beetje denken aan een Parijse bistro.

-El Qatarijne, we hebben daar heerlijk gegeten, maar het duurt en duurt. Aan lang wachten hebben we een hekel.

-Sea Salt Saloon voor een glas met een hapje erbij, prima.

-Het Wilhelminapark in de zomer op het terras.

-Voor een snack: ga ik graag naar Le Comptoir Libanais in Hoog Catharijne

-Mijn laatste ontdekking is Op Saj (op de Steenweg) : alles vers, brood zelf gebakken, heerlijke falafel en een patron adorable.

 

Maar waar koopt een Française haar baguette en haar kaas?

De baguette haal ik bij Stach

De kazen koop ik bij de Kazerij in de Twijnstraat. Hun selectie Franse kazen maakt dat ik mij thuis  voel en ik begrijp daar waarom Nederland ‘le deuxième pays du fromage’ wordt genoemd. De ‘kaasmeisjes’ zijn geweldig en als vader in de winkel staat is het helemaal een feestje.

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *