Literatuur

Het spijt me, Aranka 

Fenna werkt ’s zondags in de Literaire Boekhandel, haar favoriete plek. Maar sommige voorbijgangers trekken er hun neus voor op. 

 ‘O kijk, de literáááire boekhandel,’ klinkt het geregeld over de Lijnmarkt. De voorbijganger heeft speciaal een kak-accent aangenomen. Vanuit de winkel zie ik hoe hij of zij spottend de naam op de gevel opleest en dan even naar binnen gluurt, want: hoe ziet een literáááire boekhandel er eigenlijk uit? 

Over de drempel komen ze niet. Behalve afgelopen zondag, dan. 

 ‘O kijk, de literááááire boekhandel.’ Een mevrouw trok haar neus op en schrok toen haar man bij het krantenrek bleef staan. Daarna stapte hij naar binnen. Ze kwam hem achterna. Of we De Telegraaf hadden, vroeg de man. Berouwvol schudde ik mijn hoofd. 

Hij deed hetzelfde, maar dan niet berouwvol. ‘Daar zijn jullie zeker te goed voor.’ 

 De vrouw waagde zich dichterbij. ‘Hebben jullie wel braiboeken?’  

Ik wist niet wat dat waren, braiboeken. ‘Nee,’ zei ik. ‘Het spijt me.’ 

Ze zwol op. ‘En dit is een boekwinkel?’ 

‘Kom, Aranka,’ zei de man. ‘Hier moeten we niet zijn.’ 

‘Ze kunnen het beter de elitaire boekhandel noemen,’ zei de vrouw. 

 De Literaire Boekhandel is zo’n dertig jaar geleden opgericht door Thoma Adelaar, tot op de dag van vandaag de eigenaresse en, zo ontdekte ik op Beeld & Geluid Wiki, de zus van Mammaloe uit Pipo de Clown. Het interieur is al jaar en dag geel-blauw. We hebben geen scanner of digitaal archief, maar wel boekenkennis en aandacht. We hebben geen braiboeken en niets van Heleen van Royen, dat spijt me, maar wel wandkasten die uitpuilen van ander moois. 

 Elke zondagmiddag kom ik hier binnen. Dan zeg ik: ‘Hoi winkel’, die dan terug groet met wat gekraak. Ik zet de Franse chansons aan, zet de deuren open en rol de buitenmat uit. Wees welkom. Misschien hebben we niet wat je zoekt, maar misschien ook wel  je mag weer gaan wanneer je wilt. 

 ‘O kijk, de literáááire boekhandel.’ 

 Literatuur is overal, toch lijkt het woord bij veel mensen angst en daaropvolgend minachting op te roepen. Mijn moeder sust altijd: je moet je afvragen wat dat over hén zegt. 

 Afgelopen zondag dus. Aranka en haar man waren nog niet weg, of iets drong tot me door. ‘Meneermevrouw!’ Ik rende de Lijnmarkt op. Daar stonden ze bij een etalage vol sokken. Stomverbaasd keken ze op, rennen is natuurlijk weinig elitair. ‘Breiboeken, bedoelde u,’ zei ik. ‘Boeken over breien.’ 

Aranka lichtte op. ‘Ja!’ zei ze. 

Ik schudde mijn hoofd. ‘Die heb ik ook niet. Het spijt me.’ 

 

Auteur Fenna Riethof
Auteur

Fenna Riethof

Laat uw reactie achter

Reactie

3 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *