Trans 13

Paul Smit is na vijftig jaar restaureren uitgeklust

Foto: Saar Rypkema

Stel je voor: Je woont, naar volle tevredenheid, in een huisje in de Binnenstad.  Dan doet zich een gouden kans voor. Je kunt een monumentale stadsvilla kopen aan de Trans. Maar het is een “opknappertje”, veel achterstallig onderhoud. 

Tòch wil je het huis, want je zíet dat het prachtig kan worden. Tijdens de overdracht gebeurt iets unieks.  De notaris neemt de verkopende partij flink onder handen. Hij vindt de verkoopprijs te hoog: “Veel teveel geld voor die oude zooi”. 

Paul Smit, de man die toentertijd de koper was, vertelt het verhaal met een mengeling van geamuseerdheid en verwondering. Het speelde in 1970 en nog steeds verbaast hij zich over de notaris, die zo uit zijn rol viel. Zijn grote angst was dat de verkoop niet door zou gaan. Dat viel mee. Paul werd de eigenaar van “Het Roode Huys”, zoals het pand aan de Trans 13 sinds mensenheugenis heet. Een patricierswoning van vierhonderd jaar oud. Ooit de woning van Hieronymus van Alphen, de dichter van het nog steeds bekende vers: “Jantje zag eens pruimen hangen. Oh, als eieren zo groot”. Dat de notaris met zijn “oude zooi” een punt had, wist Paul toen ook wel. Maar als binnenhuisarchitect kon hij “door de rotzooi heen kijken” en zag hij een uniek monument voor zich. Nu, vijftig jaar later, kijkt hij met liefde terug op een periode van permanent klussen, veel scharrelen op rommelmarkten en veilingen en creatieve oplossingen bedenken voor fikse problemen tijdens de restauratie.  

Als hij een rondleiding geeft voel je zijn intense trots en tevredenheid over het resultaat, maar het is ook welletjes geweest. Hij is uitgeklust. Gezien z’n leeftijd is het tijd voor een comfortabel appartement. Trans 13, z’n levenswerk, staat te koop. 

“Géén muziek! Dat is maar armoe. Jullie hebben genoeg andere talenten”

Paul Smit (1938) is geboren en getogen Utrechter. Hij woonde als kind aan de Van Ostadelaan, tegenover de Aloysiuskerk, waar zijn vader dirigent en organist was. Ook moeder was muzikaal. Niet verwonderlijk, dat Paul langs de lijn van een keurige Rooms Katholieke opvoeding op z’n vijfde al in het koor zit. Amper acht was hij hulporganist, muzikaal onder de arm genomen door z’n vader. Over de professionele toekomst van hun kinderen was het echtpaar Smit duidelijk: “Géén muziek! Dat is maar armoe. Jullie hebben genoeg andere talenten”.   
Zo kwam Paul na wat omzwervingen op de Rietveld academie terecht, studierichting binnenhuisarchitectuur.  Maar z’n muzikale afkomst viel niet te verloochenen. Hij koos voor de klavecimbel en de barokmuziek. Later switchte hij nog één keer; naar de Renaissance-trombone.  

Pardon? Van klavecimbel naar trombone? “Ja, want steeds met dat enorme instrument in de auto naar repetities en concerten; ik kreeg genoeg van dat gesjouw”. Alsnog koos Paul voor een (tweede) opleiding aan het conservatorium. De eerste twee jaar in Utrecht. Daarna Tilburg. Tot ver na z’n pensioenleeftijd bleef hij Renaissancetrombonist met een internationale carrière. Inschattend wat de inkomsten zijn van een succesvol musicus, gekoppeld aan het gegeven dat hij een gigantisch pand aan het restaureren en met prachtige Rococo-details aan het herinrichten is, komen we onvermijdelijk bij dè vraag van dit interview: “Vergeef me deze impertinente vraag, je mag me de deur uitzetten, maar waar deed je het van zonder één cent subsidie?”   

“Mijn moeder wist van een dubbeltje geen kwartje te maken. Bij haar werd het een gulden!”

Gelukkig vat’ie het sportief op. Hij lacht, trekt een olijk gezicht en steekt z’n twee handen in de lucht. “Ik heb twee rechterhanden. Bijna alles zelf gedaan. Ik ben een nijvere bij”, zegt hij op een trotse toon, die hij zich kan permitteren. “Wat ook heeft geholpen is mijn opvoeding. Mijn moeder wist van een dubbeltje geen kwartje te maken. Bij haar werd het een gulden! En met m’n vader ging ik vaak schatzoeken op veilingen. Op rommelmarkten leerde ik ook onderhandelen. Ik raad het iedereen aan; ga naar de markt om het spel van onderhandelen te leren. Zie je die porseleinen theepot daar? Ik vond hem zonder deksel en zei tegen de koopman: mooie pot, ik zou hem graag kopen, maar ja…..niet compleet. De handelaar reageerde: ach ja, u heeft gelijk meneer. Neem ‘m maar mee”. 

“Ik heb twee rechterhanden. Bijna alles zelf gedaan. Ik ben een nijvere bij”

Naast handelsgeest komt talent voor het vinden van creatieve oplossingen van pas. Voorbeeld: Aan de muur in de prachtige tuinkamer hangen zes wandkandelaars. “Ik wilde die heel graag, omdat ze hier horen. Een rijke kennis van mij waarschuwde: die zijn wel te koop, maar ze kosten 30.000 euro per twee. Ik ging op zoek en wist er een te kopen op een veiling. Ik kende een oude tingieter, die er naar het originele voorbeeld vijf kandelaars bij maakte. Toen die kennis later op visite was, zag ik hem rondkijken. En ook hij dacht: Zes kandelaars. Dat is 90 duizend Euro. Waar doet’ie het van?” 

Terugkijkend op de enorme restauratie realiseert Paul Smit zich, dat hij het in 1970 goed zag, dat van dit huis iets moois viel te maken, maar dat hij daarbij ook geluk had. Voor hem zat er een antiquariaat in het Roode Huys. Veel originele stijlelementen waren simpel afgetimmerd om er boekenkasten voor te kunnen zetten. Door voorzichtig de schotten weg te halen kwam bij voorbeeld de monumentale open haard in de tuinzaal tevoorschijn. “Deze schoorsteenmantel is tweeëneenhalve meter breed. Het is zeer waarschijnlijk de breedste Rococo schouw van Nederland”.  

Foto: Saar Rypkema

Terwijl hij met veel gevoel voor het huis zijn verhalen vertelt, herinnert hij zich dat hij de villa in 1970 voor de poorten van de hel heeft weten weg te slepen. De gemeente Utrecht stond op het punt een een sloopvergunning af te geven om ruimte te maken voor een nieuw te bouwen limonadefabriek. Dat leek de ambtenaren wel een passende bestemming voor het perceel. Aan de achterkant lag de Hofpoort en de Nieuwegracht. Handig voor de vrachtwagens.  

“Ik wil het verkopen aan iemand die de geschiedenis waardeert”

“OK”, mijmert Paul, “Slopen leek misschien een oplossing. Ik ben heel veel achterstallig onderhoud tegengekomen. Er was geen gas, alleen een oude waterput. Boven een oude poepdoos in plaats van een wc. Maar het is ongelooflijk dat de gemeente toen zo weinig interesse had in de geschiedenis en de cultuur van dit Utrechtse huis”.   

Na vijftig jaar zoveel passie, zoveel uren werk, zoveel geld en creativiteit in dit Rijksmonument te hebben geïnvesteerd, is de verkoop van het Roode Huys een hachelijke onderneming. Hoe staat het ermee? Paul: “Er zijn serieuze gegadigden langs geweest. Een kandidaat wil verder als hij zijn huis kan verkopen. Ik hoop van harte dat voor die tijd geen Russische of Chinese investeerder opduikt. Ik wil het verkopen aan iemand die de geschiedenis waardeert. En daarna ga ik weer muziek maken. Ik verhuis naar het Rosa Spierhuis. Het klavecimbel gaat mee!”.   

Voor hij aan een rondleiding door zijn huis begint zegt Paul Smit ondeugend: “Boven gaan jullie Mientje ontmoeten. Daar woon ik mee samen”. Op de slaapkamer zit Mientje. De grasparkiet. (foto: Saar Rypkema)
Van alle restauratieklussen, die hij deed, is Paul Smit het meest enthousiast over het “behangen” van de eetkamer met goudleer. Hij vond een rol van dit bijzondere leer op een van z’n zwerftochten. “Bij een diner met kaarsen licht het goud op. Zò sfeervol” (Foto: Saar Rypkema)
Van alle restauratieklussen, die hij deed, is Paul Smit het meest enthousiast over het “behangen” van de eetkamer met goudleer. Hij vond een rol van dit bijzondere leer op een van z’n zwerftochten. “Bij een diner met kaarsen licht het goud op. Zò sfeervol” (Foto: Saar Rypkema)
Twee rechterhanden en groene vingers. (Foto: Saar Rypkema)
De klavecimbel gaat mee naar het Rosa Spierhuis (foto: Saar Rypkema)
Logo De Nuk
Auteur

Henk van Veen

Laat uw reactie achter

Reactie

11 reacties

  • Robin van Essen schreef:

    Mooi verhaal over een bijzondere man in een uniek huis, geschreven door een kenner ?

  • Roel schreef:

    Leuk inkijkje in een leven en een huis. Ik mis de overpeinzingen bij het verlaten van dit levenswerk.

  • Gea Voerman - van Haselen schreef:

    Wat leuk dit verhaal. Heel lang, toen Ton en Paul daar nog samen woonden, zijn mijn man en ik eens daar ontvangen. Toen was het nog echt een werk in uitvoering, maar het enthousiasme was ook toen groot. Opstapjes en afstapjes en onverwachte hoekjes.
    Heel leuk om nu het resultaat te zien. Veel geluk voor Paul in het Rosa Spier huis. Een betere plek kun je haast niet verzinnen…

  • Marina schreef:

    Ik heb het genoegen gehad om het huis ooit te mogen bezichtigen tijdens een architectuurcursus van Gilde Utrecht. Ik vond/vind het prachtig!

  • marleen schreef:

    Geweldigggg, respect, net Binnenstebuiten gezien.
    Wat een mooie inkijk in uw prachtige huis en uw leven.
    Met vriendelijke groet Marleen Wijnans

  • Esther van Oostrom schreef:

    Zojuist het programma Binnenstebuiten gezien. Wat een prachtig pand. En met zoveel zorgvuldigheid weer gerestaureerd. Ook qua inrichting. Prachtig! Jammer dat het niet, zoals het nu is, als museum kan fungeren. Zodat iedereen er van bewust wordt hoe belangrijk het is om heel zuinig te zijn op ons erfgoed.

  • Willemijn schreef:

    Prachtig! Ik heb diep respect voor zulke mensen en huizen! Misschien is het een idee om het huis te verkopen aan Stichting Hendrick de Keyser. Deze stichting beheert Nederlandse huizen met een oorspronkelijke inrichting!

  • Mieneke hoek vvv schreef:

    Sprakeloos zo mooi , vooral het behang heel apart . Mooie tuin aangelegd. Ik zal me er een prinses in voelen .

  • Simone Triesman schreef:

    Beste Paul,

    Een respectvolle diepe buiging voor zo’n gedrevenheid en volharding!
    Ik heb net Binnenste buiten gezien.
    Je hebt je rust verdient.
    Het ga je goed in het Rosa Spierhuis!

    Met de meeste hoogachting,

    Simone Triesman

  • Maarten Michielsen schreef:

    Dag Paul,

    ik wist dit allemaal niet maar ik begrijp dat je aan dit huys heel veel plezier hebt beleefd.
    Dat is je van harte gegund! Ik hoop dat je het aan iemand kunt verkopen die er heel zuinig op is en dat jij een goede tijd tegemoet gaat in het RosA Spierhuis. Ik heb alleen maar goede herinneringen
    aan de keren dat we samengewerkt hebben. Dank daarvoor.
    Hartelijke groet, Maarten Michielsen

  • Marianne, Marjolein, Monique schreef:

    Lieve Paul,
    Nadat we in Frankrijk heerlijk gemusiceerd hebben, hadden we gedrieën de eer om jouw prachtige huis te mogen bezoeken, op ons heeft het een onuitwisbare indruk gemaakt. De bevlogenheid waarmee je vertelde maar ook je vindingrijkheid om al je prachtige voorwerpen
    bij elkaar te krijgen gedurende al de jaren dat je er woonde…fantastisch! Ook je kennis van antiek, de geschiedenis van het huis, je verhaal over het behang blijft ons bij. Je ontvangst was alleraardigst, we voelden ons heel welkom. Dank je wel! Heel veel plezier in het Rosa Spierhuis, hopelijk zien we elkaar nog eens in Amsterdam,

    Veel groetjes van de drie sopranen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *