Wie herinnert zich nog de voorstelling in het Werftheater ‘EHBO is m’n lust en m’n leven’?
Haast niemand, denk ik. Van de dertig tot veertig bezoekers zijn er waarschijnlijk al heel wat uit de tijd, want dit speelt lang geleden. De theatermaker was een trage jongeman uit Almelo, die met een duidelijk Twens accent tamelijk flauwe grappen maakte, waarom je – soms tegen wil en dank – toch moest lachen.
Herman Finkers dus.
Het Werftheater was (en is nog steeds) een klein podium voor beginnende cabaretiers. Mijn vrouw en ik waren er vaste klant, benieuwd naar de jonge talenten die Yvonne Groeneveld voor ons selecteerde. Naar andere zalen gingen we ook. Bram Vermeulen en Freek de Jonge bijvoorbeeld braken zo snel door dat ze meteen in de Schouwburg stonden. Hans Teeuwen, Lenette van Dongen, Theo Maassen, Hans Liberg, Sanne Wallis de Vries, wij zagen ze. En tot en met de laatste voorstelling voor zijn dood: Jeroen van Merwijk.
Het stikt in Nederland van de cabaretiers. Wikipedia heeft een enorme lijst van grappenmakers van vroeger en nu, maar tenminste één naam ontbreekt, die van onze eigen Utrechtse Hennie Oliemuller, de koning van de platvloerse humor (omschrijving Algemeen Dagblad). Tineke Schouten staat er natuurlijk wel op. Altijd gedacht dat het niks voor mij was, tot ik een documentaire over haar zag. Geweldige vakvrouw.
En nu?
We gaan zelden meer.
Dat wil niet zeggen dat we niet meer naar de schouwburg zouden willen. Graag zelfs. Maar dan liever naar toneel. Dat zou wat zijn: Oom Wanja, maar dan niet ‘hertaald’, dus zonder allerlei afslagen naar problemen waarover nogal wat mensen tegenwoordig tobben, zoals achterstelling, racisme en identiteit.
Tegenwoordig nemen wij de week door met Niels van der Laan en Jeroen Woe met hun Even tot Hier. Maar niet altijd van harte. Iedereen vindt het leuk. Ik minder. Ze hangen wel erg de Gutmenschen uit. Een Gutmensch (er is volgens mij geen Nederlands woord dat de lading even goed dekt) is iemand die zegt dat hij overweegt om vluchtelingen in huis te nemen. Een bekend Gutmensch, tevens cabaretier, is Claudia de Breij (Als het oorlog wordt dan schuil je maar bij mij.).
Dat superbrave van Even tot Hier begon al tijdens corona. Niels en Jeroen drukten ons op het hart precies te doen wat de regering van ons wilde: mondkapje, inenten, anderhalve meter afstand, niet op straat na de avondklok. De laatste weken gaat het vooral over het ongelijk van rechts. Vrijwel een hele uitzending werd besteed aan Pieter Omtzigt: dat hij een twijfelaar is, dat hij zijn verkiezingsprogramma niet liet doorrekenen, wat wel had gemoeten (er was zelfs een liedje over gemaakt), enz. Het was duidelijk: je kon beter niet op hem stemmen.
Graag zou ik een dagje meekijken op de redactie van Even tot Hier. Wie zitten daar? Ik vermoed een stuk of vijf freelancers van rond de dertig, drie vrouwen, twee mannen. Allemaal keurig GroenLinks/PvdA of D66. Hun taak is om zoveel mogelijk informatie (televisiefragmenten, twitterberichten, artikelen uit kranten en tijdschriften) te verzamelen over onderwerpen en personen over wie de volgende keer gaat. Daarna komt het spannendste: de selectie, met de opvattingen van de twee cabaretiers als uitgangspunt. De contouren van de uitzending worden dan zichtbaar.
Woe en Van der Laan zijn influencers, opiniemakers, en oordeel daar niet te licht over. Ze kunnen iets of iemand maken of breken. Denk maar aan Youp van ’t Hek, die het eerste Nederlandse 0,0 biermerk (Buckler) zo afzeek dat de brouwer er voor de Nederlandse markt mee stopte.
Een ander soort cabaret is mij liever. Ik kijk uit naar Micha Wertheim op Oudejaarsavond. Hij wil je niet ergens van overtuigen, maar in de war maken. Bij mij lukt dat goed.
Helaas is er verrekt weinig beters/leukers dan Even tot Hier. Dit was het Nieuws wellicht… maar dat is al weer van de buis voor je er erg in hebt.
Alternatief voor Gutmensch: Deugneus.
Claudia de Breij wordt hier verkeerd geciteerd. Ze zingt niet ‘dan kom je maar bij mij’ maar iets heel anders ‘mag ik dan bij jou?’. Dus ze wil niet iemand redden, maar gered worden. Nogal n verschil lijkt me. Overigens kan ik me niet voorstellen dat iemand niet als deugdzaam, als een Gutmensch, gezien zou willen worden. Ik zou trots op die beoordeling zijn.