De joodse familie Hein woont in het voorjaar van 1943 aan de Wijde Begijnestraat. Vader Paul, moeder Netta en hun enige kind Peter, net vier jaar oud. Om aan verraad, vervolging en deportatie te ontkomen, besluiten vader en moeder hun huis te verlaten. Ze duiken gescheiden van hun kind onder en denken daarmee de pakkans te verkleinen.
Hun peuter Peter komt via verzetsmensen op zijn eerste onderduikadres terecht. Dat huis staat aan het Boerhaaveplein in Ondiep. Ene ‘tante Cor’ uit het verzet zorgt dat hij daar bij de familie Jongerius veilig is. Vader en moeder Hein zijn dan in Schalkwijk op hún eerste onderduikadres ondergebracht.
In de driedelige documentaireserie ‘Op de vlucht’ vertelt de nu 82-jarige Peter Hein zijn eigen onderduikverhaal en dat van zijn ouders. Op diverse opnamelocaties in de stad beschrijft hij zijn verlatenheid in de laatste twee oorlogsjaren. Hij doet dat op rustige toon waardoor het verhaal van zijn eenzaamheid indringender wordt. Met zijn kinderen David, Eva en Ruben bespreekt hij in een wachtkamer van het Spoorwegmuseum -het voormalige Maliebaanstation waar vandaan zoveel joodse Utrechters werden weggevoerd- wat deze ontheemde periode voor de rest van zijn leven betekende.
Omroep MAX en RTV Utrecht zenden ‘Op de vlucht’ komende week uit.
Door stom geluk aan gaskamers ontkomen
Peter Hein trekt met de makers van voormalig onderduikadres naar onderduikadres. Vooral in de stad Utrecht vertelt hij de twee verhalen van het afgescheiden zijn: zijn eigen verhaal en dat van zijn ouders. Het levert een indringend portret op van een familie die door bewuste keuzes en soms door stom geluk aan de gaskamers weet te ontkomen.
Sommige scènes uit het leven van de vierjarige Peter Hein worden nagespeeld. Zo is er het moment dat Petertje bij de brug van Bemuurde Weerd/Adelaarstraat/Zeedijk aan een verzetsvrouw te fiets wordt ‘overhandigd’. Een andere verzetsvrouw, ‘tante Cor’, regelt zijn gang van het ene naar het andere adres. De kijker krijgt de odyssee van een oorlogskind in zwart-wit beelden mee.
Op hoeveel onderduikadressen de kleuter in die twee jaar verblijft, weet hij zelf niet meer. Hij was in Beverwijk, Amsterdam, Roermond en op vele plekken in Utrecht: onder andere Boerhaveplein, Hoogravenseweg en aan de Prins Hendriklaan in Kindjeshaven. UVSV-activiste Trui van Lier redde daar in de oorlogsjaren vele joodse kinderen uit handen van de Duitsers.
Peter Hein vertelt, kijkend vanuit het open raam van het huis waar Kindjeshaven gevestigd was. Hij ziet het hoekje met de Rembrandtkade en haalt moeiteloos het eeuwige lege niets doen terug. Hij beschrijft zijn leven als vijfjarige: ‘Ik herinner me dat ik hier was. Het stonk er indringend naar pis in babyluiers. Het was een eindeloos wachten op een bed. Vanuit ditzelfde raam zag ik ditzelfde water van de Rembrandtkade.’
Tot in de jaren tachtig ‘het trauma dat onderduik heet’ zijn tol gaat eisen
Kleuter Peter had twee jaar lang geen enkele zekerheid over zijn eigen huis, kon zich aan niemand hechten, kreeg geen veilig en zeker onderdak, werd met straffe hand door ‘tante Cor’ gedisciplineerd. Zijn verhaal maakt indruk. Hij vertelt ook over zichzelf als de naoorlogse Peter. De succesvol medicus die een schitterende carrière heeft. Tot in de jaren tachtig ‘het trauma dat onderduik heet’ zijn tol gaat eisen. Peter wordt getroffen door een depressie.
Ook Peters ouders overleven op wonderbaarlijke wijze hun tocht langs onderduikhuizen in Schalwijk, aan de Narcisstraat, de Hoogravenseweg, de Catharijnesingel, de Bilthovense Spoorlaan en vele andere plaatsen. Rode draad in de film is een interview dat Peter Hein in de jaren tachtig met zijn ouders over deze periode maakte. De geluidsdrager van dat gesprek is een ouderwets cassettebandje.
Wat kun je leren van dit onderduikverhaal? Peter vertelt het de kijker: ‘Het loont om een stap vooruit te denken en die sneller te zetten.’ Dat denken en handelen van zijn ouders heeft Peters leven gered.
De muziek in de documentaire is van Peters jongste zoon, Ruben, bekend pianist en jazzzanger. De makers van de film zijn Roel Wijngaards-de Meij en Bart Grimbergen.
‘Op de vlucht’ wordt in drie delen van twintig minuten uitgezonden. Door RTV Utrecht op 1, 2 en 3 mei in de avond. En door Omroep MAX op NPO 2 op 4, 5 en 6 mei om 18.20 uur. De productie werd meegefinancierd door K.F. Heinfonds en gemeente Utrecht. Hieronder de trailer.
Laat uw reactie achter
Reactie