Acht inzichten

Jean Bosco Rukundo ontvluchtte de oorlog in Rwanda: “Liefde is het sterkste wapen”

Jean Bosco Rukundo (foto: Hans Kramer)

Jean Bosco Rukundo (50) ontvluchtte de oorlog in Rwanda. Nu is hij diaken in de Eglise Wallonne in de Pieterskerk. Acht inzichten van een moedige Utrechter.

Inzicht 1: Vergeet in de drukte van de dag niet om je heen te kijken. Misschien heeft iemand je nodig.

“Toen ik aankwam in Nederland, in 2000, had ik een tropenkleed aan, een wit gewaad. Het was eind november en het was koud. Ik had verschrikkelijke dingen meegemaakt. Op Schiphol was ik totaal gedesoriënteerd. Ik stond daar in mijn witte kleed, overal waren mensen en roltrappen, iedereen ging naar boven en naar beneden, iedereen had haast. Niemand keek. De Nederlandse taal klonk heftig en onnavolgbaar. Waar moest ik heen? Ik had geen idee. Toen zag ik een mevrouw in het Engels bellen, en Engels kende ik. Ik vroeg haar waar ik heen moest. ‘Naar de politie,’ zei ze, en ik schrok me wezenloos. In Rwanda kon dat in die tijd gevaarlijk zijn. Ze zag mijn angst en liep met me mee naar de marechaussee die me eerst koffie gaf, wat ik behoorlijk vreemd vond, en daarna ook nog vroeg of ik melk en suiker wilde. Waar was ik beland? Ze stuurden me naar Zevenaar met de trein, en zeiden dat ik in Zevenaar naar een huis moest lopen waar gekleurde voetstapjes voor waren geschilderd. Die moest ik volgen. In Zevenaar vond ik het opvanghuis en ik zorgde dat ik precies in de voetstapjes sprong, want ik had gezien dat er camerabeveiliging was. ‘Als ik niet precies in die voetjes spring, schieten ze me dood,’ dacht ik.”

“Tenslotte berustte ik in de situatie”

Inzicht 2: Niet leren blust je uit

“Ik kwam eerst terecht in Ter Apel en daarna in een centrum in Oude Pekela, om te wachten op een permanente verblijfsvergunning. Dat was een moeilijke tijd. Ik miste mijn familie en ik wilde graag studeren. In Rwanda studeerde ik rechten, hier wilde ik ook graag iets doen met mijn hoofd. De taal leren. Cursussen doen. Maar het mocht niet. Ik heb verzoeken ingediend om te mogen leren, elf in totaal. Allemaal afgewezen. In die tijd was er een zeer streng vluchtelingenbeleid, alles werd gedaan om vluchtelingen te ontmoedigen. Geen ruimte geven om te leren, was er een onderdeel van. Tenslotte berustte ik in de situatie. Die situatie was er één van iedere dag televisiekijken en slapen, meer was er niet. Zondag kon ik naar de baptistenkerk, dat was mijn enige verzet. Toen ik na drie jaar asiel kreeg en in Utrecht ging wonen, was de motivatie om nog iets te leren totaal verdwenen. Ik was intellectueel uitgeblust. Gelukkig ben ik hier heel goed geholpen en gemotiveerd, en kon ik de opleiding van ziekenverzorger doen. Dat werk doe ik nog steeds.“

“Van mijn oude klas van dertig, zijn er nog vijf in leven”

Inzicht 3: Familie bepaalt je richting

“Mijn ouders hadden een gemengd huwelijk. In Rwanda was dat vroeger geen enkel probleem. Ik kom uit het Zuiden, daar was je elkaars vriend, het maakte niet uit wat je afkomst was. Tot de oorlog kwam. Wat er toen gebeurde, was verschrikkelijk. Van mijn oude klas van dertig, zijn er nog vijf in leven. Ook mijn vader heeft de oorlog niet overleefd. Meisjes werden verkracht en vermoord. Mijn familie sloeg op de vlucht. We hebben een gezin van acht en ik ben de oudste. Omdat mijn vader niet meer leeft, ben ik nu hoofd van de familie. We wonen inmiddels overal op de wereld, deels in Europa, deels in Afrika. We hebben een groepsapp en daarin bespreken we alle belangrijke familiezaken. Ik moet toestemming geven bij belangrijke beslissingen. Binnenkort gaat mijn jongste broertje trouwen. Ik heb daar zo’n zin in. Ik heb hem nog nooit geknuffeld!”

Inzicht 4: Vraag niet waarom, maar vertrouw

“Ik heb me in mijn leven vastgehouden aan het verhaal van Job. Dat hele verhaal gaat over vertrouwen. Dieper dan Job kun je niet gaan. Hij verloor alles, ook zijn gezin, zijn rijkdom, zijn ouders, zijn schoonouders. Ik ben veel geliefden verloren, maar het was minder erg dan bij Job. Soms zat ik er doorheen, dan had ik veel verdriet. Maar dan dacht ik aan Job, hij kreeg geen antwoord op de vraag waarom hem dit allemaal overkwam. Toch bleef hij vertrouwen. En uiteindelijk kwam God bij hem terug.”

“De Eglise Wallonne is voor mij als familie”

Inzicht 5: De kerk is je familie

“Jezus leefde ons voor om als een familie te zijn, je onderling met elkaar te verbinden. Er voor elkaar te zijn als je elkaar nodig hebt en ook als je elkaar niet nodig hebt. In Rwanda was ik baptist. Ik ben nog steeds baptist. Toch kon ik het hier in Utrecht niet vinden bij de baptisten. Het is een volle kerk, er wordt gedanst, dat zeker. Maar ik verstond het allemaal niet. Toen vond ik de Eglise Wallonne, de franstalige kerk, ze komen elke zondag bij elkaar in de Pieterskerk. Een klein groepje, maar heel warm. Ze belden me op: ‘Hoe gaat het met je?’ Ze boden aan om op de kinderen te passen en ze waren met ons begaan. Zo moet het zijn. De Eglise Wallonne is voor mij als familie.”

Inzicht 6: God is, waar liefde is

“In Rwanda krijg je een familienaam van je ouders. Mijn naam ‘Rukundo’, betekent liefde. Dat is blijkbaar mijn thema in het leven, liefde. Het is een mooi thema. Ik was vroeger al verliefd op mijn vrouw Rose. Toen ging ik weg. Ik zei: ‘Ooit zullen wij trouwen. Ooit zal jij mijn vrouw worden.’ Tien jaar later, na allerlei omzwervingen van haar en van mij, kwamen we elkaar weer tegen. Nu hebben we samen vier kinderen, ze is de liefde van mijn leven. Ik geloof zeker dat Gods hand hierin is. Ik geloof dat God is, waar de liefde is. Zonder liefde zou ik niet kunnen leven. Met de liefde van God komt uiteindelijk alles goed.”

“Ik ben niet bruin, ik ben hartstikke zwart”

Inzicht 7: Lach om racisme en heb respect

“Ik werk nu in de verzorging, met ouderen of psychiatrische mensen. Ik doe het werk met plezier. Ik vind dat je moet doen wat je hand vindt om te doen. Ik krijg vaak reacties op mijn huidskleur. ‘Hij is zwart!’ roepen ze dan bij binnenkomst. Ik maak er altijd een grapje van. Soms gaan ze met elkaar in discussie. ‘Hij is niet zwart, eerder bruin. Nee, donkerwit.’ Ik discussieer dan gewoon mee: ‘Ik ben niet bruin, ik ben hartstikke zwart.’ En dan lachen we met zijn allen. Natuurlijk maakte ik mee dat er deuren gesloten bleven vanwege mijn afkomst. Ik ga me er niet chagrijnig om maken. Ik lach erom, en ga door. Ik vind het overigens wel erg hoe sommigen hier in Nederland met ouderen omgaan. Ik heb gezien hoe weinig ouderen soms worden bezocht door hun kinderen, terwijl die kinderen om de hoek wonen. In mijn thuisland heb je diep respect voor de ouderen. Ouderen moet je op waarde schatten, ze zijn een bibliotheek van kennis en ervaring.”

“Water is van levensbelang in droge regio’s in Afrika”

Inzicht 8: We zijn hier om elkaar te helpen

“Met steun van de Eglise Wallonne in Utrecht, heb ik deze zomer gewerkt aan een waterputtenproject in Burundi. Eén van mijn dochters was ook mee en verder werkten we met een grote groep mensen, vooral locals. Met dit project willen we zorgen dat er waterputten komen voor schoon water, zodat mensen niet geïnfecteerd worden door ziektes vanwege het vervuilde water. Water is van levensbelang, en zeker in deze droge regio. Het was zo nuttig en het ging zo goed, dat ik met dit project door wil gaan komend jaar. Dat is administratief nog een heel gedoe, maar het is het waard. Je moet je als mens inzetten voor je naasten die dat nodig hebben.”

Dit artikel is afkomstig uit het laatste magazine van de Utrechtse Protestanten. Zie ook www.depup.nl

Kijk hier naar het filmpje van het waterputtenproject van Rukundo.

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *