Ruim 30 Utrechtse basisscholen krijgen iedere week bezoek van een 55-plusser. Die geeft extra aandacht aan kinderen die dat nodig hebben, en zorgt voor een verbinding tussen generaties. Stichting Leergaloos koppelt de senioren aan scholen en ziet het aantal vrijwillers toenemen door de goede ervaringen.
“Je kunt de Leergaloos-vrijwilliger vergelijken met de voorleesmoeder,” vertelt Jennet Boon, bestuurder en initiatiefnemer van de stichting. “Alleen is het nu een opa of oma die over het algemeen wat meer tijd beschikbaar heeft. En ze ondersteunen niet alleen bij lezen maar bijvoorbeeld ook bij rekenen, handvaardigheid of techniek.”
Een vrijwilliger geeft extra aandacht aan leerlingen door bijvoorbeeld in kleine groepjes of individueel met hen te lezen of te rekenen. De hoge werkdruk, één van de redenen voor basisschoolleerkrachten om vorig jaar tot staking over te gaan, zal er niet minder door worden. “We zijn niet de oplossing voor het probleem in het onderwijs”, geeft Boon aan. “De aanwezigheid van de senioren geeft wel de mogelijkheid extra aandacht te besteden aan kinderen die dat nodig hebben.” De vrijwilligers zijn een baken van rust en brengen veel levenservaring mee.
Leergaloos heeft als missie om verschillende generaties met elkaar te verbinden. “Er wordt nog wel eens negatief gekeken naar senioren. Dat beeld is vaak erg achterhaald; senioren zijn bijvoorbeeld belangrijke hoeders van tradities”, aldus Boon. “De Tweede Wereldoorlog krijgt een andere dimensie als het verteld wordt door iemand die het zelf heeft meegemaakt.” Opa’s en oma’s kunnen dit ook, maar die wonen niet altijd om de hoek. Aangezien de vrijwilligers naar scholen gaan bij hen in de buurt, komen ze de kinderen en hun ouders ook in de wijk tegen. Boon benadrukt nogmaals het belang van intergenerationele verbinding en sociaal contact in de buurt.
Een intakegesprek bereidt senioren voor op wat zij kunnen verwachten in een klas. Onder de vrijwilligers is veel enthousiasme. “Handvaardigheid ligt mij heel goed en het contact met de kinderen vind ik geweldig”, aldus een van de senioren. Een andere vrijwilliger geeft aan niet alleen het contact met de kinderen leuk te vinden, maar ook het contact met leerkrachten. De vrijwilliger hoeft in ieder geval niet bang te zijn om niet geaccepteerd te worden door de kinderen, vertelt Boon. “Ze worden gelijk meester of juf genoemd.” Er wordt iedere week op de vrijwilligers gerekend.
Boon kwam op het idee van Leergaloos door een vriend uit Zwitserland. Daar werken ze al jaren met het concept om gepensioneerden te laten helpen in de klas. “Ik was direct enthousiast om iets dergelijks in Utrecht op te zetten.” In 2016 is de stichting gestart met een pilot. Zeven vrijwilligers hebben destijds een dagdeel meegedraaid op drie Utrechtse basisscholen. Dat was een succes, en Leergaloos blijft sindsdien groeien.
Aangezien initiatiefnemer Boon zelf afkomstig is uit Utrecht, blijft de stichting zich voorlopig richten op deze omgeving. “In andere steden of in een dorp zou Leergaloos zeker ook werken, maar onze ambitie is om het concept verder te professionaliseren.” Boon doelt hiermee onder andere op de workshops die Leergaloos gaat organiseren rond thema’s waarmee de senioren te maken krijgen bij hun vrijwilligerswerk. Daarnaast wordt er twee keer per jaar een bijeenkomst georganiseerd waar de vrijwilligers hun ervaringen kunnen delen. Zo leren de vrijwilligers ook elkaar kennen, waardoor hun netwerk verder wordt uitgebreid.
Mooi verhaal, sterk geschreven ?