de keuzes van

Korneel Evers: ‘Utrecht is een heerlijke stad, dat realiseer ik me weer als ik in Amsterdam ben’

Korneel Evers

In deze rubriek vragen we Utrechters keuzes te maken binnen hun vakgebied, maar ook daarbuitenVandaag Korneel Evers: acteur, podcastmaker en al 23 jaar FC Utrecht supporter

Ik spreek met Korneel af in café de Vingerhoed, een kwartier te laat komt Korneel hijgend binnen.”Sorry, ik ben te laat en daar heb ik zelf zo’n hekel aan.” Ik kom uit een onderwijzersgezin en in het onderwijs kan je niet te laat komen. Zelf heb ik een blauwe maandag de Pabo gedaan, voor groep 1/2 leek ik mijn roeping gevonden te hebben. De kinderen begonnen enthousiast ballen rood, groen en blauw te kleuren. In groep 6 riep ik dat we een dictee gingen maken en zag ik al die hoofden moedeloos naar beneden zakken, toen begreep ik dat dit niet mijn beroep zou worden.”

Korneel (46), geboren in Almelo, verhuisde toen hij 8 jaar oud was naar het naastgelegen forensendorp Wierden.

“In 1999 ging ik naar Utrecht en hier woon ik nu al langer dan dat ik daar in Twente heb gewoond. Ik groeide op in een warm gezin met 4 kinderen, mijn drie jaar oudere zus en twee jaar jongere tweelingbroertjes. Ik was een wijsneus met een grote mond maar een die wel het beste rapport van de klas had. Ik was creatief: laat mij de weeksluiting maar doen. Ik ging naar het VWO in Almelo, maar ik wilde naar het conservatorium en koos toen voor de Havo. Dat was een kortere weg naar mijn droomopleiding. Ik speelde als bassist in een bandje en toen de zanger van onze band ziek was, ben ik gaan zingen. We speelden op alle school-en schuurfeesten in de regio en voelden ons wereldsterren. Ik deed auditie voor het conservatorium, het onderdeel praktijk was goed, ik had zeker talent, maar solfège was niet in orde. Toen heb ik mijn middelvinger opgestoken. Als jullie mij niet willen hebben, dan niet. Ik heb er nog weleens spijt van dat ik toen niet heb doorgezet, omdat muzikant mij nog steeds het mooiste beroep lijkt dat er bestaat.”

‘De enige vacature was die van een vuilnisman in Vriezenveen, niks mis mee’

“Ik ging naar de pabo, was daar snel klaar mee en toen moest ik van mijn vader gaan werken. De enige vacature was die van een vuilnisman in Vriezenveen, niks mis mee. Overdag fysiek hard werken, maar in de avond was je kop vrij. Ik volgde theaterklassen in Enschede, deed auditie voor alle toneelscholen in Nederland en werd aangenomen in Utrecht. Ik maakte de opleiding af en kreeg meteen een rol als apostel bij De Bloeiende Maagden, die hadden een toneel,-cabaretvoorstelling over het leven van Jezus. Daarna heb ik allerlei rolletjes gespeeld. In 2005 deed ik met twee jongens uit mijn klas mee met het Leidsche Cabaret Festival waar we eindigden als tweede. Beste finale ooit, stond in de krant. Aan het festival hielden we het impresariaat van Harry Kies over. We stonden met ons programma in zalen en zaaltjes door heel Nederland, maar ook in De Kleine Komedie en in de Utrechtse Stadsschouwburg. Ik voelde mij thuis in Utrecht. Vanuit Twente ging ik vaak een dagje naar Utrecht, vooral voor de skatewinkel E-zone, hier verderop in de straat. Ik heb 10 jaar cabaret gedaan en toen ik werd gevraagd voor filmdingen besloot ik om vol voor de film te gaan. Film vond ik prettig, als iets goed was dan stond het vast.”

‘Mijn zoon van 14 heeft ineens de koelste vader van de klas’

“Ik begon met kleine rolletjes, maar stond in De Heineken Ontvoering ineens naast Rutger Hauer en speelde in Rabarber. Nu speel ik in “Tonnano” en mijn zoon van 14, die op de middelbare school zit, heeft ineens de koelste vader van de klas. Maar hij realiseert zich wel dat ik ook maar een normale vader ben die gewoon zijn werk doet en dat ik de slechterik alleen maar speel. Over mijn volgende project mag ik nog niets zeggen, alleen dat het zich ook afspeelt in Twente. De laatste tijd spelen veel films zich af in Twente, waar het voorheen voornamelijk een randstad gebeuren was. Het heeft te maken met regionale subsidies en de provincie laten zien. Ik spreek de taal, kom er vandaan en wordt gevraagd voor rollen waar mijn profiel aan voldoet. De jongen die met zijn blauwgeverfde kuif het kleinburgelijke forensendorp Wierden wilde shockeren, blijkt nu door zijn accent een veel gevraagd acteur. Ik speelde in Feuten: Het Feestje. Een film naar de gelijknamige serie over een fictief studentencorps, de rol van vd Berg. Ik liep hier in Utrecht langs een studentenhuis waar een jaarclub een feestje aan het vieren was. Er werd een groepsfoto gemaakt en één van de jongens herkende mij. ‘Van der Berg moet ook op de foto!’ Daar stond ik dan in een wereld die ik het liefst zou vermijden.”

‘Ik ben meteen naar de fanshop gelopen en heb een seizoenkaart gekocht’

“Tijdens mijn studie woonde ik op de IBB en mijn huisgenoot was een fanatiek FC Utrecht supporter. Hij ging naar alle wedstrijden van de FC, Herman Berkien vol op de speakers en zijn Utrecht sjaal om. Ik ging een keer mee naar een wedstrijd en ‘we’ wonnen met 4-1. Ik ben meteen naar de fanshop gelopen, heb een seizoenkaart gekocht en die heb ik nu al 23 jaar. Ik hou van de voetbalsfeer, heerlijk om in het stadion te zijn, ik ben er verliefd op geworden. De graffitistrijd in de stad tussen Utrecht en Feyenoord. De Utrechtse kabouter tegen de olifant en dat over en weer. Daar kan ik van genieten. Ik won een poetry slam battle waarin ik het op moest nemen tegen Peter Knipmeijer op Radio 1. Daarna ben ik begonnen met in het programma van René vd Berg van RTV Utrecht ‘Een Berg Sport’ met een ode op rijm te maken op de FC. Die kan gaan over de wedstrijd of over iets dat er speelt in de club. En nog steeds sta ik wekelijks op mijn plekje in het stadion. Samen met Remco Kraak bedacht ik de podcast ‘Kind van de jaren’90’. Het is ons favoriete decennium. In eerste instantie dachten we aan een boek, maar het is uiteindelijk de podcast geworden. We begonnen met Irene Moors en daarna vroegen we meer iconen uit die tijd en eigenlijk zei iedereen die wij vroegen “Ja”. We halen herinneringen op uit onze jeugd, het speelgoed dat wij hadden en de muziek waar we naar luisterden. We hadden een kickstart bij Patrick Lodiers en heel radioluisterend Nederland kende ons ineens.”

De keuzes van Korneel

Boek

“Ik omhels je met duizend armen”, van Ronald Giphart. Op de middelbare school had je de gehate leeslijst en een boek van Giphart werd niet gerekend tot de “echte” literatuur. Maar ‘Gip’ en ‘Ik ook van jou’, waren boeken die ik wel uit kon lezen. ‘Ik omhels je’ is een boek dat ik met tranen in mijn ogen heb gelezen, terwijl ik een man ben die niet snel huilt. De verfilming kon mij niet ontroeren, het boek des te meer.”

‘Ik omhels je’ is een boek dat ik met tranen in mijn ogen heb gelezen’

Muziek

 “Be Well” een Amerikaanse hardcore punk band. Ik was ook heel erg fan van Battery, ook hardcore punk. Ik heb in bandjes gespeeld in die scene en ook door Europa getoerd met zo’n bandje Fairfight. De meeste muziek die ik mooi vond wilde mijn vader ook wel horen, maar bij deze hardcore punk band zei hij na één seconde :”Zet maar af!” De zanger van Battery was iemand die aan zware depressies leed en daar eigenlijk ook de band voor heeft opgericht. Die muziek hakte erbij mij zo in dat ik de band ben gaan volgen en ook weer teruggeging naar de hardcore punk. Ik ging naar hun concerten en kreeg een band met de jongens van de band. Op een gegeven moment ben ik akoestische versies gaan maken van hun punknummers. In plaats van hun geschreeuw heb ik een melodielijn van de zang gemaakt, maar ik hield wel het metrum aan. Ik deed dat bij een concert van hen, dat hebben zij gedeeld en plots deelden al mijn Amerikaanse helden mijn nummers. Zij hebben mij weer teruggebracht in iets waar ik mij heel erg fijn in voelde. Ik zie wel eens kinderen die gepest worden of outcast zijn en die gun ik allemaal de punkscene. Omdat iedereen daar er echt bij hoort, het maakt geen reet uit wie je bent of hoe je eruit ziet. Echt fijne mensen als je iets bijdraagt mag je meedoen en als je niets bijdraagt dan mag je kijken. Alleen moet je accepteren dat iemand vanaf het podium op je hoofd springt, maar als je dan valt word je ook opgeraapt.”

‘Die muziek hakte erbij mij zo in dat ik de band ben gaan volgen en ook weer terugging naar de hardcore punk’

Film

“The Boondock Saints met William Dafoe. Het verhaal van twee Ierse broers die als missie hebben om de misdadigers in hun stad Boston te vermoorden. Een heftige film met veel geweld. Dafoe speelt de hoofdinspecteur van politie die de moorden op wil lossen. De scènes worden opnieuw afgespeeld, maar dan op de manier waarop Dafoe denkt dat het is gegaan. De film laat zien op welke manier we dit kunnen vertellen, hoe je het medium film in kan zetten. Als maker kan je alle middelen inzetten die je tot je beschikking hebt.”

‘Deze film laat zien hoe je het medium film in kan zetten’

Kunstwerk

“Meisje met de parel van Vermeer. Ik hou ervan om naar een museum te gaan en dan net zo dicht op een schilderij te kunnen staan als de maker. Ik was teleurgesteld toen dat bij de Mona Lisa in Parijs niet kon. Mijn zoon had een fascinatie voor Het meisje met de parel. Zo gingen we naar het Mauritshuis om het te zien. Daar heb ik geleerd dat je kinderen niet moet verplichten om in jouw tempo door een museum te lopen. Zij bepalen zelf wel de route die ze willen lopen.  En dan kan je hen gaandeweg wijzen op het vakmanschap van de oude meesters, dat kan je een beetje regisseren.”

‘Mijn zoon had een fascinatie voor Het meisje met de parel.’ (foto: Mauritshuis)

Stad

“Utrecht, een heerlijke stad. Dat realiseer ik mij wanneer ik ergens anders ben. Als ik in Amsterdam ben dan weet ik weer waarom ik Utrecht zo leuk vind. Inmiddels heb ik in elke straat wel iets beleefd of meegemaakt. Utrecht is ook een schizofrene stad. De voetbalsupporters begrijpen niet waarom hun club  geen subsidie krijgt terwijl een Tivoli tonnen subsidie krijgt. Kom ik dan in mijn café De Bastaard, dan begrijpt men niet waarom je voetbal zou subsidiëren. Soms bekruipt mij het gevoel dat Utrechters elkaar niet kennen.”

Utrecht, een heerlijke stad. Dat realiseer ik mij wanneer ik ergens anders ben’ (foto: Michael Kooren)

Restaurant

“C’est Ça, je eet er niet volgens een bepaald menu, je eet wat er die dag voor je wordt gekookt. Er heerst een fijne sfeer en hun pastinaaksoep is onovertroffen.”

‘De pastinaaksoep bij C’ est Ca is onovertroffen’

Drank

“ Deca koffie. Ik drink heel veel koffie en op een geven moment ben ik deca koffie gaan drinken. Ik drink geen alcohol, soms drink ik op een feestje een alcohol vrij biertje.”

Utrechter

“De onderbelichte aartsbisschop Johan de Jong. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog woonde hij op de Maliebaan tegen over het hoofdkwartier van de NSB. Hij had lef, was een fel tegenstander van de NSB en protesteerde tegen de Jodenvervolging. Hij is het waard om een plek te geven. Dan Frans van Seumeren. Een heerlijke vent, belezen, sociaal en betrokken. Iedereen bij FC Utrecht is een passant, behalve hij. Hij kan zich ook echt opwinden over verkeerde spreekkoren. Niet iedereen weet dat je bij de club aan kan kloppen voor steun, mocht die nodig zijn.”

‘Frans van Seumeren, een heerlijke vent, belezen en sociaal betrokken’

Wat zou jij doen wanneer je burgemeester van Utrecht was?

“Ik zou de stad bewaken, het goede behouden. Zoals  dB’s, omarm deze vrijplaats voor Utrechtse muziek. Zulke plekken krijgen steeds minder plaats in de grote steden. Laat creatieve broeinesten maar broeien en geef ze een plek. Omarm de voetbalclub, ook die hoort bij een grote groep mensen. Brood en Spelen, gun het mensen om zich te vermaken. Omarm het echte, het dorpse.”

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *