Op Twijnstraat 77 trok Necati Güzücü zaterdag voor het laatst de winkeldeur van zijn kleermakerij achter zich dicht. Na 26 jaar stopt de man uit het Turkse Konya er mee. Hij en zijn vrouw blijven hier wonen. Want Utrecht is ‘nog steeds een mooie stad’.
Het is goed geweest, vindt de 71-jarige. Hij was, in Turkije en op de Twijnstraat, meer dan 45 jaar kleermaker.
Dinsdag en woensdag ruimde de kleermaker zijn winkel leeg. Zijn naaimachines gingen mee. Zo krijgt de stokoude Dürkopp naaimachine -speciaal voor leren kleding- een plekje in zijn huurwoning in Hoograven. Misschien gaat hij toch nog een beetje hobbyen.
De klanten? Ze lieten Necati weten dat ze hem gaan missen. Hij werd bedolven onder de cadeautjes.
Ik ken zijn winkel sinds een jaar of vier. Toen ik er de eerste keer, nadat ik er een te vermaken broek had gebracht, naar buiten wilde stappen, hield de kleermaker me nog even vast. ‘Ik kwam eind jaren negentig naar Nederland. Van televisie moest ik de taal leren. Vooral van gespreksprogramma’s met gewone mensen. Zo’n programma deed u toch?’
Ogen verraden heimwee
In ‘De diamanten Stomerij’, was de Turkse kleermaker tot deze week de meest bescheiden winkelier van de straat die, bij het Ledig Erf, zo hip en happening is. Nee, ‘diamanten stomerij’ bedacht hij niet zelf. Het stond bij de vorige middenstander op de winkelruit. En ach, hij nam ook kleding voor de stomerij aan, dus liet hij de koeienletters op het raam staan. Hij had zo’n tien à vijftien klanten per dag. Bedacht voor alle kleding en kapotte tassen een oplossing. Nam alle te reinigen kleding aan.
De ogen van meneer Küzücü verraden heimwee naar zijn geboorteplaats in centraal-Anatolië.
Gaat hij terug naar Konya? Drie van zijn kinderen wonen er, de vierde in België. Voorlopig blijft hij nog even. Tot twee jaar geleden konden klanten van de kleermakerij bij binnenkomst meneer Kuzucu horen bellen met zijn 90-jarige moeder. In Konya. ‘Sorry, ik had mijn moeder aan de lijn.’ Sinds haar overlijden kreeg hij meer tijd voor zijn klanten.

Ik geloof in het lot
Waarom hij eind jaren negentig naar Nederland kwam? Hij wil er niet veel over kwijt. Zijn Koerdische herkomst noemt hij. ‘Ik geloof in kader. Het is het Turkse woord voor zoiets als het lot. In zekere zin bracht Allah bracht mij naar Nederland. Dat is kader. Ik ben blij in Nederland. Je bent hier vrij om te gaan.’
Müsait is een ander Turks begrip, te lezen onder zijn profielfoto. ‘Beschikbaar’, betekent het. ‘Het komt gelegen.’ ‘Ik ben er voor je.’ ‘Dat is mogelijk.’
Zaterdag brachten we hem het boekje ‘111 plekken in Utrecht die je gezien moet hebben’, met geschreven bedankje voorin. Als klein afscheidscadeautje. Necati schoot even vol.
‘Ik ben geen harde man. Ik heb tientallen cadeautjes gekregen van de klanten. Heb veel vrienden in de Twijnstraat gemaakt. De klanten zeggen dat ze me gaan missen. Ik ga hen missen. Ik wil geen stukje op De Nuk, maar als jij een stukje wilt, is het goed. Ik ben blij dat de burgemeester niet is geweest.’
Necati Küzücü weet niet wat er in zijn winkel gaat komen. ‘Het komt goed. Er komt op dit adres iets anders. Inshallah.’

Wat een leuk stukje. Jammer dat er weer een vakman verdwijnt.
#uwah
Ontzettend aardige (vak)man. Ik vrees dat deze winkel plaats gaat maken voor een broodjeszaak of pizzazaak. De Twijnstraat begint in hoog tempo zijn kleur te verliezen.
Gelukkig hebben we Ali met zijn papegaai nog. Ook een prima kleermaker.
Zo’n lieve, vriendelijke man. Begrijpelijk dat hij er mee stopt maar wel jammer.
Het ontroert me.
Dank voor je artikel, Cees. Nu ben ik erop voorbereid dat er een lege ruimte is – een gat in de Twijnstraat – waar ik vaak kleding bracht om te vermaken. Mijnheer Kuzucu (onder deze naam bij de ING bekend, zeker makkelijker voor de computer) verwelkomde mij altijd met een hartelijk ‘Hallo Hellen, hoe is het u?’
Het ga hem goed.